Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3104/GA, 17 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:17-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3104/GA

betreft: [klager] datum: 17 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 november 2008 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. M.J. Boers om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag houdt in dat klager in de periode van 20 oktober 2008 tot en met 26 oktober 2008 niet heeft mogen sporten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
De directeur heeft artikel 48 Pbw geschonden. Klager dient in de gelegenheid te worden gesteld om sport te beoefenen gedurende tenminste tweemaal drie kwartier per week. Het is juist dat klager een disciplinaire straf was opgelegd, maar omdat bij
oplegging van die straf niet voldaan is aan de eisen van artikel 58 Pbw dient de beslissing tot strafoplegging te worden vernietigd en hieruit volgt dat klager recht had op sport. Verzocht wordt om de behandeling van de zaak aan te houden totdat de
beroepscommissie uitspraak heeft gedaan op het beroepschrift 08/3112/GA, dat betrekking heeft op de opgelegde disciplinaire straf.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie heeft in de beklagzaak 08/3112/GA op 17 maart 2009 klagers beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigd en klagers beklag met betrekking tot de opgelegde disciplinaire straf, die reden vormde om klager
niet toe te staan om te sporten, alsnog gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 12,50 toegekend.
Nu klager een tegemoetkoming is toegekend ter zake van het door de opgelegde straf geleden ongemak, is er geen plaats meer voor het apart toekennen van een tegemoetkoming voor het gemis van de sport tijdens het ondergaan van die straf. Dit leidt tot de
volgende uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 maart 2009

secretaris voorzitter

Naar boven