Nummer 23/37367/GA
Betreft klager
Datum 6 maart 2025
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
klager (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen het niet doorgeven van een terugbelverzoek op 23 juni 2023.
De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Arnhem heeft op 13 oktober 2023 klager niet‑ontvankelijk verklaard in zijn beklag (A-2023-378). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.
Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.
De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Arnhem (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Uit maatregelen die aan klager opgelegd zijn in verband met zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico, die hij heeft overgelegd bij zijn beroepschrift, volgt geen verplichting tot het opgeven van zijn advocaten aan het Bureau Inlichtingen en Veiligheid (BIV), maar enkel een vrijblijvend verzoek de gegevens van de advocaat aan te leveren bij de dienst beveiliging ter controle in het Telio-systeem. Klager hoeft hier dus niet aan te voldoen. Klagers advocaat staat via de Nederlandse orde van de advocaten in het Telio-systeem.
Het terugbelverzoek had hoe dan ook moeten worden doorgegeven binnen 24 uur (RSJ 1 maart 2013, 12/3913/GA en 12/4042/GA en RSJ 22 maart 2021, R-19/5648/GA). Dit is onweersproken niet gebeurd.
Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming van €12,50 toe te kennen.
Standpunt van de directeur
De uitspraak van de beklagcommissie is op 13 oktober 2023 gedaan en het beroepschrift van klager is op 16 november 2023 op het secretariaat van de RSJ ontvangen. Het beroepschrift is niet tijdig binnen de termijn van zeven dagen ingediend, waardoor klager niet‑ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep.
Alle gedetineerden binnen de PI Arnhem op de Afdeling B0, waar intensief toezicht wordt gehouden, mogen enkel bellen met door hen bij de directeur bekendgemaakte telefoonnummers. De bewering van klager dat dit een vrijblijvend verzoek is, is onjuist. Klager is verplicht alle telefoonnummers te geven waarmee hij contact wenst te hebben, waaronder die van zijn advocaat. Om te voorkomen dat telefoongesprekken met geprivilegieerde contacten – waaronder advocaten – worden opgenomen, verzoekt het BIV klager (of diens advocaat) om de gegevens van de desbetreffende advocaat aan te leveren.
3. De beoordeling
Ontvankelijkheid van klager in zijn beroep
De beklagcommissie heeft op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan en een afschrift van de uitspraak is op 8 november 2023 naar partijen gestuurd. Het beroepschrift dateert van 11 november 2023 en is op het secretariaat van de RSJ ontvangen op 16 november 2023. Gelet daarop is tijdig beroep ingesteld en is klager ontvankelijk in zijn beroep.
Ontvankelijkheid van klager in zijn beklag
Uit de stukken volgt dat het afdelingspersoneel op 23 juni 2023 heeft besloten om, op verzoek van het BIV, het terugbelverzoek van klagers raadsvrouw niet door te geven. Een beslissing om een terugbelverzoek van een advocaat niet door te geven aan een gedetineerde is naar het oordeel van de beroepscommissie een beklagwaardige beslissing in de zin van artikel 60, eerste lid, Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Klager is derhalve ten onrechte niet‑ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag. De beroepscommissie zal het beklag als eerste en enige instantie inhoudelijk beoordelen.
De beroepscommissie overweegt ten overvloede dat als een uitdrukkelijke beslissing is genomen om een terugbelverzoek niet door te geven, een gedetineerde ontvankelijk is in zijn beklag. Dat ligt anders als het (gestelde) niet (tijdig) doorgeven van een terugbelverzoek bijvoorbeeld te wijten is aan een fout, een vergissing of het nalaten van het personeel. Omdat in dat geval aan het niet doorgeven van het terugbelverzoek geen uitdrukkelijke beslissing ten grondslag ligt, moet voor de ontvankelijkheid van het beklag worden beoordeeld of sprake zou kunnen zijn van een structurele en belangrijke tekortkoming in de verzorgende taken van de directeur (vergelijk RSJ 7 maart 2024, 22/31258/GA en RSJ 25 april 2024, 23/33645/GA).
Inhoudelijke beoordeling van het beklag
Een gedetineerde wordt in staat gesteld om met zijn rechtsbijstandverlener contact op te nemen indien hiervoor de noodzaak en de gelegenheid bestaat op grond van artikel 39, vierde lid, van de Pbw in samenhang met artikel 37, eerste lid, van de Pbw. Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat uit het voorgaande voortvloeit dat terugbelverzoeken van advocaten op een behoorlijke wijze dienen te worden afgehandeld. Dit houdt in dat terugbelverzoeken aan de gedetineerde worden doorgeven of, ingeval dit niet mogelijk is, de advocaat wordt bericht dat het niet mogelijk is het terugbelverzoek door te geven (bijvoorbeeld RSJ 22 maart 2021, R-19/5648/GA en RSJ 19 februari 2015, 14/4078/GA).
De directeur geeft aan dat klagers terugbelverzoek – op verzoek van het BIV – niet is doorgegeven aan klager omdat klagers advocaat niet was aangemeld bij het BIV. Naar het oordeel van de beroepscommissie had de directeur klagers raadsvrouw op de hoogte moeten stellen dat het terugbelverzoek daarom niet aan klager kon worden doorgegeven. In beklag heeft de directeur ook aangegeven dat het BIV een gedetineerde of diens advocaat verzoekt om de gegevens van de desbetreffende advocaat aan te leveren. Uit de beschikbare stukken is niet aannemelijk geworden dat de directeur de raadsvrouw op de hoogte heeft gebracht over het niet doorgeven van het terugbelverzoek en ook niet dat het BIV klager en/of zijn raadsvrouw heeft verzocht om aanlevering van de gegevens van de advocaat.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beklag gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €12,50.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €12,50.
Deze uitspraak is op 6 maart 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. dr. R.S.T. Gaarthuis, leden, bijgestaan door mr. S.J.S. Uiterweerd, secretaris.
secretaris voorzitter