Nummer 24/39715/GA
Betreft [klager]
Datum 29 juli 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de vermissing van spullen.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden heeft op 7 maart 2024 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (LW-2023-91). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. S.J. van Galen, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Leeuwarden (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft zijn klacht inzake de vermissing van spullen nooit ingetrokken. Hij heeft op 14 april 2023 met iemand gesproken over het beklag dat zag op de plaatsing in de afzondering, voorafgaand aan de vermissing van zijn spullen. Klager wilde die klacht intrekken, omdat de plaatsing slechts kort heeft geduurd en hij geen rapport heeft gekregen. Er is dus sprake van een vergissing, die klager niet kan worden toegerekend. Klager heeft niet aangegeven dat de klacht inzake de vermissing goed is opgelost. Er zijn immers veel spullen kwijtgeraakt, waarvoor klager geen compensatie heeft ontvangen. Klager heeft voor de behandeling ter zitting in beklag een lijst overhandigd waaruit blijkt welke spullen er kwijt zijn.
Klager heeft zijn handtekening op een formulier geplaatst op 14 april 2023. Dat betrof een blanco formulier, de omschrijving zou pas later zijn toegevoegd. Er staat geen kenmerk op, zodat niet met zekerheid kan worden gezegd dat het intrekkingsformulier op deze klacht ziet. Ook is niet uit het formulier af te leiden door wie de tekst (verder) is ingevuld.
Standpunt van de directeur
De directeur persisteert bij zijn eerdere reacties als weergegeven in de verweerschriften van 8 mei 2023 en 23 januari 2024.
3. De beoordeling
Namens klager is bij brief van 14 maart 2023 beklag ingesteld. In het dossier zit een ‘formulier intrekken beklag’ van 14 april 2023, waarop klagers naam, zijn afdeling en zijn celnummer staan vermeld. Bij het vakje ‘kenmerk beklag’ staat ingevuld: ‘vermissing spullen’. Als reden voor de intrekking staat onder meer vermeld: ‘gesprek gehad met afdelingshoofd. Zaken zijn uitgesproken. Goed opgelost.’
Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat na ontvangst van de klacht een tweetal afdelingshoofden heeft bemiddeld, in verband met de bereidheid van de directeur om een eventuele schadevergoeding voor de vermiste spullen toe te kennen. De aanleiding daarvoor was het ontbreken van een formulier van de celontruiming die heeft plaatsgevonden. Klager is verteld dat hij moest aangeven welke goederen hij miste en dat hij kassabonnen moest aanleveren. Klager heeft dat volgens de directeur niet gedaan. Bemiddeling op 14 april 2023 heeft vervolgens geresulteerd in het intrekken van dit beklag.
De wettelijke regels bevatten geen voorschriften voor het intrekken van klachten. Intrekking is wel mogelijk. Uit het oogpunt van een goede procesorde is vereist dat klager bewust afstand doet van de verdere behandeling van het beklag. Om misverstanden te voorkomen, betekent dit dat de intrekking schriftelijk geschiedt.
Klager erkent dat het zijn handtekening is onder het intrekkingsformulier, hij heeft het formulier zelf ondertekend. Klager stelt echter dat hij een blanco intrekkingsformulier heeft ondertekend, waar het onderwerp pas later aan zou zijn toegevoegd. Dat acht de beroepscommissie niet aannemelijk. Het is voor de beroepscommissie ook voldoende duidelijk dat het om dit beklag over vermissing van spullen gaat. De beroepscommissie is van oordeel dat de intrekking rechtsgeldig is gedaan, nu deze op schrift is gesteld en door klager is ondertekend.
Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie terecht heeft geoordeeld dat het beklag is ingetrokken. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en verstaan dat klager zijn beklag heeft ingetrokken.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verstaat dat klager zijn beklag heeft ingetrokken.
Deze uitspraak is op 29 juli 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. W.S. Korteling, voorzitter, mr. F.H.J. van Gaal en mr. R.A.E. van Noort, leden, bijgestaan door mr. M. Simpelaar, secretaris.
secretaris voorzitter