Nummer 24/45312/GM
Betreft klager
Datum 8 juli 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
klager (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat de inrichtingsarts het recept van de strepsils voor zijn keel heeft stopgezet en dat hij geen vertrouwen meer in de betreffende inrichtingsarts heeft.
De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.
De beroepscommissie heeft klager en het hoofd zorg, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 1 mei 2025. Naar aanleiding van de zitting heeft de beroepscommissie een deel van het medisch dossier bij het hoofd zorg opgevraagd en de toegezonden informatie is gedeeld met klager. Van klager is op 23 en 26 juni 2025 een reactie ontvangen die naar de medische dienst is doorgestuurd.
Een van de leden van de beroepscommissie, drs. B.A. Geurts, huisarts, kon ter zitting niet aanwezig zijn, maar beslist wel mee op het beroep aan de hand van het dossier en wat ter zitting is besproken. De voorzitter heeft dit ter zitting medegedeeld.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Tijdens zijn verblijf in de PI Zuyderbos in 2023 is klager naar de KNO-arts in het Noordwest ziekenhuis in Alkmaar geweest en toen is een tumor in zijn keel/nek ontdekt. Omdat klager toen niet geopereerd zou worden, heeft de KNO-arts aan klager strepsils voorgeschreven ter voorkoming van bacteriën en/of virussen en ter verzachting van de pijn in zijn keel. Er was met de PI Zuyderbos afgesproken dat klager om de strepsils kon vragen indien nodig. Dat advies is opgevolgd, ook in de PI de Schie, tot hij in de PI Vught kwam. De inrichtingsarts in de PI Vught heeft klager vlak na binnenkomst in de PI gesproken op 23 oktober 2024 en besloten geen strepsils aan klager voor te schrijven. Sindsdien heeft klager veel pijn in zijn keel. Door de houding van deze inrichtingsarts heeft klager geen vertrouwen meer in deze arts. Klager wil niet naar het ziekenhuis onder leiding van deze arts. Toch wilden ze hem op 28 november 2024 naar het ziekenhuis sturen. Klager heeft niet tegen de inrichtingsarts gezegd dat de strepsils niet hielpen. Klager is na zijn overplaatsing naar de PI Nieuwegein alsnog naar het ziekenhuis gegaan.
Klager krijgt in de PI Zwolle de benodigde strepsils die hij in de PI Vught niet heeft gekregen. Hoe kan het dat ze in Vught zo onzorgvuldig met zijn medische gesteldheid zijn omgegaan?
Klager wil graag een tegemoetkoming hiervoor.
Standpunt van de inrichtingsarts
De inrichtingsarts heeft klager eenmalig gesproken op 23 oktober 2024, omdat hij nieuw op de afdeling was. De arts heeft hem rustig gesproken en geen enkele onvrede bemerkt. Hij uitte zijn ongerustheid over zijn vieze geur uit de keel en ze bespraken de zwelling in zijn hals. Klager was hiervoor in 2023 bij de KNO-arts geweest. Hij vertelde dat hij langdurig strepsils gebruikte en dat deze geen effect op zijn klachten hadden. De inrichtingsarts heeft hem geadviseerd toch weer de KNO-arts te consulteren. Klager accepteerde dit en de arts heeft de verwijzing geregeld. Omdat de strepsils niet werkten en voor de effectiviteit van dit middel geen medisch bewijs is, heeft de arts deze niet voorgeschreven. Tot zijn verbazing hoorde de arts enkele weken later van de psychiater over klagers onvrede. De arts heeft klager hiervoor opgeroepen om dit te bespreken op het spreekuur maar hij weigerde dit. Verder verbaasde het de arts dat klager niet naar de KNO-arts is gegaan.
3. De beoordeling
Op basis van het (medisch) dossier en het verhandelde ter zitting stelt de beroepscommissie vast dat de inrichtingsarts geen strepsils heeft voorgeschreven en begrijpt de beroepscommissie dat het contact met de inrichtingsarts voor klager niet naar tevredenheid is verlopen waardoor hij geen vertrouwen meer in deze arts had. Tijdens het kennismakingsgesprek heeft de inrichtingsarts met klager besproken dat het gebruik van strepsils medisch gezien niet zinvol was maar dat een doorverwijzing naar de KNO-arts wel aangewezen was. Uit het toegezonden medisch dossier blijkt dat klager begin 2023 naar de KNO-arts is geweest en dat toen een goedaardige tumor in zijn speekselklier is geconstateerd. Toentertijd is besproken dat klager contact zou opnemen indien hij geopereerd wilde worden.
Hoewel klager stelt dat hij sindsdien strepsils kreeg voor zijn keel, valt uit de conclusie van de brief van de KNO-arts, zoals in het medisch dossier bij 22 februari 2023 is weergegeven, niet op te maken dat deze naar aanleiding van het bezoek aan de KNO-arts in 2023 zijn geadviseerd en (voor een langere periode) zijn voorgeschreven. In het verslag van de klachtenbemiddeling is vermeld dat in Microhis een recept van strepsils is terug te vinden van juni 2024 in verband met keelklachten in de vorige inrichting. Medisch gezien is er geen reden om strepsils te gebruiken. De inrichtingsarts kan een zelfstandige afweging maken over het te volgen medicatiebeleid. Dat de inrichtingsarts heeft besloten om geen strepsils voor te schrijven en klager door te verwijzen naar de KNO-arts, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet als onzorgvuldig medisch handelen worden aanmerkt. De inrichtingsarts heeft dit nog nader willen bespreken met klager, maar klager stond daar niet voor open.
Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 8 juli 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. G.C. Bos, voorzitter, drs. M.I. van den Baar-Vroon en drs. B.A. Geurts, leden, bijgestaan door mr. J. Sarkisjan, secretaris.
secretaris voorzitter