Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 25/48568/SGA, 27 mei 2025, schorsing
Uitspraakdatum:27-05-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          25/48568/SGA

Betreft [verzoeker]

Datum 27 mei 2025

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van het Detentiecentrum Schiphol (hierna: de directeur) heeft beslist dat verzoeker geen telefoongesprekken met twee collega-advocaten mag voeren, voor de duur van één jaar, ingaande op 16 mei 2025 om 09:00 uur en eindigend op 16 mei 2026 om 09:00 uur.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (DS2025-418).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat (gedeeltelijk) het geval. De voorzitter overweegt daartoe als volgt.

Uit de stukken komt naar voren dat het Openbaar Ministerie (OM) de directeur dringend heeft geadviseerd om te bepalen dat bij bezoeken van en telefonisch contact met anderen dan de voor verzoeker gestelde advocaten, geen gebruik kan en mag worden gemaakt van geprivilegieerd contact. Dit vanwege het risico dat het strafrechtelijk onderzoek naar verzoeker wordt geschaad. De zaaksofficier van justitie heeft bevestigd dat contacten met twee collega- advocaten van verzoeker niet vallen onder geprivilegieerde gesprekken, omdat zij zich niet gesteld hebben als verzoekers raadspersonen. De voorzitter begrijpt het standpunt van de directeur aldus dat de directeur stelt dat deze advocaten niet vallen onder het begrip ‘diens rechtsbijstandverlener’ als bedoeld in artikel 37 aanhef en onder j. van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) dan wel onder een andere in dit artikel genoemde categorie. Om die reden heeft de directeur beslist dat de twee in verband met hun geheimhouderspositie afgeschermde nummers van deze advocaten worden geblokkeerd voor verzoeker. Het is verzoeker wel toegestaan om via andere - niet afgeschermde - telefoonnummers contact te hebben met deze twee collega-advocaten. Daarnaast mogen deze advocaten verzoeker bezoeken in aanwezigheid van de deken of de portefeuillehouder strafrecht, zodat de mogelijkheid van vertrouwelijk contact in verband met de zaaksoverdracht en praktijkwaarneming wordt gefaciliteerd.

Verzoeker voert aan dat de directeur onterecht heeft beslist om zijn twee collega-advocaten niet als geprivilegieerd contact aan te merken, omdat zij verzoekers strafrechtpraktijk waarnemen tijdens zijn detentie en zij vanuit die positie allen een plicht tot geheimhouding hebben. Volgens verzoeker is het onjuist dat een advocaat alleen als rechtsbijstandverlener in de zin van de Pbw kan worden aangemerkt als deze zich heeft gesteld als advocaat van de gedetineerde.

Geprivilegieerde contacten

De specifieke vraag of de beslissing om verzoekers collega-advocaten niet aan te merken als geprivilegieerde contacten in strijd is met artikel 37 van de Pbw is niet eenvoudig te beoordelen en te beantwoorden. Deze vraag overstijgt dan ook het voorlopig oordeel van de voorzitter, zodat deze vraag in de bodemprocedure aan de orde dient te komen. De voorzitter overweegt daarbij dat het verzoeker in ieder geval wel is toegestaan om contact te hebben met deze personen via niet afgeschermde telefoonnummers, bezoek of post.  

Duur van de maatregel

Op grond van het bepaalde in artikel 6 van de Regeling toelating en weigering bezoek en beperking telefooncontacten penitentiaire inrichtingen (Stcrt. 20 april 2006, nr. 77 / pag. 10) (hierna: de Regeling) is de beslissing tot het weigeren van een bepaald telefoongesprek voor de maximumtermijn van twaalf maanden als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Pbw slechts aan de orde in drie gevallen (a. een gedetineerde die wordt verdacht van een terroristisch misdrijf, b. een gedetineerde die al dan niet onherroepelijk is veroordeeld tot het begaan van een terroristisch misdrijf, c. een gedetineerde waarbij de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven een weigering voor een zo lang mogelijke termijn vergt). In andere gevallen wordt, zo komt naar voren uit de toelichting van de Minister op de wijziging van artikel 38 van de Pbw (TK 2005-2006, 30171, nr. 6), aansluiting gezocht bij de eerdere (maximale) duur van dergelijke ontzeggingen, te weten drie maanden.

De voorzitter overweegt dat uit de bestreden beslissing noch uit de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek blijkt dat het bij de door de directeur opgelegde weigering om verzoeker telefoongesprekken te laten voeren via twee afgeschermde nummers met twee collega-advocaten gaat om gevallen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling. Gelet daarop is de beslissing van de directeur naar het voorlopig oordeel van de voorzitter genomen in strijd met artikel 6 van de Regeling, voor zover de maatregel langer duurt dan drie maanden. Gelet op het voorgaande zal de voorzitter het verzoek toewijzen voor zover de maatregel de duur van drie maanden te boven gaat en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe voor zover de maatregel de duur van drie maanden te boven gaat en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing vanaf 16 augustus 2025 tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 27 mei 2025 gedaan door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven