Nummer 24/43768/TA
Betreft [klager]
Datum 20 februari 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de weigering om bepaalde (gewelddadige) 18+‑Xbox‑spellen te spelen.
De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op
1 oktober 2024 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (PN 2024/122). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. P.M. Iwema, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager stelt zich op het standpunt dat sprake is van een ontvankelijke klacht, omdat het hier gaat om een jegens hem individueel genomen beslissing. Van een beklag tegen een algemene regel is in klagers geval geen sprake. Verder heeft de weigering om bepaalde computerspellen te spelen betrekking op de ontplooiing van klager en de manier van ontspannen en invullen van zijn vrije tijd. Klager ervaart de weigering om bepaalde computerspellen te spelen dan ook als een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Klager is het niet eens met de redenering van het hoofd van de instelling dat er een verschil is tussen geweld op de televisie en bepaalde 18+‑spellen, waarbij, aldus het hoofd van de instelling, sprake is van een ‘heel echt grafische weergave’. Klager stelt dat een grafische weergave in een computerspel in de verste verte niet lijkt op de grafische beelden die op televisie zijn te zien, waarbij het hoofd van de instelling geen bezwaar heeft dat klager deze ziet. Klager betwist overigens dat een computerspel intensiever wordt ervaren dan geweldsbeelden op de televisie. Bovendien zijn de computerspellen waar klager beschikking over wil hebben niet alleen gericht op geweld, maar ook, en voor een groot deel, op het bedenken van strategieën en op het als het ware oplossen van puzzels. Verzocht wordt om aan klager een financiële tegemoetkoming toe te kennen in verband met de door hem geleden schade.
Standpunt van het hoofd van de instelling
De beslissing om klager geen 18+‑spellen te laten spelen is genomen in het kader van de behandeling van klager. Onlangs is deze beslissing nog geëvalueerd. Op dit moment ziet het behandelteam nog geen verschil in klagers toestandsbeeld waardoor een ander besluit zou kunnen worden genomen. Het spelen van 18+‑spellen wordt nog steeds als een risico voor klagers gemoedstoestand gezien. Voor klager is het moeilijk om feit en fictie te onderscheiden. Daarnaast houdt klager zich niet aan de afspraken over het lenen en uitlenen van informatiedragers van en aan medepatiënten en hij is hier in de afgelopen periode meermaals op aangesproken. Voor het overige persisteert het hoofd van de instelling bij wat al tijdens de beklagprocedure is ingebracht. Verzocht wordt om het beroep ongegrond te verklaren en de uitspraak van beklagcommissie te bevestigen.
3. De beoordeling
Uit de schriftelijke reactie van het hoofd van de instelling komt naar voren dat de jegens klager genomen beslissing om het spelen van bepaalde (gewelddadige) 18+‑Xbox-spellen te weigeren verband houdt met de behandeling van klager. Het behandelteam heeft ervoor gekozen om het spelen van gewelddadige spellen niet toe te staan, omdat dit nog steeds als een risico voor klagers gemoedstoestand wordt gezien. De beroepscommissie stelt vast dat het hier gaat om de wijze waarop klagers behandeling wordt vormgegeven. Tegen een dergelijke behandelinhoudelijke beslissing staat naar het oordeel van de beroepscommissie geen beklag open. De beroepscommissie is niet bevoegd te treden in een door de instelling voorgestane wijze van behandeling en de wijze van uitvoering van de behandeling (vgl. RSJ 22 mei 2013, 13/518/TA, en RSJ 3 maart 2023, 22/31058/TA).
De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie klager terecht niet‑ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal, zij het met aanvulling van gronden, worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Deze uitspraak is op 20 februari 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. M.J.H. van den Hombergh en M. Bakker MSc, leden, bijgestaan door mr. J.M.M. van den Hoek, secretaris.
secretaris voorzitter