Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0463/GV, 20 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/463/GV

betreft: [klager] datum: 20 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W. Drummen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 februari 2009 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat een verlof onrust zou kunnen veroorzaken. Klager heeft geen enkel rapport gehad voor agressief gedrag. Van agressie vanuit klager kan dan ook geen sprake zijn.
Niet
valt in te zien waarom een verlof buiten Amsterdam Zuid-Oost niet tot problemen zou leiden, omdat klager, als hij enig kwaad in de zin zou hebben, dat gebied vanuit een ander adres zou kunnen bereiken. Klager wil graag enige dagen bij zijn vriendin en
kinderen doorbrengen. Zijn zoon is geboren tijdens de detentie en klager heeft nog geen dag voor hem kunnen zorgen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het openbaar ministerie maakt bezwaar tegen verlofverlening. Een en ander heeft te maken met het feit dat men klager ziet als leider van de zgn. Hopiboysbende in de Bijlmer te Amsterdam. Gevreesd wordt dat klager tijdens een verlof opnieuw contact zal
zoeken met mensen van deze groep. Verlof in de aangegeven omgeving acht men dan ook ongewenst. Verlof kan alleen verleend worden als klager een verlofadres buiten Amsterdam heeft.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Lelystad heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag onder de voorwaarde -op basis van de reactie van het openbaar ministerie- dat klager zich niet ophoudt in de omgeving van (ex)leden van de
Hopiboysbende
en andere risicogebieden. Eventueel kan klager daarnaast een dagelijkse meldplicht worden opgelegd.
Het openbaar ministerie acht mogelijke confrontatie met zijn slachtoffer, dat mogelijk voor het leven invalide is, onwenselijk.

3. De beoordeling
Klager is thans preventief gedetineerd terzake van een veroordeling wegens – onder meer– poging tot moord en het overtreden van de Opiumwet. Hij is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek. De fictieve v.i.-datum
valt op of omstreeks 23 oktober 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

Tegen het door klager opgegeven verlofadres bestaat bezwaar. De beroepscommissie is van oordeel dat dit bezwaar valt te ondervangen door een contactverbod op te leggen met leden van de Hopiboysbende en het slachtoffer. Derhalve moet de beslissing van
de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De Staatssecretaris wordt opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan kunnen worden gemaakt, acht de beroepscommissie geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven