Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1049/TA, 28 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 08/1049/TA

betreft: [klager] datum: 28 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 april 2008 van de beklagcommissie bij de Oostvaarderskliniek te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 31 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], hoofd therapeutisch milieu, en [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft weigering bezoek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het geweigerde bezoek betreft mevrouw [A], die klager bijstaat in een tuchtrechtelijke zaak. Mevrouw [A] heeft geen opleiding genoten in het medisch
tuchtrecht. Zij is ervaringsdeskundige. De beklagcommissie heeft zich in haar overwegingen laten leiden door onjuiste informatie van het hoofd van de inrichting. Ten onrechte wordt de suggestie gewekt dat recentelijk is geprobeerd contact met mevrouw
[A] te leggen, hetgeen niet het geval is. Zij is volledig bereid zich te laten screenen door de inrichting en heeft ook geen enkele intentie om de publiciteit te zoeken.
Mevrouw [A] was aanwezig bij de zitting van het medisch tuchtcollege. De tuchtzaak is weliswaar behandeld, maar de kwestie rond haar bezoek is daarmee niet voorbij. De publicaties waarnaar de inrichting verwijst, zijn niet van haar hand. Zij wilde
slechts dat het nieuws correct werd weergegeven en heeft daarom contact opgenomen met de media.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Naar aanleiding van het verzoek van klager is er geen contact geweest met mevrouw [A] Het laatste contact dateert uit 2006. Na
2006 zijn er geen pogingen ondernomen om met mevrouw [A] in gesprek te komen. De bezwaren richten zich tegen de persoon van mevrouw [A] Zij speelt nog steeds een rol in de wijze waarop het hoofd behandeling van de inrichting door verschillende
patiënten
in diskrediet wordt gebracht. Deze activiteiten zijn schadelijk voor de inrichting. Er is teveel gebeurd om toestemming te verlenen voor het bezoek.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 37, derde lid jo. artikel 35, derde lid, onder b, Bvt kan het hoofd van de inrichting de toelating tot de verpleegde van bezoek van een bepaald persoon weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op de handhaving van de orde
of
de veiligheid in de inrichting.
Het hoofd van de inrichting heeft de toelating van mevrouw [A] tot klager geweigerd. Mevrouw [A] staat klager bij in een procedure voor het regionaal medisch tuchtcollege. De beroepscommissie stelt vast dat mevrouw [A] niet behoort tot één van de in
artikel 36, eerste lid, Bvt genoemde personen of instanties, van wie klager op grond van artikel 37, zevende lid, Bvt, bezoek mag ontvangen. Mevrouw [A] is geen advocaat of rechtsbijstandverlener en dient daarom voor de beoordeling van het beroep
gelijkgesteld te worden met ieder andere bezoeker.
Op grond van de stukken en de ter zitting gegeven toelichting over de prominente rol die mevrouw [A] speelt ten aanzien van klachten van patiënten over de behandeling in de inrichting, acht de beroepscommissie het niet onbegrijpelijk dat het bezoek van
mevrouw [A] aan klager werd geweigerd. De bestreden beslissing kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager wel
telefonisch contact heeft kunnen onderhouden met mevrouw [A] en op die wijze de behandeling van zijn zaak voor het regionaal medisch tuchtcollege heeft kunnen voorbereiden. Het beroep is derhalve ongegrond. De beroepscommissie merkt ten overvloede nog
op dat de ongegrondheid van het beklag er niet toe moet leiden dat mevrouw [A] nimmer klager zou kunnen bezoeken in de inrichting.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter, mr. H. Heijs en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 28 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven