Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0661/SGB, 11 maart 2009, schorsing
Uitspraakdatum:11-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/661/SGB

Betreft: [klager] datum: 11 maart 2009

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de gevangenis BGG te Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris d.d. 18 december 2008, tot plaatsing in de gevangenis BGG
voornoemd.

De voorzitter heeft voorts (ambtshalve) kennis genomen van het bezwaarschrift d.d. 30 december 2008, de beslissing op het bezwaarschrift d.d. 26 februari 2009 en het op 27 februari 2009 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende
beroepschrift. De voorzitter heeft bij de beoordeling voorts zijn uitspraak op een eerder door verzoeker ingediend schorsingsverzoek (met kenmerk 09/524/SGB) bij de beoordeling betrokken. Gelet op hetgeen hierna zal worden overwogen, is geen nadere
toelichting gevraagd aan verzoekers raadsvrouw, mr. M.J. Boers, en zijn geen verdere inlichtingen opgevraagd bij de selectiefunctionaris.

1. De beoordeling
De voorzitter heeft het eerdere schorsingsverzoek van verzoeker, met kenmerk 09/524/SGB, op 2 maart 2009 afgewezen. De voorzitter komt in een dergelijk geval slechts tot een nieuwe beoordeling van een schorsingsverzoek, indien er sprake is van nieuwe
feiten of omstandigheden, welke die nieuwe beoordeling kunnen rechtvaardigen. In alle andere gevallen kan de verzoeker niet worden ontvangen in zijn verzoek.
Verzoeker heeft aangevoerd dat de nieuwe omstandigheid is gelegen in het feit dat de beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaarschrift is genomen na meer dan zes weken - zijnde de in de artikel 17, vierde lid, van de Pbw, vermelde termijn -
na het indienen van het bezwaarschrift.
Deze omstandigheid kan niet leiden tot een nieuwe beoordeling van het schorsingsverzoek. Enerzijds omdat de wet aan en overschrijding van die hiervoor genoemde beslistermijn door de selectiefunctionaris geen gevolgen verbindt en anderzijds omdat de
voorzitter bij zijn eerdere beslissing de betreffende termijnen (ambtshalve en impliciet) reeds heeft getoetst. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de door verzoeker aangevoerde ‘nieuwe’ omstandigheid geen hernieuwde beoordeling van het
schorsingsverzoek kan rechtvaardigen. Verzoeker zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

aldus gegeven door mr. J. Lamens, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris op 11 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven