Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3211/GB, 27 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3211/GB

Betreft: [klager] datum: 27 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 december 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet over te plaatsen naar een inrichting met regimaire vrijheden, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 23 september 2003 gedetineerd. Hij verbleef (onder meer) in de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel. Op 12 oktober 2006 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Namens klager is allereerst verzocht om klager in de gelegenheid te stellen het beroep mondeling toe te lichten. Voorts is het volgende naar voren gebracht.
De selectiefunctionaris heeft zijn afwijzende beslissing gebaseerd op adviezen van de inrichting en de reclassering. Daarbij moet gezegd worden dat het negatieve advies van de inrichting gebaseerd is op het negatieve advies van de reclassering.
Kennelijk worden klagers positieve gedrag in de inrichting en het positieve advies van de politie niet meegewogen. Ten aanzien van het advies van de reclassering geldt dat dit niet strookt met de werkelijkheid. De rapporteur heeft een aantal
verklaringen van klagers tante verdraaid en/of onjuist weergegeven. Zo heeft klager zijn tante nooit verzocht om producten naar de inrichtingen te brengen. Dat kan niet omdat algemeen bekend is dat etenswaar niet mag worden ingevoerd. Ook heeft de
rapporteur in strijd met de waarheid aan klagers tante medegedeeld dat klager tijdens de volledige periode bij haar zou verblijven, hetgeen niet juist is. Klager zou alleen tijdens de weekeinden bij haar komen in de tijd dat hij in een zeer beperkt
beveiligde inrichting (z.b.b.i.) verblijft. Klager behoeft zich daarom ook niet op het adres van zijn tante in te schrijven, hetgeen wel aan zijn tante is meegedeeld. Klagers tante heeft nimmer gesproken over eventuele wraakacties van de zijde van de
familie. Dat daarvan geen sprake is kan onder meer blijken uit de mededeling van het Gedetineerden recherche-informatiepunt. Anders dan in het reclasseringsrapport staat vermeld, is klager niet veroordeeld voor moord maar voor doodslag. Klager krijgt
momenteel met regelmaat bezoek van andere familieleden en vrienden. De selectiefunctionaris is te kort door de bocht gegaan bij het nemen van zijn beslissing. Ook zijn de rapportages niet aan klager kenbaar gemaakt en is hij dus niet in de gelegenheid
geweest een en ander te toetsen. Klager komt sinds juni 2008 in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. Tijdens zijn z.b.b.i.-plaatsing zou klager op zoek gaan naar zelfstandige woonruimte, waar hij tijdens het penitentiair programma (p.p.) zou
verblijven. Er zou een nieuw verzoek kunnen worden ingediend (volgens de selectiefunctionaris), zodra andere woonruimte zou zijn gevonden. Klager vindt het vreemd dat hem in het kader van deze procedure niet de mogelijkheid van een b.b.i-plaatsing is
aangeboden. Daarmee voorkomt de selectiefunctionaris de kansen voor klager op een resocialisatie. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tot twee maal toe een negatief advies gegeven ten aanzien van aan klager te verlenen vrijheden. Daarbij werden als
gronden aangevoerd de ernst van het gepleegde delict, het stadium van de detentie, en de mogelijke maatschappelijke onrust bij het verlenen van (regimaire) vrijheden. Daarnaast zou klagers tante, waar zijn verlofadres is, aangegeven hebben dat er een
kans bestaat op eerwraak.
Klager voldoet aan de voorwaarden voor plaatsing in een z.b.b.i. Klagers tante woont in een andere gemeente dan de familie van het slachtoffer en er is geen contact met deze familieleden. Blijkens een aan de raadsman afgelegde schriftelijke verklaring
zitten er in het reclasseringsrapport veel onjuistheden. Zo heeft zij nooit vervelende vragen gesteld gekregen door klager en zij heeft vertrouwen in klager. Wraakacties zijn niet aannemelijk maar klager heeft aangegeven niet in de buurt van de familie
van het slachtoffer te willen komen. Het negatieve advies van het OM heeft slechts een beperkte houdbaarheid, eens komt immers het moment dat klager zal terugkeren in de samenleving. Klager wil zich tijdens en na zijn z.b.b.i.-verblijf richten op zijn
toekomst. Zo is hij op zoek naar een woning in Lelystad en is hij bezig met een opleiding tot (huis)schilder. Klager beschikt inmiddels wel over een door de politie goedgekeurd verlofadres en klager heeft inmiddels verlof genoten van 31 december 2008
tot en met 2 januari 2009. Klager wil graag alsnog naar een z.b.b.i. en aansluitend deelnemen aan een p.p. met elektronisch toezicht. Mocht dit door het tijdsverloop niet mogelijk zijn, wil hij daarvoor een tegemoetkoming ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is door de directeur van de gevangenis aangeboden voor selectie. Daarbij is negatief geadviseerd ten aanzien van een overplaatsing naar een inrichting met regimair verlof. Ook het OM en de reclassering adviseren negatief ten aanzien van een
dergelijke overplaatsing. De selectiefunctionaris heeft die adviezen overgenomen en beslist klager niet over te plaatsen. Klager stelt zich op het standpunt dat de selectiefunctionaris de inhoud van die adviezen had moeten toetsen. Een dergelijke
toetsing geschiedt evenwel doordat de directeur en de reclassering de desbetreffende gedetineerde op de hoogte brengen van de betreffende rapporten. Indien klager van mening is dat de inhoud van die rapportages onjuist is, dient hij zich daarvoor te
wenden tot (enerzijds) de beklagcommissie en (anderzijds) tot de klachtencommissie reclassering. De selectiefunctionaris is van mening dat hij een zorgvuldige beslissing heeft genomen die niet onredelijk en/of onbillijk moet worden geacht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft klager niet geselecteerd voor plaatsing in een inrichting met regimaire vrijheden. Het bezwaar tegen die beslissing is afgewezen omdat de directeur van de gevangenis Lelystad, het OM en de reclassering negatief
hebben geadviseerd ten aanzien van een dergelijke overplaatsing. De selectiefunctionaris heeft die adviezen overgenomen en aangegeven dat klager niet in aanmerking komt voor detentiefasering enerzijds omdat er vanuit wordt gegaan dat het door klager
opgegeven verlofadres niet aan de eisen voldoet en anderzijds gelet op de ernst van het door klager gepleegde delict en de bestaande vrees dat er ten opzichte van klager represailles zullen worden genomen op het moment dat hij buiten de inrichting
verblijft.
Klager heeft in het bezwaarschrift zijn bezwaren tegen die adviezen heel summier naar voren gebracht. In beroep heeft hij die bezwaren nader feitelijk onderbouwd. De selectiefunctionaris heeft bij gelegenheid van de behandeling van het beroepschrift
naar voren gebracht dat hij de adviezen van de reclassering en de directeur heeft gevolgd en dat tegen de inhoud daarvan in het kader van bezwaar en beroep tegen de selectiebeslissing niet kan worden geklaagd. Weliswaar is de opvatting van de
selectiefunctionaris over het klagen over de inhoud van de rapportages onjuist, maar gelet op de zeer summiere onderbouwing door klager van zijn bezwaarschrift, heeft de selectiefunctionaris gelet op de inhoud van de uitgebrachte adviezen ten tijde van
zijn beslissing bij afweging van alle belangen en omstandigheden in redelijkheid tot zijn beslissing kunnen komen, zodat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Klager lijkt thans te beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. Daarom gaat de
beroepscommissie ervan uit dat klager ontvangen kan worden in een nieuw verzoek naar aanleiding waarvan de belangen en omstandigheden van het geval opnieuw zullen worden gewogen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 februari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven