Nummer 25/50221/SGA
Betreft verzoeker
Datum 7 augustus 2025
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van
verzoeker (hierna: verzoeker)
1. De procedure
Verzoekers raadsman, mr. T.S. van der Horst, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van het niet doorgaan van verzoekers bezoekmoment in week 32.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reacties van de landsadvocaat namens de directeur van de Penitentiaire Inrichting Vught (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek, van het klaagschrift (vu-2025-1627) en van de nadere toelichting van verzoekers raadsman van 6 augustus 2025.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen.
Vaststaat dat verzoekers bezoekmoment in week 32 niet doorgaat, omdat er geen tolk beschikbaar is die live kan meeluisteren tijdens het bezoekmoment. De voorzitter stelt vast dat daarmee sprake is van (éénmalige) strijd met artikel 38, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet, waarin is bepaald dat de gedetineerde het recht heeft gedurende ten minste één uur per week op de in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. Gelet op het voorgaande is er dan ook sprake van een schending van verzoekers bezoekrecht.
De vraag die in de schorsingsprocedure voorligt is of verzoeker belang heeft bij een toewijzing van het schorsingsverzoek. De voorzitter overweegt daartoe als volgt.
Uit de stukken komt naar voren dat de directeur alternatieven heeft onderzocht om het bezoekmoment in week 32 te kunnen laten doorgaan. Zo blijkt uit de reacties van de directeur dat gevraagd is of er een andere tolk beschikbaar was voor verzoeker of dat er op andere dagen in week 32 een tolk beschikbaar was voor verzoeker. Dit is niet het geval. Ook het achteraf uitluisteren van het bezoek is, gelet op de veiligheidsaspecten, geen optie. De directeur heeft verzoeker aangeboden dat hij in week 33 een uur extra bezoek mag ontvangen. Verzoeker heeft die compensatie geaccepteerd en er zijn inmiddels twee bezoekmomenten ingepland, aldus de directeur.
Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat verzoeker geen belang bij een toewijzing van het schorsingsverzoek heeft, omdat het - hoewel de voorzitter begrijpt dat dit ingrijpend en teleurstellend is voor verzoeker - niet realistisch is dat het bezoek alsnog kan worden gerealiseerd in week 32 en verzoeker in week 33 twee bezoekmomenten zal hebben. Er is hem daarmee feitelijk geen bezoekmoment ontnomen. Om die reden zal de voorzitter het verzoek afwijzen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is op 7 augustus 2025 gedaan door mr. M.L. Plas, voorzitter, bijgestaan door de secretaris.
voorzitter