Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3051/GB, 28 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3051/GB

Betreft: [klager] datum: 28 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.R. Broers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 november 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) De Marwei te Leeuwarden afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 2 september 2008 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De door de selectiefunctionaris aangevoerde argumenten zijn onvoldoende redengevend om klagers overplaatsing te weigeren. Klager zit in voorarrest sinds 2 september 2008. De strafzaak betreft een zaak van het parket Rotterdam. Klager wordt verdacht van
het medeplegen van het beroven van een sigarenboer en het plegen van een straatroof, beide te Vlaardingen. Tijdens de pro forma-zitting op 3 december 2008 is voor wat betreft de straatroof de voorlopige hechtenis van klager verlengd. De zaak is
aangehouden omdat de psychologische rapportage nog niet klaar is. Het psychologisch onderzoek is wel gedaan. Ook is het aanvullende DNA-onderzoek al verricht en dat heeft geen resultaten opgeleverd richting klager. Het feitenonderzoek is ook gereed. De
zitting staat onder voorbehoud gepland op 22 januari 2009. In geval van overplaatsing naar Leeuwarden zal klager dus alleen nog eenmaal vanwege de zitting naar Rotterdam moeten komen. Wat opvalt is dat de zaak van de sigarenboer niet langer op de
dagvaarding staat. Klager en zijn vriendin zijn woonachtig te Leeuwarden. Enkel kijkend naar de reisafstand maakt dat bezoek niet geheel onmogelijk, maar zijn de bijna 380 kilometers heen en terug wel een zeer belemmerende factor. Klager en zijn
vriendin hebben een dochtertje van twee jaar oud. Dit in combinatie met de lange reistijd maakt de mogelijkheid van bezoek praktisch nihil.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht te worden overgeplaatst naar Leeuwarden. De selectiefunctionaris heeft dit verzoek afgewezen omdat klager gedetineerd zit voor het arrondissementsparket Rotterdam en zodoende in een huis van bewaring verblijft dat in de omgeving
van het parket van insluiting staat. In een enkel geval wordt van dit standpunt afgeweken. Hiertoe is echter een onderbouwing van een (medisch) deskundige nodig. De selectiefunctionaris heeft deze onderbouwing niet ontvangen. De selectiefunctionaris
zal
niet ontkennen dat het voor de familie lastig is om klager te bezoeken in Alphen aan den Rijn. In dit geval was het feit dat een gedetineerde zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting ingesloten dient te worden zwaarwegender. Op het moment dat
klager veroordeeld wordt komt klager in aanmerking voor plaatsing in een gevangenis en kan hij zijn voorkeur voor Leeuwarden aangeven.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beleid is om voorlopig gehechten zoveel
mogelijk binnen het arrondissement van insluiting te plaatsen omwille van de beschikbaarheid voor de rechtsgang en de transportkosten. Klager is ingesloten voor het parket Rotterdam. In beginsel is de capaciteit van de inrichtingen in Rotterdam en
omgeving bestemd voor gedetineerden die gehecht zijn voor het arrondissementsparket Rotterdam. Slechts in bijzondere gevallen wordt er een uitzondering gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd
door verklaringen van een deskundige. Nu klager ingesloten is voor het parket Rotterdam en klager het onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het onmogelijk is voor zijn familie om naar hem af te reizen, zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op28 januari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven