Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/40267/GA, 22 april 2025, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/40267/GA

Betreft [klager]

Datum 22 april 2025

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

  1. het feit dat er in zijn meerpersoonscel (MPC) slechts één televisie voor twee gedetineerden is (AE 2023/945);
  2. de beslissing van 21 september 2023 om hem niet te promoveren naar het plusprogramma (AE 2023/1043).

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 8 april 2024 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. J.J. Serrarens, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De beoordeling

Beklag a.

Klager beklaagt zich over het feit dat zijn MPC slechts één televisie heeft voor twee gedetineerden.

Het beklag ziet op de inrichting van de MPC waar klager verblijft. De MPC van klager en zijn celgenoot is identiek aan andere MPC’s op zijn afdeling. Gelet daarop is de klacht gericht tegen een algemene situatie, die niet specifiek klager betreft (vergelijk RSJ 1 september 2023, 22/29880/GA). Daarom is het beklag vergelijkbaar met een beklag tegen een algemene regel. Daartegen staat volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie alleen beklag open, als sprake is van strijd met (hogere) wet- of regelgeving. Dat criterium dient dan ook te gelden in gevallen als deze.

In paragraaf 2.2 van de huisregels van de PI Alphen is bepaald:

“Voor het huis van bewaring en de gevangenis geldt dat u een televisietoestel kunt huren. De kosten voor de huur van de televisie en/of het gebruik van de aansluiting zijn 3 euro per week. Alleen indien u op een MPC verblijft waar slechts één televisie kan worden aangesloten én u hier samen met een medegedetineerde gebruikt van maakt, betaalt u 1,50 euro per week.”

In artikel 7, aanhef onder b, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) is bepaald dat een verblijfsruimte is voorzien van een radio- en een TV-aansluitpunt.

In artikel 10, tweede lid, van de Regeling is bepaald dat de verblijfsruimte waarin twee gedetineerden worden ondergebracht is ingericht met ten minste twee stoelen respectievelijk een persoonlijke slaapgelegenheid voor de individuele gedetineerde. Daarnaast is deze verblijfsruimte ingericht met ten minste een af te sluiten opbergruimte voor de individuele gedetineerde.

Uit het bovenstaande volgt niet dat een MPC moet beschikken over twee TV-aansluitpunten of dat een MPC moet beschikken over twee televisies. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dan ook niet gebleken van strijd met wet- of regelgeving. Voor zover klager hinder ondervindt van het geluid en de verlichting van de televisie, overweegt de beroepscommissie dat klager zelf een koptelefoon kan invoeren en afspraken met zijn celgenoot kan maken over het gebruik van de televisie.

Nu het beklag is gericht tegen een algemene situatie en niet is gebleken van strijd met wet- of regelgeving, zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in beklag a.  

Beklag b.

Op basis van de stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagrechter beklag b. terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet in dit geval geen aanleiding om de overwegingen van de beklagrechter aan te vullen of te wijzigen.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter inzake beklag a. en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in dit beklag.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

 

Deze uitspraak is op 22 april 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.

 

 secretaris        voorzitter

Naar boven