nummer: 08/3317/GV
betreft: [klager] datum: 10 februari 2009
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,
[...], verder te noemen klaagster,
gericht tegen een op 26 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster alsmede haar raadsvrouw, mr. T. de Bont, om haar beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof toegewezen met de voorwaarde dat dit verlof dient plaats te vinden onder strikte en permanente begeleiding van medewerkers van
de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O).
2. De standpunten
Door en namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. In overleg met de directeur van Nieuwersluis is om incidenteel verlof verzocht voor klaagster. Daarbij werd aangegeven dat er begeleiding zou zijn van de maatschappelijk werker en een
penitentiair inrichtingswerker. Dit voorstel werd gedaan in verband met klaagsters stapsgewijze reïntegratie. De selectiefunctionaris heeft vervolgens striktere begeleiding en bewaking voorgeschreven. Dit is gebeurd zonder enige motivering. Om die
reden
kan die beslissing geen stand houden. Ook is in de beschikking geen vermelding opgenomen omtrent het mogelijke rechtsmiddel tegen die beslissing.
Reden voor het aangevraagde verlof was dat klaagster in de gelegenheid zou worden gesteld pasfoto’s te laten maken en een identiteitsbewijs aan te vragen. Klaagster is van mening dat de voorwaarde van strikte begeleiding en bewaking niet redelijk is.
Dat geldt temeer nu klaagster in januari 2009 in aanmerking komt voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) gevolgd door een z.b.b.i.-plaatsing. Klaagster reïntegratieplan in het kader van het TR-traject is afgerond en het Openbaar
Ministerie heeft positief geadviseerd omtrent klaagsters b.b.i.-status. Klaagster heeft eerdere verloven gehad die zonder incidenten zijn verlopen. Klaagster heeft van een medewerker van het bureau selectie- en detentiebegeleiding te horen gekregen dat
het beleid in zake begeleiding bij verlof gewijzigd zou zijn en dat die begeleiding voortaan dient te geschieden door medewerkers van DV&O. Klaagster heeft daarmee ingestemd onder de voorwaarde dat er geen handboeien of broekstok aangelegd zouden
worden
en dat de medewerkers van DV&O klaagster in burgerkleding zouden begeleiden. Klaagster heeft vervolgens op 12 december 2008 geweigerd mee te gaan met de begeleiders van DV&O omdat niet was voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden. Het verlof is
daarop opgeschort tot het moment dat klaagster een b.b.i.-status zou hebben en in aanmerking zou komen voor onbegeleid verlof. Klaagster stelt zich op het standpunt dat de aan haar gedane toezeggingen niet zijn nagekomen. De selectiefunctionaris heeft
weliswaar aangegeven dat is gezocht naar een oplossing en dat deze oplossing is gevonden in het versneld voorstellen van klaagster voor een b.b.i.-status. Nu klaagster op zich al op 21 januari 2009 voor een b.b.i.-status in aanmerking kwam, is
klaagster
van mening dat de selectiefunctionaris haar niet heeft gecompenseerd voor misgelopen verlof. Het beroep komt daarom voor gegrondverklaring in aanmerking. Klaagster verzoekt de beroepscommissie te willen bepalen dat – ter compensatie – haar extra verlof
wordt toegekend dan wel dat zij versneld in aanmerking komt voor een z.b.b.i.-status.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt nader toegelicht. Bij de uitvoering van het aan klaagster verleende incidentele verlof is een fout opgetreden. Het was de bedoeling dat klaagsters vervoer zou geschieden in een reguliere
personenauto. Die bleek niet beschikbaar en daarop zijn medewerkers van DV&O, in burgerkleding, met een transportbusje bij de inrichting gekomen. Klaagster heeft daarop geweigerd mee te gaan. Dit is, gelet op de daaromtrent gemaakte afspraken,
begrijpelijk. Er is gezocht naar een oplossing en besloten is klaagster versneld voor te stellen voor plaatsing in een b.b.i. Indien er zich geen incidenten voordoen zal klaagster binnen een week na ontvangst van het selectievoorstel geselecteerd
worden
voor plaatsing in een b.b.i. Zij zal na de plaatsing aldaar in de gelegenheid worden gesteld om zelfstandig naar het gemeentehuis te gaan en daar de benodigde identiteitspapieren te regelen.
Op klaagsters verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de normaal beveiligde inrichting Nieuwersluis heeft positief geadviseerd ten aanzien van de aanvraag om incidenteel verlof en aangegeven dat daarbij sprake kon zijn van begeleiding door personeel van de inrichting..
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Arnhem heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verlenen van incidenteel verlof, mits voorzien van begeleiding door het personeel.
Blijkens het reïntegratieplan Terugdringen Recidive (TR) komt klaagster in aanmerking voor plaatsing in een zogenaamd gestapeld traject, uitmondend in deelname aan een penitentiair programma met elektronisch toezicht
3. De beoordeling
Klaagster ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek, wegens moord. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 juli 2010.
Het beroep is gericht tegen het onderdeel van de beslissing van de Staatssecretaris, waarin is bepaald dat het verleende incidentele verlof dient te geschieden onder strikte en permanente bewaking van medewerkers van DV&O.
Uit de inlichtingen namens de Staatssecretaris komt afdoende naar voren dat getracht is bij het te verlenen incidenteel verlof ervoor te zorgen dat de bewaking van klaagster geschiedde door in burger geklede medewerkers van DV&O en dat het transport
diende te geschieden in een reguliere personenauto. Blijkens de inlichtingen namens de Staatssecretaris is er met name bij de keuze van het transportmiddel een fout gemaakt, waardoor voor een transportbusje van DV&O is gekozen.
Nu de gevolgen van deze fout zijn gecompenseerd door klaagster versneld voor een b.b.i.-status in aanmerking te brengen, verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 februari 2009.
secretaris voorzitter