Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 25/45913/JA, 23 april 2025, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          25/45913/JA

Betreft [klaagster]

Datum 23 april 2025

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klaagster], geboren op […] (hierna: klaagster)

 

1. De procedure

Klaagster heeft ertegen beklag ingesteld:

  1. dat ze geen melk en fruit van de afdeling mee mocht nemen naar een bezoekmoment met haar moeder en dochter op 9 november 2024;
  2. dat haar moeder geen speelgoed, speen, extra kleding en een drinkfles mee mocht nemen naar het bezoekmoment op 9 november 2024.

De beklagcommissie bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hunnerberg te Nijmegen heeft op 13 januari 2025 klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klachten (H-2024-262 en -263). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klaagster heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klaagster geregeld, zodat zij op de zitting van 13 maart 2025 in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht kon worden gehoord. Klaagster heeft aangegeven dat zij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid. De directeur heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klaagster

Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het bezoek met klaagsters dochter. Op 9 november 2024 ging het volledig verkeerd. Ze mocht haar speen niet mee naar binnen, terwijl ze die altijd heeft. Ze was hierdoor een uur lang heel onrustig en veel aan het huilen.

Het eerst volgende bezoek was nog steeds een ramp en mocht er niets. Pas na een week of twee is het aangepast. De directeur had klaagster ook in het gelijk gesteld.

Standpunt van de directeur

De directeur heeft het standpunt in beroep niet toegelicht.

 

3. De beoordeling

Ontvankelijkheid van klaagster in haar klachten

De beklagcommissie heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de grond dat de RSJ in recente jurisprudentie de regels heeft aangescherpt met betrekking tot de vraag wanneer iemand in een beklag kan worden ontvangen. De beroepscommissie overweegt dat die recente jurisprudentiewijziging van de RSJ is ontwikkeld en geldt voor klachten van gedetineerden op grond van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie heeft tot op heden niet geoordeeld tot een overeenkomstige aanscherping van de ontvankelijkheid van klachten die zijn ingediend op grond van de Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen (Bjj).

De Bjj kent in tegenstelling tot de Pbw een beperkt beklagrecht. De beslissingen van de directeur waartegen beklag openstaat, staan opgesomd in het eerste (en tweede) lid van artikel 65 van de Bjj. Dat klaagster geen melk en fruit mocht meenemen en haar moeder geen speelgoed, speen, extra kleding en een drinkfles mee mocht nemen, zijn beslissingen genomen door of namens de directeur, die klaagsters recht op bezoek beperken. Er is daarmee sprake van een beslissing in de zin van artikel 65, eerste lid, onder n, in samenhang met artikel 43 van de Bjj.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klaagster alsnog ontvankelijk verklaren in de klachten. De beroepscommissie zal deze klachten als eerste en enige instantie inhoudelijk beoordelen.

Inhoudelijke beoordeling beklag a.

Uit de stukken volgt dat er sprake was van een regulier bezoekmoment in de bezoekzaal. Uit de mail van 11 november 2024 leidt de beroepscommissie af dat ook tijdens een regulier bezoekmoment met klaagsters dochter, de afspraken gelden die met klaagster zijn gemaakt.

Eén van die afspraken is dat klaagster melk en fruit mag meenemen naar het bezoek. Op 9 november 2024 is dit niet goed gegaan. De directeur heeft dit ook erkend en excuses aangeboden.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre gegrond verklaren en dit beklag gegrond verklaren.

Inhoudelijke beoordeling beklag b.

Op 9 november 2024 golden geen afspraken over het door de moeder van klaagster mee nemen van spullen naar een bezoekmoment. Op de website van de Dienst Justitiële Inrichtingen op de pagina ‘Bezoek – algemene bezoekregels’ staat dat bezoek mag meenemen: “Eén doorzichtig flesje drinken en wat losse spullen voor baby’s tijdens het bezoek (na overleg met het personeel).” Uit de huisregels van de RJJI of het verweerschrift van de directeur volgt niet dat dit niet zou gelden in de RJJI De Hunnerberg.

Uit de stukken volgt niet waarom het personeel heeft besloten dat klaagsters moeder, in afwijking van het bovenstaande, geen speelgoed, speen, extra kleding en een drinkfles mocht meenemen naar het bezoek. Bovendien heeft de directeur erkend dat het een en ander rondom het bezoek niet goed is gegaan.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre gegrond verklaren en dit beklag gegrond verklaren.

Tegemoetkoming

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissingen niet meer ongedaan zijn te maken, komt klaagster een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €7,50 voor het ongemak van het niet goed verlopen bezoek.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klaagster alsnog ontvankelijk in de klachten en verklaart de klachten gegrond. Zij kent aan klaagster een tegemoetkoming toe van €7,50.

 

Deze uitspraak is op 23 april 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.M.C. Louwinger-Rijk, voorzitter, dr. J.G. Vinke en mr. S.C.M. Wouda- van Velzen, leden, bijgestaan door A. Laagland, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven