Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 25/46176/JB, 10 juli 2025, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          25/46176/JB

Betreft [klager]

Datum 10 juli 2025

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager], geboren op [geboortedatum] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De toenmalig Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: verweerder) heeft op 29 november 2024 beslist klager over te plaatsen naar de Individuele Trajectafdeling (ITA) van de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) Teylingereind te Sassenheim.

Klagers raadsvrouw, mr. J.M. Buchel, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering om een beslissing op bezwaar te nemen.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de selectiefunctionaris, namens verweerder, gehoord op de zitting van 17 juni 2025 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het beroep is gericht tegen de (fictieve) weigering om een beslissing op bezwaar te nemen. De raadsvrouw heeft op 6 december 2024 bezwaar ingesteld tegen de beslissing van 29 november 2024 tot plaatsing van klager op de ITA. Blijkens overgelegde correspondentie bleef een reactie van de selectiefunctionaris lange tijd uit en bleven rappelmails onbeantwoord. Op 3 januari 2025 is aan klagers raadsvrouw bericht dat alles was ontvangen. Op 28 januari 2025 heeft de selectiefunctionaris laten weten te weigeren om het bezwaar in behandeling te nemen, omdat de raadsvrouw een onjuist e-mailadres zou hebben gebruikt. Dat is onjuist. In de mailcorrespondentie is duidelijk te zien dat het juiste e-mailadres is gebruikt. De raadsvrouw heeft ook geen automatisch verzonden ‘postmaster’ bericht gekregen dat aangeeft dat de mail niet kon worden afgeleverd.

De selectiefunctionaris weigert dus om (tijdig) een beslissing te nemen. Klager is daardoor geschonden in zijn belangen en zijn recht op een eerlijk proces. Voor klager is het niet zinvol om eerst nog de bezwaarfase te doorlopen. Er is direct een beslissing nodig, ook gezien klagers naderende einddatum. Klager is dus bereid om zijn schrijven te laten behandelen als beroep.

Klager heeft sterk het gevoel dat ‘de cirkel zich elke keer weer herhaalt’. In de eerste jaren van zijn detentie is bij hem onterecht een licht verstandelijke beperking (LVB) geconstateerd. Hij is daardoor onterecht zo behandeld en bejegend. In de aanvraag voor plaatsing op de ITA wordt echter opnieuw ‘LVB’ aangekruist. Dat bevreemdt. De onderzoekers van de observatieafdeling (ForCa) hebben geconcludeerd dat er voor klager wél perspectief is als hij medicatie voor zijn ADHD gebruikt. Er zijn zelfs handvatten en een tijdsplan gegeven over hoe klager moet worden behandeld en bejegend. Klager zette stappen op de ITA. Het lukte om in de samenwerking te komen en zelfs verlof te krijgen. De rechtbank vond het plan van de ForCa duidelijk en heeft klagers PIJ-maatregel dan ook niet verlengd. Het Openbaar Ministerie is echter in beroep gegaan. Klagers behandeling lag weer stil in de vakantieperiode en vanwege personeelstekort. Hij had dus geen perspectief en geen behandeling, waardoor de spanningen opliepen. Dit hadden de onderzoekers van de ForCa ook voorspeld. De enige reactie die volgt, is dat klager naar de ITA wordt gestuurd.

Op 22 mei 2025 heeft het gerechtshof uitspraak gedaan. In het kader van deze procedure hebben zowel de gedragswetenschapper als de reclassering aangegeven dat klager niet langer vast moet zitten. Er was voor hem een woonplek en ambulante behandeling geregeld. Het gerechtshof vond de overgang van de ITA naar voorwaardelijke beëindiging van de
PIJ-maatregel echter te groot en wil dat klager vrijkomt ‘met een zachte landing’. Zijn
PIJ-maatregel is met negen maanden verlengd. Dat was een enorme teleurstelling. Zijn einddatum is nu vastgesteld op 23 september 2025. Er resteren nog drie maanden. Voor het gerechtshof was de plaatsing op de ITA dus het heikele punt.

Klager verblijft op dit moment vanwege een correctieplaatsing op de ITA van de JJI Lelystad, waardoor hij 23 uur per dag op zijn kamer doorbrengt. Hij wil niet op een ITA worden geplaatst. Elke dag dat hij daar verblijft, gaat het slechter met hem. De ITA-commissie, die deskundig is, heeft niet voor niets negatief geadviseerd. Dat de plaatsing op de ITA toch wordt doorgezet, is voor klager demotiverend. Hij voelt zich niet begrepen, niet gehoord en niet geholpen. In tegenstelling tot wat de directeur zegt, is klager medicatietrouw. De medicatie helpt hem en brengt meer focus en structuur in zijn leven. Klager wil graag behandeld worden, maar er komt niets van de grond. Klagers PIJ-maatregel is de vorige twee keer met slechts zes maanden verlengd. Toen werd geen verlof opgestart. Het verlof werd pas in gang gezet, na het meest recente vonnis van de rechtbank. De inrichting heeft fouten gemaakt. Klager wordt telkens overgeplaatst en hij wordt niet behandeld.

Standpunt van verweerder

Verweerder dacht eerst dat de raadsvrouw het bezwaarschrift naar een verkeerd mailadres had verzonden. Op 8 april 2025 bleek uit navraag bij de ICT-afdeling van de Dienst Justitiële Inrichtingen dat de e-mailberichten van de raadsvrouw zonder bijlagen zijn ontvangen, maar dat de e-mailberichten met bijlagen door de dji.minjus.nl-servers zijn geweigerd omdat die berichten de maximale bestandsgrootte overschreden. De bounces die hierop volgden zijn geweigerd door de mailservers van het mailadres van de raadsvrouw omdat deze voor spam zijn aangezien. Dit blijkt uit de overgelegde correspondentie. Vanaf 10 december 2024 was bekend dat de raadsvrouw de intentie had om een bezwaarschrift in te dienen, maar het bezwaarschrift is nooit ontvangen. Er is daarom evenmin een beslissing op bezwaar genomen.

Het is niet aan verweerder te verwijten dat de berichten zonder bijlages, oftewel het bezwaarschrift, haar nooit hebben bereikt. Deze gang van zaken kan echter ook niet aan klager worden toegerekend. Nu al enige tijd is verstreken sinds de bestreden beslissing en klager belang heeft bij een spoedige behandeling van zijn grieven, wordt verzocht om de bezwaarprocedure over te slaan (prorogatie).

Indien de beroepscommissie en klager instemmen met rechtstreeks beroep, geldt ten aanzien van de beslissing tot klagers plaatsing op de ITA het volgende. Op grond van de stukken is het voldoende aannemelijk dat aan de wettelijke voorwaarden en de criteria voor plaatsing op een ITA is voldaan. Bij klager is blijkens het ForCa-rapport van 24 juni 2024 (onder andere) sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken. Gezien het grote aantal incidenten waarbij hij betrokken is geweest in de afgelopen detentieperiode, zowel richting groepsgenoten als medewerkers, is voldoende aannemelijk dat hij een groepsontwrichtende werking heeft. Klagers problematiek is moeilijk behandelbaar gebleken binnen het groepsklimaat op de verschillende afdelingen waar hij heeft verbleven binnen verschillende inrichtingen. Er is nauwelijks toegekomen aan behandeling van de kernproblematiek. Het behandelteam van de JJI Teylingereind vermoedt dat klager gebaat zal zijn bij een individueel behandelings- en bejegeningsklimaat. In de aanvraag wordt gesteld dat er op dit moment geen mogelijkheden lijken te zijn voor verdere behandeling in een regulier regime. De beschrijving van de problematiek, het persoonlijkheidsbeeld en het gedrag geven voldoende reden voor plaatsing op een ITA.

Tijdens klagers verblijf op de ITA maakte hij stappen. De individuele aanpak deed hem goed. Hij was ook bezig met verlof. De ITA is dus de juiste plek voor klager. Volgens de directeur van de JJI Teylingereind is ingezet op interventies, maar moet de beweging naar vrijheid intrinsiek zijn ingegeven. Klager moet dit laten zien door goed gedrag. Toch hebben zich twee geweldsincidenten voorgedaan. Op 29 mei 2025 heeft klager een mentor mishandeld. Daarom is hij tijdelijk in de JJI Lelystad geplaatst (tijdelijk verblijf elders (TVE)) en is deze plaatsing verlengd met twee weken. Het is niet de verwachting dat klager terugkeert naar de JJI Teylingereind, mede gelet op het geweldsincident en de naderende einddatum. Zodra hierover een beslissing is genomen, zal de behandeling worden gericht ‘naar buiten’. Het is overigens mogelijk om vanuit de ITA te resocialiseren.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in de JJI Teylingereind te Sassenheim op een reguliere afdeling. Op 29 november 2024 is hij overgeplaatst naar de ITA van de JJI Teylingereind, omdat – kort gezegd – de noodzakelijke begeleiding van klager niet op een reguliere afdeling kan worden geboden.

Fictieve weigering

Op grond van artikel 18, vierde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) stelt verweerder de indiener van het bezwaarschrift binnen zes weken schriftelijk op de hoogte van zijn met redenen omklede beslissing.

De raadsvrouw heeft namens klager een bezwaarschrift willen indienen, maar verweerder heeft het bezwaarschrift, vanwege een ongelukkige samenloop van omstandigheden, nooit ontvangen. Van een (fictieve) weigering om een beslissing te nemen, kan dan ook geen sprake zijn.

Prorogatie

Verweerder heeft de beroepscommissie verzocht om de bezwaarfase over te slaan en het schrijven van de raadsvrouw als (rechtstreeks) beroep te behandelen. Klager en zijn raadsvrouw hebben desgevraagd aangegeven hiermee te kunnen instemmen.

De beroepscommissie wijst het verzoek van verweerder toe, vanwege de ongelukkige samenloop van omstandigheden, het tijdsverloop dat daarmee gepaard ging, de aard van de bestreden beslissing en de naderende einddatum van klager op 23 september 2025. Onder deze specifieke omstandigheden, en nu duidelijk is waarover partijen van mening verschillen, is het eerst doorlopen van de bezwaarfase weinig zinvol en is klager gebaat bij een spoedige uitspraak.

Achtergrond en aanleiding

Uit het dossier volgt het verloop van klagers PIJ-maatregel op hoofdlijnen. Hij heeft inmiddels op veel afdelingen en in veel inrichtingen verbleven. Klager heeft in 2024 ook al eerder op een ITA verbleven, in het kader van een crisisplaatsing dan wel een ‘reguliere’ plaatsing. Op 23 juli 2024 heeft de rechtbank zijn PIJ-maatregel verlengd voor de duur van zes maanden, met als doel om verlof en een scholings- en trainingsprogramma op te starten zodat klager perspectief wordt geboden. De onderzoekers schatten in dat het recidiverisico bij structureel gebruik van ADHD-medicatie, en als klager voldoende perspectief wordt geboden, beduidend lager is. De rechtbank heeft verder overwogen dat een langer verblijf binnen de JJI dan strikt noodzakelijk niet in klagers belang is.

Op 21 oktober 2024 heeft de JJI Teylingereind een aanvraag gedaan voor plaatsing van klager op een ITA. De ‘adviescommissie ITA’ heeft op 4 november 2024 een negatief advies uitgebracht. De adviescommissie is niet overtuigd van de noodzaak voor plaatsing van klager op de ITA. Volgens de adviescommissie mist er informatie over de diagnostische conclusie vanuit het persoonlijkheidsbeeld en over het intelligentieonderzoek vanuit de plaatsing op de ForCa. De problematiek van klager is zichtbaar in zijn gedrag, maar de adviescommissie denkt dat de problematiek met een goede balans in de ADHD-medicatie afneemt. Dat kan ook plaatsvinden op een reguliere groep.

De directeur van de JJI Teylingereind heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid om op dit advies te reageren en stelt dat bij klager zich vele incidenten hebben voorgedaan, dat hij groepsontwrichtend gedrag laat zien, ook indien hij zijn voorgeschreven medicatie inneemt, en dat geen mogelijkheden worden gezien om hem op een reguliere afdeling in de JJI Teylingereind te plaatsen. Verweerder heeft klager bij beslissing van 29 november 2024 op de ITA van de JJI Teylingereind geplaatst (de bestreden beslissing). Op dit moment verblijft klager op de ITA van de JJI Lelystad vanwege een correctieplaatsing.

Nadat het Openbaar Ministerie hoger beroep had ingesteld, heeft het gerechtshof – zo heeft klager toegelicht – de PIJ-maatregel op 22 mei 2025 met negen maanden verlengd. Deze (langere) duur houdt verband met het feit dat klager op dit moment op een ITA verblijft en het gerechtshof de overgang naar voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel te groot acht. Volgens het gerechtshof is het aan de JJI en de reclassering om te zorgen voor een ‘zachte landing’, omdat dit in het belang is van een zo gunstige mogelijk ontwikkeling van klager.

De beslissing tot plaatsing op de ITA

Op grond van artikel 22c, tweede lid, van de Bjj kan een jeugdige op een ITA worden geplaatst indien:

  1. de jeugdige extra individuele begeleiding behoeft;
  2. de behoefte aan extra individuele begeleiding het gevolg is van een persoonlijkheidsstoornis; en
  3. de jeugdige ten gevolg van het gestelde onder a en b niet in een inrichting kan verblijven met een regime waar jeugdigen in groepen deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten.

De beroepscommissie stelt voorop dat de voorwaardelijke beëindiging van klagers
PIJ-maatregel dichterbij komt. Er resteren op dit moment nog zo’n drie maanden. In het kader van de verlenging van de PIJ-maatregel – zo volgt uit het bovenstaande – benadrukt het gerechtshof meerdere keren dat moet worden toegewerkt naar voorwaardelijke beëindiging, zodat aan klager perspectief wordt geboden. Dit laatste – wat leidt tot motivatie voor goed gedrag en een afname van incidenten – en medicatiegebruik voor zijn ADHD, zijn voor de onderzoekers van de ForCa in juni 2024 in het bijzonder redengevend geweest om te adviseren tot voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel. Er zijn in het onderzoek ook concrete en praktische begeleidingsadviezen geformuleerd.

De beroepscommissie is van oordeel dat de bovenstaande achtergrond in de bestreden beslissing onvoldoende naar voren komt. De problematiek van klager is complex en er hebben zich inderdaad veel (gewelds)incidenten voor gedaan. Uit de bovenstaande informatie komt evenwel naar voren dat een versneld en gefaseerd traject ‘naar buiten’ de bedoeling is. Dit dient daarom naar het oordeel van de beroepscommissie redelijkerwijs het uitgangspunt te zijn. Het is echter onvoldoende duidelijk welke betekenis de onderhavige ITA-plaatsing heeft voor het verdere verloop van klagers traject en hoe, ondanks klagers problematiek en gedrag, zicht wordt gehouden op het bieden van perspectief aan klager. Dit alles speelt inmiddels op dit moment nog een nadrukkelijkere rol, omdat slechts enkele maanden van de PIJ-maatregel resteren. Naar het oordeel van de beroepscommissie is daarnaast onvoldoende gemotiveerd waarom kan worden voorbijgegaan aan het genoemde negatieve advies van de adviescommissie – dat erop neerkomt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 22c, tweede lid, van de Bjj – en waarom zwaarder gewicht kan worden toegekend aan de aanvraag en (nadere) toelichting van de directeur van de JJI Teylingereind.

Conclusie

Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

 

Deze uitspraak is op 10 juli 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, voorzitter, mr. dr. B.J.M. Frederiks en dr. S.L. van Woerden, leden, bijgestaan door mr. M.G. Bikker, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven