Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2394/TB, 25 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2394/TB

betreft: [klager] datum: 25 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. R. Polderman namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 18 september 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2009, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens de Staatssecretaris [...] en [...],
behandelcoördinator verbonden aan het forensisch psychiatrisch centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: Dr. S. van Mesdag).

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting, bij voorkeur in de provincie Noord-Brabant, afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers tbs is op 10 april 2002 aangevangen. Vervolgens is klager op 22 april 2002 geplaatst in de
Oostvaarderskliniek, locatie Amsterdam. Op 9 februari 2005 is klager overgeplaatst naar de Dr. S. van Mesdag. Op 21 mei 2008 heeft klager verzocht om hem over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. Op 21 mei 2008 is door de Dr. S. van Mesdag aan
de
Staatssecretaris verzocht om hem in een longstayvoorziening te plaatsen. De Staatssecretaris heeft, nu door de landelijke adviescommissie plaatsing (LAP) nog geen advies is uitgebracht, op laatstgenoemd verzoek nog niet beslist. Bij beslissing van18
september 2008 heeft de Staatssecretaris klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere tbs-inrichting afgewezen.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met de afwijzing van zijn overplaatsingsverzoek. Het verzoek is gedaan op 21 mei 2008 en de beslissing van de Staatssecretaris heeft lang op zich laten wachten. In klagers behandeling zijn de verkeerde accenten gelegd.
Verwezen wordt naar de rapportages van de psycholoog [...] en de psychiater [...], waarin wordt aangegeven dat de behandelfocus te zeer op seksuele delicten is gericht en niet op klagers narcistische en gewelddadige pathologie. De discussie over
seksuele delicten staat klagers behandeling in de weg. Door het herhalen van die discussie wordt geen stap in de goede richting gezet. Klager voelt zich in zijn verzoek tot overplaatsing gesteund door de rapportages van [psycholoog] en [psychiater] en
wil heel graag overgeplaatst worden naar een andere tbs-inrichting. De rapportages die worden uitgebracht in verband met de longstayaanvraag zijn nog niet gereed. Vraag is of het praktisch is om die rapportages af te wachten. Klager meent dat zijn
depressies, stress en hospitalisatie beter kunnen worden opgelost in een tbs-inrichting in Noord-Brabant. Hij wil voor deze problemen wel behandeld worden. Hij is drie jaar geleden voor het laatst met verlof geweest. Zijn familie heeft hem in de Dr. S.
van Mesdag eenmaal bezocht. Uit de wettelijke aantekeningen volgt dat de inrichting bezig zou zijn om verlof aan te vragen voor klager. Er gebeurt echter niets.
Een longstayplaatsing is voor klager niet acceptabel net zo min als behandeling voor ziektes die niet aanwezig zijn. Als hij zou moeten kiezen tussen plaatsing in een kliniek, waar hij het beste behandeld kan worden, of plaatsing dichtbij zijn familie
dan kiest hij voor de beste behandeling, maar zijn problemen kunnen ook forensisch behandeld worden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt door [...] toegelicht.
Het standpunt in de reactie op het beroep inhoudende dat klager niet-ontvankelijk zou zijn in het beroep wordt verlaten.
Gezien de aanvraag van de Dr. S. van Mesdag voor een longstaystatus is een overplaatsing naar een andere tbs-inrichting thans niet geïndiceerd. De rapportages van de onafhankelijke deskundigen worden in februari/maart 2009 verwacht. Verwacht wordt dat
de LAP in april 2009 advies zal uitbrengen. Akkoord wordt gegaan met het eventueel afwachten van het LAP-advies en een schriftelijke afhandeling van het beroep. De beslissing van de Staatssecretaris zal vrij snel op het LAP-advies volgen en zal geen
zes
maanden duren. [Vertegenwoordiger staatssecretaris] zal ‘vinger aan de pols houden’.

[Behandelcoördinator] heeft aangegeven dat weliswaar in de rapportages van psycholoog [...] en de psychiater [...] wordt gesteld dat in de behandeling meer gefocust dient te worden op klagers persoonlijkheidsproblematiek, maar die aandacht voor zijn
persoonlijkheids-problematiek is er vanaf het begin van zijn behandeling al geweest. Door de sociotherapie wordt gewerkt met een positiviteitskalender, waarbij stilgestaan wordt bij dingen die goed zijn gegaan. Het narcistisch perspectief is in de
behandeling altijd al een belangrijk punt van aandacht geweest. Klagers seksuele problematiek wordt vaak door hem zelf ingebracht tijdens een gesprek.

4. De beoordeling
Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie, onder meer 00/657/TB van 20 november 2000, volgt dat een afwijzing van het verzoek om overplaatsing van een ter beschikking gestelde een voor beroep vatbare beslissing betreft. Daarbij dient de
Staatssecretaris een verzoek van een ter beschikking gestelde tot overplaatsing in behandeling te nemen en dient de inrichting van verblijf om inlichtingen te vragen voordat zij op het overplaatsingsverzoek een beslissing neemt.

Uit de reactie van de Staatssecretaris volgt dat in het kader van de aanvraag van de Dr. S. van Mesdag om klager in een longstayvoorziening te plaatsen rapportages door onafhankelijke deskundigen zullen worden uitgebracht in februari/maart 2009. Het
advies van de LAP valt in april 2009 te verwachten. Door de vertegenwoordiger van de Staatssecretaris is toegezegd dat zij ‘de vinger aan de pols zal houden’ en dat na uitbrenging van het LAP-advies vrij snel de beslissing van de Staatssecretaris zal
volgen. De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, er thans geen reden is om klager over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting en dat het wenselijk is dat de rapportages van de onafhankelijk deskundigen en de LAP en de
beslissing van de Staatssecretaris voor wat betreft een eventuele longstayplaatsing dienen te worden afgewacht, alvorens klager over te plaatsen naar een andere tbs-inrichting. Daarbij komt dat bij een eventuele beslissing tot plaatsing in een
longstayvoorziening een nieuw rechtsmiddel voor klager zal openstaan. Derhalve kan in dit stadium van de aanvraag tot longstayplaatsing de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere tbs-(behandel)inrichting, bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof.dr. F.A.M. Kortmann en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven