Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0366/GB, 26 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/366/GB

Betreft: [klager] datum: 26 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Gijsen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 november 2008 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Geerhorst te Sittard. Op 27 november 2008 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. De Torentijd. Op 5 maart 2009 is hij overgeplaatst naar de
h.v.b.-unit van de PI Tilburg.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In het bezwaarschrift heeft de raadsman van klager verzocht alle op de zaak betrekking hebbende correspondentie ook aan hem te richten. Klager heeft namelijk problemen met lezen en kent
verstandelijke beperkingen. Aan dit verzoek is geen gevolg gegeven, waardoor de raadsman pas op 10 februari 2009 de beslissing van 12 december 2008 gefaxt heeft gekregen. Gelet hierop acht de raadsman het gerechtvaardigd dat de beroepstermijn eerst op
10 februari 2009 is gaan lopen.
Er is niet op juiste wijze beslist op het bezwaarschrift. De beslissing is genomen door dezelfde persoon die de selectiebeslissing heeft genomen. Er heeft zodoende geen objectieve toetsing van de beslissing plaatsgevonden. Klager en zijn raadsman zijn
niet gehoord. Evenmin heeft de raadsman de beschikking gekregen over de aan de beslissing ten grondslag liggende stukken. De constatering in de bestreden beslissing dat de berichten dusdanig werden, dat de veiligheid ook in Roermond niet meer
gegarandeerd kon worden, rechtvaardigt geenszins een ongegrondverklaring van het bezwaar.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager zou zeer serieus bedreigd worden door personen van binnen en buiten de inrichting. Er was een prijs op zijn hoofd gezet van € 10.000,=. Een en ander kwam voort
uit een geweldsdelict uit het verleden. In eerste instantie zou klager – op verzoek van klager en zijn raadsman - overgeplaatst worden naar Roermond, echter van daaruit kwamen berichten dat klager ook daar bedreigd zou worden. Klager is snel op dit
verzoek teruggekomen. Voor klager maakte het niet meer uit waar hij geplaatst zou worden. Klager is vervolgens overgeplaatst naar het h.v.b. De Torentijd.
De raadsman beklaagt zich erover dat hij de onderliggende stukken niet heeft ontvangen. De selectiefunctionaris is echter niet bevoegd de stukken aan derden te overleggen. De raadsman van klager kan zich wenden tot de inrichting, alwaar hij het
penitentiair dossier kan inzien. Verder meent de selectiefunctionaris dat de klager het beroep te laat heeft ingediend en derhalve niet in zijn beroep kan worden ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 73, tweede lid, van de Pbw dient het beroepschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop klager kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt, worden ingediend. De beslissing waartegen het beroep
is gericht is gedateerd op 12 december 2008. Het door de raadsman van klager ingediende beroepschrift is gedateerd op 10 februari 2009 en op dezelfde dag op het secretariaat van de Raad ontvangen. Nu niet uit een aantekening op de bestreden beslissing
blijkt wanneer deze aan klager is uitgereikt, gaat de beroepscommissie ervan uit dat het beroep tijdig is ingediend. Klager kan derhalve in zijn beroep worden ontvangen.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
dat de selectiefunctionaris op grond van het selectieadvies van de directeur van het h.v.b. De Geerhorst in redelijkheid heeft mogen aannemen, dat klager gelet op diens veiligheid, waarvoor de overheid verantwoordelijkheid draagt, baat heeft bij een
overplaatsing naar een andere inrichting.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 26 maart 2009

secretaris voorzitter

Naar boven