Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2560/GA, 9 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2560/GA

betreft: [klager] datum: 9 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 september 2008 van de beklagcommissie bij de locatie De Berg te Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de kosten voor de huur van een koelkast en televisie op een meerpersoonscel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt een aantal getuigen op te roepen die kunnen bevestigen dat de kosten voor de huur van een koelkast en een televisie niet worden doorberekend op een meerpersoonscel. Volgens klager heeft de beklagcommissie de informatie van de directeur
van de inrichting voor waar aangenomen. In klagers dossier zitten overzichten van de rekening-courant van klager waaruit blijkt dat op 2 mei 2008 een correctie van € 6,00 heeft plaatsgevonden van de huur van de koelkast. Dit betekent dat klager ten
onrechte wekelijks € 2,00 huur voor de koelkast heeft betaald. De weken daarna heeft de inrichting weer
€ 2,00 ingehouden voor de huur.

De unit-directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens zijn verblijf in de locatie De Berg van 25 februari 2008 tot 17 april 2008 in een eenpersoonscel verbleven. Klager wilde graag over een koelkast beschikken en heeft hiervoor € 2,00 huur per week betaald.
In de periode van 17 april 2008 tot 19 mei 2008 heeft klager op een meerpersoonscel verbleven. Een koelkast behoort tot de inventaris van een meerpersoonscel en hiervoor hoeft geen huur te worden betaald. Per abuis is toch huur afgeschreven voor de
koelkast en op 2 mei 2008 is er drie weken huur, € 6,00, gestort op klagers rekeningcourant onder vermelding van de omschrijving: ‘korr huur koelkast’. Vervolgens heeft de inrichting geconstateerd dat klager nog de huur van de weken, 9 mei en 19 mei
2008, terug moet krijgen. Inmiddels heeft de financiële administratie van de inrichting opdracht gekregen een bedrag van € 4,00 aan klager over te maken.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht en wijst klagers verzoek tot het horen van getuigen af.

Volgens de door klager ondertekende huurovereenkomst is hij er mee akkoord gegaan dat de huur van de televisie wekelijks bij vooruitbetaling wordt ingehouden en dat bij overplaatsing geen restitutie plaatsvindt. Daarmee ontvalt de grond aan het
beklagonderdeel dat klager naar zijn mening ten onrechte nog huur moest betalen voor de week die begon op 19 mei 2008, hoewel hij op die dag is overgeplaatst. Het beroep dient daarom op dit punt ongegrond te worden verklaard.

De unit-directeur heeft in haar reactie aangegeven dat bij een verblijf op een meerpersoonscel geen huur voor een koelkast hoeft te worden betaald. Klager heeft vijf weken op een meerpersoonscel verbleven en wekelijks € 2,00 huur betaald voor de
koelkast. Op 2 mei 2008 is op klagers rekening € 6,00 teruggestort.
Nu aan de financiële administratie van de inrichting opdracht is gegeven het resterende bedrag van € 4,00 aan klager over te maken, zal het beroep ook op dit onderdeel ongegrond worden verklaard.

De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van beide beklagonderdelen ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 9 maart 2009

secretaris voorzitter

Naar boven