Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3125/GB, 26 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:26-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3125/GB

Betreft: [klager] datum: 26 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.S. Moenilralam, op 2 februari 2009 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar Paviljoen IV-A Demersluis te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 24 mei 2008 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Zoetermeer. Op 19 november 2008 is hij overgeplaatst naar Paviljoen IV-A Demersluis, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de gevangenis De Schie heeft klager meegedeeld dat hij niet naar de locatie Zoetermeer overgeplaatst wilde worden vanwege eerdere problemen in die inrichting.
In 2003 had klager zijn arm gebroken in de locatie Zoetermeer. Tegen het personeel in Zoetermeer heeft hij toen aangifte gedaan. Bij binnenkomst in de locatie Zoetermeer in november 2008 werd geen arm om klager heen geslagen, maar de piw-er drukte twee
vingers in klagers schouder. Dit was erg pijnlijk. Klager meent dat dit een vergelding is voor de aangifte van 2003. In de locatie Zoetermeer heeft klager een gesprek gehad met [A]. Klager heeft zich rustig gedragen en gezegd dat hij niet over het
akkefietje van 2003 wilde praten. Klager is constant op cel gebleven. [B] en [A] hebben tegen klager gezegd dat ze zijn nek zullen breken in plaats van zijn arm. Vervolgens is klager in de afzonderingscel geplaatst. De inhoud van de rapportages klopt
niet. Klager heeft geen doodsbedreigingen geuit en hij kan niet tegen de celdeur schoppen vanwege een liesbreukoperatie. In Amsterdam (Paviljoen IV-A) gaat het redelijk. Klager heeft een agressieregulatie-training gevolgd. Hij heeft nog geen rapporten
gehad.
De wijze en gronden waarop de overplaatsing is geschied, vormen het probleem. In Zoetermeer is het helemaal misgegaan. Bij binnenkomst kreeg klager twee weken straf. Eén personeelslid tegen wie klager aangifte had gedaan, werkt nog in Zoetermeer. Toen
klager naar Amsterdam werd overgeplaatst stonden veel piw-ers klaar om hem op te vangen. Klager staat bekend als agressief. Hij wordt telkens overgeplaatst naar een steeds strenger regime. Klager ervaart nu spanningen bij twee bewakers. Hij voelt zich
niet prettig. Klager kan zes maanden in Amsterdam blijven, maar de directeur wil klager overplaatsen naar Vught. Voorts wordt inhoudelijk verwezen naar het beroepschrift.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is vanuit Tilburg overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer omdat klager het personeel in Tilburg heeft bedreigd, onder andere met de dood. Namens de directie van de locatie Zoetermeer is vervolgens verzocht om klager over te plaatsen naar een
ander regime vanwege zijn uitingen van agressie jegens personeelsleden aldaar. Klager is toen geselecteerd voor een beperkt gemeenschapsgeschikten-regime (b.g.g.). In het b.g.g.-regime in Vught is klager niet welkom. Dit eveneens vanwege personele
perikelen. Uiteindelijk is klager geselecteerd voor het b.g.g.-regime in de locatie Zoetermeer. Klager begon bij aankomst in de locatie Zoetermeer direct met het dreigen met geweld en met de dood. De agressie ging gepaard met dreigementen en
vrouwonvriendelijke opmerkingen. De directie heeft klager daarom ter herselectie aangeboden voor een l.a.b.g.-regime. Op grond van de rapportage is klager uiteindelijk geplaatst in Paviljoen IV-A Demersluis.

4. De beoordeling
4.1. Paviljoen IV-A Demersluis is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In
het individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een
regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven.
In de stukken bevindt zich het selectieadvies d.d. 18 november 2008. Gezien de inhoud daarvan is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid heeft kunnen
aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve kan de beslissing om klager te plaatsen in een inrichting met een individueel regime niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie beslist dan ook als volgt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 26 februari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven