Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0070/TP, 1 april 2009, beroep
Uitspraakdatum:01-04-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Wachttermijn  v

Uitspraak

nummer: 09/70/TP

betreft: [klager] datum: 1 april 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.T. Kouwenhoven, namens

[...], verder te noemen klager,

tegen een beslissing van 6 januari 2009 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. M.T. Kouwenhoven om het beroep schriftelijk toe te lichten.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft de termijn waarin klager wacht op plaatsing in een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (tbs-inrichting) met ingang van 7 januari 2009 verlengd tot en met 6 april 2009.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 2 januari 2008 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren met aftrek én ter beschikking gesteld (tbs) met bevel dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Volgens de Staatssecretaris komt klager sinds 12 april 2008 gedurende de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in aanmerking voor vervroegde tenuitvoerlegging van de hem tevens opgelegde tbs. Op laatstgenoemde datum is klager in afwachting van
plaatsing in een tbs-inrichting op een wachtlijst is geplaatst.
Bij brief van 6 januari 2009 heeft de Staatssecretaris klager bericht dat hij nog niet geplaatst kon worden in een tbs-inrichting en dat de wachttermijn voor plaatsing met ingang van 7 januari 2009 met drie maanden is verlengd tot en met 6 april 2009.
Klager is terzake op 5 januari 2009 gehoord.
De datum van vervroegde invrijheidstelling van klager én aansluitende aanvang van zijn tbs is 12 augustus 2009.
Klager verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Achterhoek, locatie Ooyerhoek te Doetinchem.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager vraagt zich af of de werkelijke reden voor de bestreden beslissing is gelegen in het capaciteitstekort, zoals aangegeven door de Staatssecretaris. Hoeve Boschoord is de inrichting waarin klager geplaatst zou worden. Zijn familie heeft telkens
van
Hoeve Boschoord vernomen dat klager daar nog niet was aangemeld voor plaatsing. Klagers moeder heeft van een medewerker van het ministerie van Justitie meermalen vernomen dat klager zou worden aangemeld voor een inrichting en de plaatsing niet lang
meer
zou duren. De Staatssecretaris dient aan te geven en aan te tonen wat tot nu toe is gedaan om klager geplaatst te krijgen. Het is immers de vraag of voortvarend is gehandeld.
Er zijn wel degelijk bijzondere omstandigheden die maken dat klager met voorrang in een tbs-inrichting geplaatst dient te worden. Klager functioneert op een verstandelijk laag niveau, is verbaal erg zwak en heeft een aantal zaken niet bespreekbaar
durven maken tijdens het horen. Hij wordt binnen de p.i. vaak gepest en geeft vaak onder druk van medegedetineerden goederen weg. Hij durft dit niet te melden uit angst voor toename van de pesterijen die zich vaak aan het zicht van anderen onttrekken.
Klager dient derhalve met voorrang in een tbs-inrichting te worden geplaatst en een vergoeding voor de kosten voor rechtsbijstand te ontvangen.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Klager komt vanaf 12 april 2008 in aanmerking voor vervroegde tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde tbs. Deze datum bepaalt klagers plaats op de wachtlijst voor selectie en plaatsing in een tbs-inrichting. Het capaciteitstekort kan volgens vaste
jurisprudentie van de beroepscommissie een grond vormen voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals detentieongeschiktheid. Ten aanzien van klager zijn voorafgaand aan de
bestreden beslissing geen signalen omtrent detentieongeschiktheid vanuit de p.i. van verblijf ontvangen. Ook uit het hoorverslag zijn geen bijzonderheden over de psychische conditie van klager naar voren gekomen. Desondanks is in het kader van dit
beroep een medische verklaring opgevraagd bij het Nederlands Instituut voor Psychiatrie en Psychologie met betrekking tot de vraag of voortgezet verblijf in een p.i. verantwoord is met het oog op de psychische conditie van klager. Deze verklaring zal
na
ontvangst worden doorgezonden. Er wordt vanuit gegaan dat eventuele psychische problemen in verband met de gestelde pesterijen tijdens bedoeld onderzoek aan de orde zullen komen.

4. De beoordeling
Volgens de inlichtingen van de Staatssecretaris is klager met ingang van 12 april 2008 geplaatst op de wachtlijst voor selectie en plaatsing in een tbs-inrichting. Deze datum is in overeenstemming met de in artikel 42 Penitentiaire maatregel genoemde
termijn voor het in aanmerking komen voor vervroegde tenuitvoerlegging van de tbs tijdens de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf.

Op grond van artikel 76 Pbw dient klager binnen zes maanden na die datum in een tbs-inrichting te worden geplaatst, maar kan de Staatssecretaris de wachttermijn voor plaatsing telkens met drie maanden verlengen als plaatsing nog niet mogelijk is.

Klager is blijkens de bestreden beslissing als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. De beroepscommissie heeft geen aanleiding om daaraan te twijfelen vanwege de namens klager gestelde omstandigheid dat hij nog niet
zou zijn aangemeld voor plaatsing in Hoeve Boschoord.
Uit de stukken komt niet naar voren dat klager in Hoeve Boschoord geplaatst dient te worden, zoals namens klager is gesteld. Uit de zich onder de stukken bevindende pro justitia rapportages blijkt immers niet meer dan dat klager vanwege zijn
intelligentie en stoornis geplaatst zou moeten worden in een inrichting zoals Hoeve Boschoord. Hoeve Boschoord is niet de enige tbs-inrichting, die ter beschikking gestelden zoals klager een adequate behandeling kan bieden.
Het is de beroepscommissie verder ambtshalve bekend dat ter beschikking gestelden op een wachtlijst voor plaatsing worden geplaatst en dat daadwerkelijke aanmelding bij een bepaalde tbs-inrichting plaatsvindt op het moment dat daadwerkelijke plaatsing
op afzienbare termijn gerealiseerd kan worden.

Klager is derhalve als gevolg van het capaciteitstekort nog niet geplaatst in een tbs-inrichting. Ten tijde van de bestreden beslissing ligt de vrijheidsstraf aan het verblijf van klager in een p.i. ten grondslag en niet de hem tevens opgelegde tbs;
deze is nog niet aangevangen.

Het capaciteitstekort kan naar het oordeel van de beroepscommissie een grond voor uitstel van de voorgenomen vervroegde plaatsing in een tbs-inrichting vormen, tenzij blijkt van bijzondere omstandigheden zoals een psychische conditie van klager die
zodanig is dat langer verblijf in een p.i. medisch niet verantwoord is. In dat geval is sprake van detentieongeschiktheid en dient om die reden plaatsing met voorrang gerealiseerd te worden.

Uit de medische verklaring van 24 februari 2009 van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie blijkt dat de psychische conditie van klager op dat moment niet van dien aard was dat verder verblijf in een p.i. als onverantwoord
moest worden beschouwd.
De beroepscommissie gaat er derhalve van uit dat er ten tijde van de bestreden beslissing geen aanleiding bestond om klager vanwege zijn psychische conditie bij voorrang in een tbs-inrichting te plaatsen.

De beroepscommissie is van oordeel, gelet op het hiervoor overwogene, dat de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt, alsmede dat de wachttermijn voor plaatsing
in een tbs-inrichting mocht worden verlengd van 7 januari 2009 tot en met 6 april 2009.

Ten overvloede wordt opgemerkt dat klager, als hij dat wenst vanwege de gestelde pesterijen, krachtens artikel 18 Pbw bij de selectiefunctionaris binnen het gevangeniswezen een verzoek om overplaatsing naar een andere p.i. kan indienen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 1 april 2009

secretaris voorzitter

Naar boven