Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3143/GV, 10 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3143/GV

betreft: [klager] datum: 10 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, advocaat te Berlicum om het beroep schriftelijk toe te lichten. Klagers raadsvrouw
heeft om uitstel voor het geven van een nadere toelichting verzocht maar heeft - nadat dat uitstel was toegestaan - geen nadere toelichting gegeven.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers aanwezigheid in zijn bedrijf is te zeerste vereist. Tijdens de huidige economische recessie dient hij in de gelegenheid te worden gesteld om ten aanzien van dat bedrijf nog te redden wat er te
redden
valt. Daarnaast staat klager ingeschreven als student bij de universiteit in Tilburg en heeft hij een oproep ontvangen voor het bijwonen van tentamens. Klager heeft veel tijd nodig voor zijn studie en het met goed gevolg afleggen van die tentamens. Om
die reden wil klager graag alsnog één maand strafonderbreking verleend krijgen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft strafonderbreking aangevraagd voor het (onder meer) afleggen van tentamens en voor het regelen van zijn zakelijke belangen. Het verzoek is afgewezen omdat enerzijds onvoldoende aannemelijk was dat klager die tentamens diende af te leggen
en
anderzijds omdat klager tot het moment van de aanvraag voor strafonderbreking kennelijk wel in staat is geweest zijn zakelijke belangen te behartigen. Daarom is de Staatssecretaris van mening dat de noodzakelijkheid van zijn persoonlijke aanwezigheid
onvoldoende is aangetoond. Met betrekking tot de tentamens kan klager verzoeken om incidenteel verlof. Hem is dergelijk verlof eerder verleend en er is geen aanleiding voor de aanname dat dit nu niet zou kunnen. Bij de tenuitvoerlegging van een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf behoren geen verlofmomenten te worden ingebouwd om de gedetineerde in de gelegenheid te stellen zijn onderneming te kunnen leiden. Het is inherent aan de aard van de detentie dat daarvoor andere regelingen moeten
worden
getroffen. Klager is recentelijk geselecteerd voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.). In het kader van zijn regimaire verloven zal hij dan in staat zijn in de weekeinden zaken te regelen voor de bedrijfsvoering.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de b.b.i. van de PI Tilburg heeft positief geadviseerd ten aanzien van het verzoek om strafonderbreking.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van één jaar met aftrek, wegens heling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 23 april 2009.

Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan
met
een andere vorm van verlof.

Het verzoek om strafonderbreking is ingediend om klager in staat te stellen zich voor te bereiden op en het bijwonen van een aantal tentamens en in verband met omstandigheden van zakelijke aard.

Ten aanzien van de voorbereiding voor de tentamens geldt dat die voorbereiding, weliswaar minder gemakkelijk dan in een niet-detentiesituatie, tijdens de normale tenuitvoerlegging van de detentie moet kunnen worden verricht. Derhalve is niet sprake van
een zodanig bijzondere omstandigheid, dat dit een strafonderbreking zou kunnen rechtvaardigen.

Voor het bijwonen van tentamens geldt dat hiervoor zonodig incidenteel verlof kan worden aangevraagd.

Ten aanzien van hetgeen door klager naar voren is gebracht ten aanzien van de omstandigheden van zakelijke aard, in casu het behartigen van de belangen van zijn bedrijf, geldt dat dit volstrekt onvoldoende is onderbouwd.

De beroepscommissie komt, het vorenstaande in onderling verband en samenhang bezien, tot het oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk moet worden
aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 februari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven