Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0055/GV, 19 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/55/GV

betreft: [klager] datum: 19 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 december 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Inhoudelijk wordt verwezen naar het standpunt van de directeur. In het detentieberaad is klagers verzoek besproken en afgewezen. Er is geen sprake van een beslissing namens de selectiefunctionaris. Klager heeft op 31 oktober 2008 om verlof verzocht
voor
23, 24 en 25 december 2008. De bestreden beslissing is te laat genomen en komt van het b.s.d. De beslissing was niet ondertekend en er waren geen fax- of emailgegevens. Klager vraagt zich af of informatie van de reclassering en politie is ingewonnen.
Het verlofadres is niet gecontroleerd en er is geen urinecontrole afgenomen. Klager is over 44 dagen in vrijheid. Er is geen sprake van een eerlijke procedure.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het verzoek is op 19 december 2008 binnengekomen. De inrichting heeft negatief geadviseerd en aan het OM is geen informatie gevraagd, omdat klager geen executie-indicator heeft. Op het verzoek is negatief beslist vanwege het gedrag van klager bij
eerder
verleende vrijheden, namelijk een strafonderbreking van veertien dagen in oktober 2008 in verband met de medische gesteldheid van klagers ouders. Tijdens voornoemde strafonderbreking is klager op de tweede dag in aanraking gekomen met de politie wegens
verduistering van een auto en het vluchten voor de politie. Bij zijn aanhouding bleek een grote hoeveelheid merkkleding in de auto te liggen. Klager is hiervoor aangehouden en in verzekering gesteld. Deze zaak zal worden gevoegd bij een andere
openstaande zaak. Er is geen vertrouwen in een goed verloop van verlof vanwege de nieuwe strafbare feiten, gepleegd tijdens de strafonderbreking. Klager heeft laten zien niet goed om te kunnen gaan met de aan hem verleende vrijheden.

Op klagers verlofaanvraag is het volgende advies uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Ter Apel heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.

3. De beoordeling
Klager ondergaat thans een subsidiaire hechtenis van 35 dagen. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van twee dagen te ondergaan alsmede vier dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers derde verlofaanvraag.

Uit de stukken volgt dat klager op 24 oktober 2008 is aangehouden door de politie wegens het plegen van (een) strafbaar feit(en). Daarbij trachtte klager eerst te ontvluchten van de politie. Bovendien heeft klager tijdens zijn huidige detentie in
november 2005 ook getracht te ontvluchten. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de
beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a, b, en d van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 19 januari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven