Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2649/TA, 26 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2649/TA

betreft: [klager] datum: 26 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 15 oktober 2008 van de beklagrechter bij het FPC Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 december 2008, gehouden in de locatie Zwolle, is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], psychiater.
Klaagster heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de wijze van vervoer van klaagster naar Amsterdam op 8 mei 2008.

De beklagrechter heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klaagster heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagster was ruim op de tijd met het indienen van haar beklag. Zij kan zelf haar post niet verzenden en de sociotherapie verzendt haar klachtbrieven. Klaagster vermoedt dat het klaagschrift te lang op het kantoor van afdeling IV heeft gelegen. Al meer
dan drie jaar is klaagster gehandicapt en de inrichting en afdeling IV zijn daarvan op de hoogte. Klaagster vraagt altijd na of er speciaal vervoer voor haar is geregeld en dat wordt dan bevestigd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klaagster verblijft op het buitenterrein en daar is geen brievenbus. Niet is na te gaan wanneer klaagster haar klaagschrift heeft afgegeven, aangezien persoonlijke brieven van een verpleegde door de sociotherapie niet worden geregistreerd. De
verpleegde
blijft echter zelf verantwoordelijk voor het tijdig verzenden van zijn post. Klaagster had het klaagschrift ook zelf op de bus kunnen doen. Zij had ook bij de sociotherapie kunnen aangeven dat deze brief haast had.
Klaagster verplaatst zich met een scootmobiel. Haar medische klachten zijn bekend in de inrichting.
Vervoer naar de rechtbank of een zitting van de beroepscommissie wordt niet door de inrichting zelf geregeld. In de onderhavige kwestie is er volgens de inrichting over klaagsters vervoer overleg geweest tussen de raadsman en de rechtbank. Klaagster
heeft geen speciaal vervoer nodig.

3. De beoordeling
Klaagster is slecht ter been en zij verblijft op het buitenterrein, waar geen brievenbus is. Klaagster heeft haar klacht ingeleverd op het kantoor van het personeel van haar afdeling. De beroepscommissie is van oordeel dat nu niet kan worden nagegaan
wanneer klaagster haar klachtbrief bij de sociotherapie ter verzending heeft aangeboden het ervoor moet worden gehouden dat de klachtbrief in de inrichting is blijven liggen. De termijnoverschrijding is derhalve verschoonbaar.

Volgens klaagster had zij naar de zitting van 8 mei 2008 van de beroepscommissie in de p.i. Amsterdam met een auto van Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) vervoerd moeten worden en niet in een gewone bus.

Uit het dossier blijkt dat de voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming DV&O schriftelijk, middels een transportorder heeft gevraagd om op 8 mei 2008 klaagster van de inrichting te vervoeren naar de
p.i. Amsterdam om te verschijnen voor een zitting van de beroepscommissie. Het secretariaat van de Raad neemt voorafgaande aan een zitting van de beroepscommissie contact op met de betreffende inrichting om na te gaan of er speciale maatregelen bij
transport nodig zijn. Op de betreffende transportorder is vermeld: ‘ja, te weten: mevr. [...] heeft rugklachten; svp comfortabel vervoer eventueel contacten: [...] van Oldenkotte (-)’
De beroepscommissie is van oordeel dat aangezien de opdracht tot transport door de Raad rechtstreeks aan DV&O is gegeven er geen sprake is van een beklagwaardige beslissing door of namens het hoofd van de inrichting. Klaagster kan derhalve niet worden
ontvangen in haar beklag.

De beroepscommissie merkt op dat klaagster altijd over de wijze van vervoer de wagencommandant van DV&O als eindverantwoordelijke kan aanspreken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 26 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven