Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/45529/GA, 12 augustus 2025, beroep
Uitspraakdatum:12-08-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer           24/45529/GA

Betreft              [klager]

Datum              12 augustus 2025

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege een positieve urinecontrole, ingaande op 25 oktober 2023.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Grave heeft op 24 december 2024 het beklag ongegrond verklaard (GO 2023-697). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. T.J.N. Hameleers, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Grave, gehoord op de zitting van 23 mei 2025 in de PI Vught. Mr. R. Kokee, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het beklag van klager is op 3 november 2023 ontvangen door de administratie van de Commissie van Toezicht van de PI Grave. De uitspraak van de beklagrechter dateert van 24 december 2024. Het heeft dus ruim een jaar geduurd voordat de beklagrechter uitspraak heeft gedaan. Derhalve dient geconcludeerd te worden dat er sprake is van een buitensporige termijnoverschrijding met als gevolg een schending van artikel 67, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Voorts stelt klager dat niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling). Uit de stukken blijkt namelijk niet dat voorafgaand aan de urinecontrole de reden voor de controle aan klager is medegedeeld. Evenmin is de procedure aan klager uitgelegd. Daarnaast is niet voldaan aan het bepaalde in artikel 5, tweede lid, in verbinding met artikel 6, eerste lid, van de Regeling. Klager is niet op de hoogte gebracht van de mogelijkheid tot het doen van een herhalingsonderzoek. Hij heeft geen schriftelijke mededeling hieromtrent ontvangen en verslaglegging met betrekking tot een mondelinge mededeling ontbreekt.

Tot slot voert klager aan dat de positieve urinecontrole het gevolg is van verkeerd verstrekte medicatie. Op de verpakking stond namelijk een andere naam dan die van klager. Ter onderbouwing heeft klager verzocht om inzicht te verkrijgen in zijn medicatielijst, maar hieraan is geen gehoor gegeven. Klager heeft – zo blijkt uit zijn klaagschrift – wel degelijk expliciet toestemming gegeven voor inzage in zijn medisch dossier.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

Het ‘Formulier Aanvraag Urinecontrole’ dat zich bij de stukken bevindt, betreft een niet-ondertekende uitdraai uit het systeem. Dit betreft niet het formulier dat daadwerkelijk is gebruikt. Het ondertekende formulier is niet meer beschikbaar. Overigens wordt in beroep pas aangevoerd dat er sprake zou zijn van één of meerdere vormverzuimen. Dit is door klager niet eerder aangevoerd. Het betrof een reguliere urinecontrole die eens in de zes weken wordt afgenomen in het kader van het multidisciplinair overleg en dit is ook als zodanig aan klager medegedeeld. Met betrekking tot het voorschrift omtrent het herhalingsonderzoek wordt het volgende opgemerkt. Indien het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen wordt geconstateerd, wordt de gedetineerde gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. De gedetineerde heeft hierna 24 uur de tijd om een schriftelijk verzoek in te dienen. Uit de schriftelijke mededeling van de aan klager opgelegde disciplinaire straf volgt dat klager bedenktijd heeft gekregen, maar geen verzoek tot een herhalingsonderzoek heeft gedaan. Zowel de reden van de urinecontrole als het recht op een herhalingsonderzoek zijn aan klager medegedeeld, omdat dit de standaard werkwijze betreft. De procedure rondom de urinecontrole was klager bekend, ook gelet op de omstandigheid dat het niet zijn eerste detentie betrof. De procedure rondom de urinecontrole staat ook in de huisregels omschreven.

Voor wat betreft de stelling van klager dat de positieve urinecontrole het gevolg is geweest van verkeerd verstrekte medicatie wordt opgemerkt dat dat klagers eigen verantwoordelijkheid betreft. Klager heeft hieromtrent ook wisselend verklaard.

 

3. De beoordeling

Klager heeft in beroep geklaagd over de termijn waarbinnen de beklagrechter uitspraak heeft gedaan. Daarover merkt de beroepscommissie op dat het wenselijk is dat voortvarend op een beklag wordt beslist en dat de wettelijke termijn hiervoor in beginsel vier weken is, maar dat de wet er geen gevolgen aan verbindt als dat niet tijdig gebeurt.

Klager heeft zowel in beklag als in beroep aangevoerd dat er sprake is van een tweetal vormverzuimen.

Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Regeling wordt, alvorens de urine wordt afgenomen, de reden hiervan aan de gedetineerde medegedeeld. Uit de stukken volgt niet dat aan klager voorafgaand de reden van de urinecontrole is medegedeeld. De directeur heeft ter zitting aangevoerd dat dit hem wel is medegedeeld, omdat dit de standaard werkwijze betreft. Dit is naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende om vast te kunnen stellen dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 3, tweede lid, van de Regeling.

Daarnaast heeft de gedetineerde op grond van artikel 6, eerste lid, van de Regeling het recht op een herhalingsonderzoek. In artikel 5, tweede lid, van de Regeling is bepaald dat indien het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is geconstateerd de uitslag van het onderzoek aan de gedetineerde bekend wordt gemaakt en dat hij hierbij wordt gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. Uit het schriftelijk verslag volgt dat aan klager is medegedeeld dat de uitslag van de betreffende urinecontrole positief was. Uit dit schriftelijk verslag is echter niet gebleken dat hij daarbij is gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. Hetgeen de directeur daaromtrent op de zitting heeft medegedeeld, namelijk dat ook dit hem is medegedeeld omdat dit de standaard werkwijze betreft, is niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de Regeling. Hierin is namelijk het volgende vermeld: “Indien het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is geconstateerd of wanneer de gedetineerde daarom verzoekt wordt de uitslag van het onderzoek aan de gedetineerde bekend gemaakt. Hierbij wordt de gedetineerde gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. Indien de mededeling mondeling wordt gedaan legt het personeelslid dat de mededeling heeft gedaan, schriftelijk vast dat en wanneer de mededeling is gedaan.” De beroepscommissie heeft bij de stukken geen schriftelijke vastlegging aangetroffen van een mondelinge mededeling.

De omstandigheid dat de procedure rondom de urinecontrole in de huisregels staat beschreven en dat in de schriftelijke mededeling van de aan klager opgelegde disciplinaire straf staat vermeld dat klager 24 uur bedenktijd heeft gekregen, maar geen verzoek tot een herhalingsonderzoek heeft gedaan, maakt voorgaande niet anders.

Nu is gebleken dat de urinecontrole niet volgens de Regeling is uitgevoerd, is de beroepscommissie in dit geval van oordeel dat de disciplinaire straf ten onrechte aan klager is opgelegd. De  beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €30,-.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €30,-.

 

Deze uitspraak is op 12 augustus 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en mr. B. van der Werf, leden, bijgestaan door mr. I.J.M.W. van der Sanden, secretaris.

 

secretaris         voorzitter

Naar boven