Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3246/GB, 20 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:20-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/3246/GB

Betreft: [klager] datum: 20 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 8 december 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing en de nadere schriftelijke toelichting op het beroep door klaagsters raadsman mr. T. de Bont, advocaat te Alkmaar.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de beslissing haar te plaatsen in de gevangenis van de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klaagster is sedert 19 september 2008 gedetineerd. Zij verbleef in het huis van bewaring te Nieuwersluis. Omstreeks 11 november 2008 is zij geplaatst in de gevangenis te Nieuwersluis.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster komt niet in aanmerking voor plaatsing in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting (z.)b.b.i. omdat er geen aanvaardbaar verlofadres zou zijn. Bij de politie zouden signalen zijn binnengekomen dat klaagster haar ex-man zou willen vermoorden
als zij op vrije voeten zou komen. Om die reden heeft de politie bezwaar tegen de komst van klaagster in Almere. Klaagster ontkent een dergelijk voornemen. Mogelijk heeft zij, toen zij in Australië gearresteerd werd, ooit een dergelijke opmerking
gemaakt, maar daarvoor geldt dat zij toen boos en geëmotioneerd was omdat zij er door haar ex-partner in feite ingeluisd was. Daarnaast is die uiting al enkele jaren geleden gedaan en heeft deze, als iets dergelijks al is gezegd, thans geen kracht
meer.
Klaagster wil haar toekomst en haar kans om bij haar kinderen te zijn nu niet vergooien. Voorts geldt nog dat klaagsters ex-partner thans kennelijk in België gedetineerd is, zodat een effectuering van die gestelde bedreiging in het geheel niet mogelijk
is. Overigens weet klaagster niet waar de betreffende informatie vandaan komt. De politie Almere, waarmee over deze zaak contact is opgenomen, wenst geen nader onderzoek te doen naar de verblijfplaats van klaagsters ex-man en blijft bij het negatieve
advies. Klaagster heeft er een groot belang bij naar een (z.)b.b.i. te mogen omdat zij zich dan goed kan voorbereiden op een terugkeer in de maatschappij. Met betrekking tot de gestelde bedreiging geldt overigens dat die geen reden behoeft te zijn voor
het niet plaatsen in een (z.)b.b.i. omdat klaagster te zijner tijd in vrijheid zal komen en er dan (zo daar al sprake van zou zijn) nog steeds sprake is van een dergelijke dreiging. Blijkens het selectieadvies is klaagster een modelgedetineerde. Zij
heeft een groot belang bij een gefaseerde terugkeer in de samenleving omdat zij langere tijd gedetineerd is geweest (deels in Australië) en zij twee minderjarige kinderen heeft. Zij is aangemeld voor Exodus in Venlo maar kan daar pas terecht nadat zij
tenminste twee verloven goed doorlopen heeft. Door klaagster niet in aanmerking te laten komen voor een (z.)b.b.i., komt die plaatsing bij Exodus in het gedrang. Volgens klaagster heeft de selectiefunctionaris onvoldoende rekening gehouden met alle
omstandigheden van het geval en is er dus sprake geweest van een onevenredige belangenafweging.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klaagster is in Australië veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Zij is in het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots) naar Nederland overgebracht en de gevangenisstraf is daarbij overgenomen. Klaagsters
v.i.-datum is gelegen op 26 februari 2010. Klaagster is door de directeur van het h.v.b. te Nieuwersluis voorgesteld voor plaatsing in de gevangenis aldaar. Zij functioneert goed in de inrichting. Zij heeft ingestemd deel te nemen aan het TR-traject
maar er is (vooralsnog) geen detentieplan opgesteld. Klaagster is van mening in aanmerking te komen voor een (z.)b.b.i.-plaatsing. Voor plaatsing in een dergelijke inrichting moet aan een aantal criteria worden voldaan. Een van die criteria is het
beschikbaar hebben van een aanvaardbaar verlofadres. Klaagster heeft tot tweemaal toe een verlofadres ingediend. Beide adressen zijn niet akkoord bevonden door de politie. Ten aanzien van het laatste verlofadres geldt dat er bij de politie signalen
waren ontvangen dat klaagster haar ex-man zou willen vermoorden als zij weer op vrije voeten zou komen. Naar aanleiding daarvan had de politie bezwaar tegen klaagsters komst op het betreffende adres. Klaagster voldoet daarmee niet aan de objectieve
criteria voor plaatsing in een (z.)b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis is een gevangenis voor vrouwen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster, die een gevangenisstraf ondergaat, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De beslissing om klaagster niet in aanmerking te laten komen voor plaatsing in een (z.)b.b.i., maar haar in plaats daarvan te selecteren voor een normaal beveiligde inrichting, is genomen omdat er volgens de selectiefunctionaris geen sprake is
van een aanvaardbaar verlofadres, terwijl een dergelijk verlofadres een vereiste is voor plaatsing in een (z.)b.b.i. De selectiefunctionaris heeft daartoe met name verwezen naar het advies van de politie Almere van 21 oktober 2008, waarin staat vermeld
dat het door klaagster in Almere opgegeven verlofadres niet aanvaardbaar is omdat er signalen zouden zijn binnengekomen dat klaagster haar ex-partner wil vermoorden als zij vrij komt. Nu bij die toelichting nadere onderbouwing ontbreekt, te denken valt
daarbij aan de huidige woon- of verblijfplaats van de ex-partner van klaagster en - voor zover mogelijk - de bron van die signalen, het moment van ontvangen daarvan en de mogelijkheid de betrouwbaarheid daarvan vast te stellen, is de bestreden
beslissing onvoldoende met redenen omkleed. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klaagster geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 20 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven