Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2679/GA, 2 maart 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-03-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2679/GA

betreft: [klager] datum: 2 maart 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 oktober 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 februari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is klager gehoord
De directeur van de locatie Westlinge heeft per faxbericht laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verlenging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, wegens contrabande op cel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de verlenging van de afzonderingsmaatregel. De afzonderingsmaatregel (van vijf dagen) liep af op 13 mei om 15.00 uur. Klager kon na het luchten om 15.40 uur naar zijn eigen cel, maar in de computer stond dat de maatregel
acht
dagen duurde. Klager heeft één dag te lang in afzondering verbleven. De maatregel is pas om 16.00 uur verlengd. Het is niet mogelijk om een maatregel, die om 15.00 uur afloopt, om 16.00 uur te verlengen. Op 14 mei 2008 is klager overgeplaatst naar De
Grittenborgh.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
De afzonderingsmaatregel is met één dag verlengd om de veiligheid van klager te garanderen. De directeur heeft dit aan klager meegedeeld. Klager is de dag daarop overgeplaatst.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat aan klager een ordemaatregel is opgelegd van vijf dagen, welke maatregel met één dag is verlengd. Ingevolgde artikel 24, derde lid, van de Pbw kan een ordemaatregel worden verlengd, indien daartoe
de noodzaak bestaat. De beroepscommissie is van oordeel dat in het onderhavige geval onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat die noodzaak heeft bestaan. Gezien het vorenstaande dient de bestreden beslissing van de directeur, bij afweging van alle
omstandigheden, als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter in zoverre vernietigen. Nu de gevolgen van de verlenging van de ordemaatregel niet meer
ongedaan te maken zijn, zal de beroepscommissie aan klager een tegemoetkoming toe kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gedeeltelijk gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. C. Kelk en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 2 maart 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven