Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3183/GM, 27 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3183/GM

betreft: [klager] datum: 27 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het detentiecentrum Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 27 november 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het Ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 februari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door een tolk Engels, en het hoofd van de medische dienst [...] en het plaatsvervangend hoofd van de medische
dienst [...] van het detentiecentrum Alphen aan den Rijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 28 september 2008 houdt in dat klager geen adequate behandeling wordt gegeven voor pijnklachten aan de enkel c.q. de (voortdurende) weigering om klager opnieuw naar
de
orthopeed door te verwijzen.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Hem zijn orthopedische schoenen voorgeschreven, maar als hij daarmee loopt, ondervindt hij veel pijn in de enkel. Volgens de inrichtingsarts kan hij daar niets aan doen. Volgens de orthopedisch schoenmaker
van het Rijnlands Revalidatie Centrum zijn de voorgeschreven orthopedische schoenen niet goed. Nieuwe orthopedische schoenen moeten nog worden aangemeten en worden besteld. Hij is van mening dat hij weer doorverwezen dient te worden naar de orthopeed.
Pijnstillende medicatie alleen is niet voldoende.

Namens de inrichtingsarts is het volgende standpunt ingenomen. In 2000 is door een snijverwonding bij klager een peesruptuur aan de rechterenkel ontstaan die is behandeld door een medicijnman in Nigeria. De enkel is pijnlijk gebleven. Op 4 juni 2007 is
klager gevallen met voetbal en zijn de pijnklachten toegenomen. In een brief van 21 september 2007 van de orthopedisch chirurg van het AMC wordt een consult door een revalidatiearts geadviseerd in verband met een advies over orthopedisch schoeisel. Na
overleg met de plastisch chirurg werd het niet zinvol geacht om operatief herstel uit te voeren mede in verband met spieratrofie. De aanvraag voor orthopedisch schoeisel is afgewacht totdat klager was afgestraft. De machtiging is goedgekeurd en de
schoenen zijn aangemeten en besteld. Op 4 februari 2008 is klager overgeplaatst naar Esserheem en op 11 april 2008 is hij overgeplaatst naar het detentiecentrum Alphen aan den Rijn. Op 13 april 2008 is hem Ibuprofen 600 mg. voorgeschreven in verband
met
de pijn aan zijn voet. Op 15 april 2008 heeft klager medicatie geweigerd. Op 14 april 2008 heeft de medische dienst gebeld met de leverancier van de schoenen. Op 16 april 2008 zijn de schoenen geleverd. Op 16 mei 2008 is klager naar het
orthopediecentrum van het revalidatiecentrum gegaan om de schoenen beter passend te krijgen. Omdat hij pijn bleef houden, is hij regelmatig gezien door de verpleegkundigen en de arts. Op 23 mei 2008 is hem Amitryptilline voorgeschreven. Wekelijks wordt
bijgehouden of de pijn overgaat. Op 23 juni 2008 is klager gezien door de arts en is de dosering Amytriptilline verhoogd. Klager is zevenmaal behandeld door de fysiotherapeut. Hij heeft op 12 september 2008 behandeling door de fysiotherapeut geweigerd.
Klager is Naproxen en Omeprazol verstrekt. Op 27 augustus 2008 is het verzoek voor verwijzing naar de orthopeed afgewezen. Op 2 oktober 2008 is klager verwezen naar de fysiotherapeut in verband met rugklachten. Op 6 oktober 2008 is Amitryptilline op
verzoek van klager gestopt. Op 8 oktober 2008 heeft de inrichtingsarts klager in een gesprek van dertig minuten uitgelegd dat hij met zijn klachten zal moeten leren leven, omdat het trauma aan de pezen te oud is en toentertijd onvoldoende is behandeld.
Reconstructie van de pezen is niet mogelijk. Doorgegaan wordt met de verstrekking van medicatie. Schoeisel kan eventueel worden aangepast. Pijnstilling blijft noodzakelijk. Er is een nieuwe afspraak gemaakt met het revalidatiecentrum voor 12 november
2008. Een nieuw verzoek van klager op 9 december 2008 om de orthopeed opnieuw te bezoeken, is afgewezen. De inrichtingsartsen hebben meermalen uitgelegd dat dit volgens zijn orthopeed niet zinvol is en dat de orthopeed klager heeft doorverwezen naar de
revalidatiearts. Klager verwacht een genezende behandeling, maar dit is volgens zijn orthopeed niet mogelijk. Er zullen nieuwe orthopedische schoenen voor klager worden besteld en de revalidatiearts blijft kijken hoe klagers pijnklachten zo veel
mogelijk kunnen worden verlicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, waaronder klagers medisch dossier, en de behandeling ter zitting niet is gebleken dat klager geen adequate behandeling is geboden door de medische dienst c.q. de inrichtingsarts. De orthopeed, die een
genezende behandeling van klagers inmiddels oude letsel niet meer mogelijk acht, heeft klager doorverwezen naar de revalidatiearts en het advies gegeven om klager stevig schoeisel te en pijnstillende medicatie te verstrekken. Inmiddels heeft klager
opnieuw het revalidatiecentrum bezocht en zullen hem andere orthopedische schoenen worden aangemeten.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, drs. J.G.J. de Boer en drs. L.E.M. Kleipool, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven