Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/41452/GA, 10 maart 2025, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/41452/GA

Betreft [klager]

Datum 10 maart 2025

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft, voor zover in beroep aan de orde, beklag ingesteld omdat hij zijn strafdossier niet kon inzien.

De beklagcommissie bij de locatie Roermond heeft op 11 april 2024 het beklag ongegrond verklaard (R-2023-601). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. T.S. van der Horst en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Roermond, gehoord op de digitale zitting van 17 december 2024. Klager is bijgestaan door een tolk in de Franse taal.

 

2. De beoordeling

Ontvankelijkheid in beklag

Klager heeft van het Openbaar Ministerie (OM) toestemming gekregen om digitaal zijn strafdossier te raadplegen. Wanneer een gedetineerde daarvoor toestemming krijgt, draagt het OM zorg voor de usb-stick waarop het strafdossier staat, en de Dienst Justitiële Inrichtingen stelt een laptop beschikbaar waarop het dossier, dat op de usb-stick staat, kan worden geraadpleegd.

Klager klaagt erover dat hij zijn strafdossier niet kon inzien. Bij het openen van het bestand op de usb-stick kreeg hij een foutmelding. Naar het oordeel van de beroepscommissie gaat het in dit geval om een losstaand probleem waarvoor klager een oplossing wil. Het is niet de bedoeling dat in zo’n geval meteen beklag wordt ingesteld. Het is immers “zinniger dat met het toezicht belaste medewerkers in staat worden gesteld op dergelijke klachten te reageren” (Kamerstukken II 1994/95, 24 263, nr. 3, p. 77). Als de gedetineerde het vervolgens niet eens is met de beslissing op zijn – interne – klacht, dan kan hij daartegen beklag instellen.

De beroepscommissie maakt uit het dossier op dat klager het inrichtingspersoneel heeft verzocht om een oplossing voor zijn probleem. Klager kon zich in dit geval daarvoor tot het inrichtingspersoneel wenden, omdat op dat moment (nog) niet duidelijk was of de oorzaak van het probleem lag bij de door de inrichting verstrekte computer of de door het OM aangeleverde usb-stick.

Omdat het drie maanden heeft geduurd voordat klager zijn strafdossier kon inzien, stelt hij beklag in. De beroepscommissie begrijpt dat klager het inrichtingspersoneel verwijt dat zij nalatig hebben gehandeld. De reactie van het inrichtingspersoneel naar aanleiding van klagers verzoek om een oplossing, kan worden gezien als een beslissing op zijn verzoek. Daartegen kan worden geklaagd (RSJ 1 september 2023, 23/31635/GA). Klager is daarom terecht in zijn beklag ontvangen.

Inhoudelijke beoordeling

De beklagcommissie lijkt ervan uit te zijn gegaan dat klager drie maanden heeft moeten wachten op het arriveren van de usb-stick en dat het vervolgens, vanwege softwareproblemen, nog enkele dagen heeft geduurd om de usb-stick te kunnen raadplegen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is – op basis van de stukken en wat ter zitting naar voren is gebracht – echter het volgende aannemelijk. Het inrichtingspersoneel heeft naar aanleiding van klagers verzoek eerst onderzocht of het probleem intern kon worden opgelost (onder andere door te kijken of de usb-stick op andere computers wél kon worden geopend). Dat lukte niet. Er is vervolgens contact opgenomen met het OM. Daaruit bleek dat klager zijn strafdossier niet kon raadplegen vanwege een (software)probleem bij de door het OM verstrekte usb-stick. Volgens klager heeft het ongeveer twee weken geduurd voordat de usb-stick naar het OM is toegestuurd, maar de beroepscommissie volgt klager hierin niet. Zij ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de stelling van de directeur dat het inrichtingspersoneel de usb-stick binnen enkele dagen na de foutmelding naar het OM heeft opgestuurd. Het OM heeft pas na drie maanden een goed werkende usb-stick opgestuurd. Klager kon na ontvangst van de nieuwe usb-stick zijn strafdossier raadplegen.

Het is vervelend voor klager dat hij lang op een goed werkende usb-stick heeft moeten wachten. Met de beklagcommissie is de beroepscommissie echter van oordeel dat het inrichtingspersoneel voldoende adequaat heeft gehandeld toen bekend werd dat klager zijn strafdossier op de usb-stick niet kon raadplegen; de inspanningsverplichting van de directeur reikt niet zo ver dat hij gehouden was om bij het OM navraag te blijven doen, toen de usb-stick eenmaal daar lag. De beroepscommissie ziet vanaf dat moment met name een rol weggelegd voor klager zelf (of diens raadsman).

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing op klagers verzoek om een oplossing niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde, met wijziging van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 10 maart 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. J.T.W. van Ravenstein en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. R.A.J. van de Kamp, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven