Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2441/GM, 9 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2441/GM

betreft: [klager] datum: 9 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingstandarts verbonden aan de Stadsgevangenis Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 september 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 december 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], hoofd medische dienst bij voormelde stadsgevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 20 augustus 2008, betreft het gevolg van het trekken van een kies.

2. De standpunten van klager en de inrichtingstandarts
Klager heeft het volgende aangevoerd.
Er is geen foto gemaakt voordat de kies verwijderd werd. Er is na het trekken van de kies een stukje kies achtergebleven, zonder dat klager meteen verwezen werd naar een kaakchirurg. Klager heeft de laatste controle bij de kaakchirurg niet kunnen
bijwonen. Door de hele gang van zaken heeft klager een week niet kunnen eten. Hij is van mening dat als hij zelf niet aan de bel had getrokken, hij mogelijk een beroerte had kunnen krijgen.
De antrum perforatie had voorkomen kunnen worden.
Ter zitting heeft hij hier nog aan toegevoegd dat de tandarts klager meteen had moeten verwijzen en niet zelf het achtergebleven stukje had moeten weghalen. Hij heeft veel pijn gehad en er was veel bloed. De pijn werd erger naarmate de zwelling
toenam.
Klager heeft niet gekozen voor een wortelkanaalbehandeling, omdat die behandeling te lang zou duren. Daarom heeft hij ingestemd met het voorstel de kies te laten trekken.

Namens de inrichtingstandarts is het volgende aangevoerd.
Na de extractie van de kies is er een antrum perforatie (open verbinding tussen neusholte en mondholte) ontstaan. Dit is een vaker voorkomende complicatie. Diezelfde dag is klager verwezen naar de kaakchirurg. Deze heeft de ingreep uitgevoerd. Na
enkele
dagen kwam er een ontsteking. De behandeling is volgens de regelen der kunst gedaan maar het duurde lang voor klager van zijn klachten af was.
Klager is overigens niet verschenen op de controleafspraak bij de kaakchirurg.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat klager, die aanvankelijk wilde dat er een wortelkanaal behandeling zou plaatsvinden, heeft ingestemd met het voorstel van de tandarts de kies te laten trekken.
Niet is gebleken dat de inrichtingsarts de behandeling onzorgvuldig zou hebben uitgevoerd, de behandeling is technisch gesproken op een juiste wijze uitgevoerd. Het is bekend dat aan de onderhavige behandeling risico’s zitten.
Hoe vervelend het ook voor klager is dat het zo gelopen is, het is de tandarts, die adequaat heeft gehandeld door klager dezelfde dag naar de kaakchirurg te verwijzen, geenszins aan te rekenen.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de inrichtingstandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en P. Hanedoes, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 9 maart 2009

secretaris voorzitter

Naar boven