Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2858/TA, 25 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:25-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2858/TA

betreft: [klager] datum: 25 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.P. Holthuis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 september 2009 van de beklagcommissie bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Rooyse Wissel te Venray, hierna te noemen de inrichting of De Rooyse Wissel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Holthuis, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting drs.
A.G.
Miedema, hoofd behandeling bij De Rooyse Wissel.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de totale duur van klagers afzondering, die is ingegaan op 19 februari 2007 en nog steeds voortduurt.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beklag gedateerd 14 november 2007 betreft de afzonderingsperiode die is ingegaan op 8 november 2007. Ten aanzien van de periode die is
gelegen vóór 8 november 2007 heeft klager geen beklag ingediend. Tegen de uitspraak van de beklagcommissie van 21 december 2007, waarin de afzonderingsmaatregel die is ingegaan op 8 november 2007 is beoordeeld en het beklag ongegrond is verklaard, is
geen beroep ingesteld. De beklagcommissie heeft voor wat betreft de totale duur van de afzondering de behandeling aangehouden en bij beslissing van 26 september 2008, waartegen het onderhavige beroep is ingediend, het beklag ongegrond verklaard. Het is
juist dat in de periode gelegen na 8 november 2007 geen beklag tegen het voortduren van de afzondering is ingediend. In beroep dient te worden uitgegaan van ontvankelijkheid van het beklag nu de beklagcommissie daarvan is uitgegaan.

De aanvankelijk niet bij de stukken gevoegde aanvragen tot verlenging van de maatregel en machtigingen van de Staatssecretaris zijn inmiddels toch door de inrichting overgelegd met uitzondering van die van oktober 2008. De beslissingen tot verlenging
van de maatregel zijn niet bij de stukken gevoegd. Klager stelt dat hij ook niet telkens is gehoord. Dit leidt tot formele gegrondheid van het beklag.
Klager wil niet meer afgezonderd worden. Hij heeft heel bijzondere individuele begeleiding nodig. De bedoeling is dat hij op de longstayafdeling van Veldzicht wordt geplaatst. In afwachting van plaatsing in Veldzicht verblijft hij nog steeds in
afzondering. Hij heeft per dag minder dan vier uur contact met medeverpleegden. Wel heeft hij meerdere afzonderingscellen tot zijn beschikking. Niet duidelijk is of hij niet op een andere afdeling in De Rooyse Wissel geplaatst had kunnen worden.
Klager begrijpt niet welke incidenten geleid hebben tot zijn plaatsing in afzondering en de verlenging daarvan. Hij zal dit nog bespreken met zijn begeleiders in de inrichting.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De stelling van de raadsman in punt 9 van het beroepschrift inhoudende dat de inrichting haar administratie niet op orde zou
hebben, is niet juist gebleken. Het is wel eens misgegaan maar in 95% van de gevallen is gebleken dat de aanvraag is gedaan om de afzonderingsmaatregel te verlengen en dat de machtiging tot verlenging is verstrekt. Voor de keren dat het niet goed is
gegaan, heeft klager een tegemoetkoming ontvangen.
Klager heeft intensieve begeleiding nodig. Hij is eerst op de intensivecareafdeling van de Pompestichting geplaatst, maar kon daar niet verder en is vervolgens overgeplaatst naar Hoeve Boschoord, waar hij enige tijd op een reguliere verblijfsafdeling
heeft verbleven totdat er een ernstig incident heeft plaatsgevonden. Hij is vervolgens op een structuurafdeling geplaatst en daarna overgeplaatst naar De Rooyse Wissel, waar hem een soortgelijk regime als in Hoeve Boschoord is geboden met bijna geen
contact met medeverpleegden. In De Rooyse Wissel is gedurende een jaar getracht om afzondering te voorkomen, maar klager was niet hanteerbaar op zijn eigen kamer. Hij veroorzaakte te veel overlast en maakte veel kabaal. Er was sprake van incidenten
en/of bedreigingen. Hij moest fysiek onder controle worden gehouden. Voor klagers verpleging heeft de intensivecareafdeling samengewerkt met de afdeling voor verstandelijk gehandicapten. Er zijn wel pogingen gedaan om hem contact te laten hebben met
medeverpleegden. Met kerst heeft hij aan een onderdeel van het kerstprogramma deelgenomen. Er worden hem zes blokken per week aangeboden, waarin getracht wordt om hem contact te laten hebben met medeverpleegden. Medicamenteus is de taks bereikt en valt
er geen vooruitgang meer te verwachten.
Er is een longstayaanvraag ingediend. Onafhankelijke deskundigen en de LAP hebben inmiddels geadviseerd om klager in een longstayvoorziening te plaatsen. Tevens is een aanvraag gedaan voor een EVBG-status. De beslissing van de Staatssecretaris wordt
afgewacht. Klager hoort thuis in een longstayvoorziening, waar rekening wordt gehouden met zijn cognitieve beperkingen. Veldzicht komt het meest in aanmerking.

3. De beoordeling
Klager verblijft sinds 19 februari 2007 in afzondering. Door klagers raadsman is alleen een klaagschrift gedateerd 14 november 2007 ingediend gericht tegen de beslissing van het hoofd van de inrichting van 8 november 2007 om klager af te zonderen in de
eigen verblijfsruimte.
De beklagcommissie heeft bij uitspraak van 21 december 2007 het beklag ongegrond verklaard. Door of namens klager is geen beroep ingediend tegen deze uitspraak. De beklagcommissie heeft in de uitspraak van 21 december 2007 voor wat betreft de totale
duur van klagers afzondering de behandeling van de zaak aangehouden en daar bij de thans in beroep aan de orde zijnde uitspraak van 26 september 2008 op beslist en het beklag ongegrond verklaard.
De beroepscommissie is van oordeel dat nu er alleen beklag is ingediend tegen de beslissing van 8 november 2007 en er geen beklag is ingediend tegen daarvoor en daarna genomen beslissingen tot oplegging c.q. verlenging van de afzonderings-maatregel, de
rechtsgrond heeft ontbroken om klager ten aanzien van die afzonderingsperiodes, ter zake waarvan geen beklag als bedoeld in artikel 58 Bvt is ingediend, in beklag te ontvangen. Voor wat betreft de beslissing van 8 november 2008 heeft de beklagcommissie
al op 21 december 2007 beslist en is, nu tegen deze uitspraak geen beroep is ingediend, die uitspraak onherroepelijk.
De beroepscommissie zal, gelet op het bovenstaande, de uitspraak van 26 september 2008 van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat indien zij klager wel in (een) beklag had kunnen ontvangen dit niet tot materiële gegrondverklaring had kunnen leiden, nu uit de stukken en de toelichting namens het hoofd van de inrichting kan worden
opgemaakt dat voldoende inspanningen zijn verricht om telkens tot uitbreiding van klagers bewegingsvrijheid te komen, maar dat deze uitbreiding moeilijk kon worden gerealiseerd in verband met oplopende spanningen bij confrontatie met prikkels.
Overigens
is wel gebleken dat een enkele keer niet is voldaan de aan hoor- en/of mededelingsplicht, hetgeen bij ontvankelijkheid tot formele gegrondverklaring zou hebben dienen te leiden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, prof.dr. F.A.M. Kortmann en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven