Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/43645/GB, 23 januari 2025, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2025

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/43645/GB

Betreft [klager]

Datum 23 januari 2025

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Heerhugowaard of van een PI in de regio Noord-Holland of Utrecht.

De – zo begrijpt de beroepscommissie – Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 16 september 2024 afgewezen.

Klagers raadsman, mr. S.J.F. van Merm, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De beoordeling

Klager verblijft op dit moment in de gevangenis van de PI Leeuwarden. Hij wil graag worden overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Heerhugowaard, omdat hij dan gemakkelijker bezoek kan ontvangen van met name zijn dochter. In beroep geeft klager aan dat hij naar de PI Alphen te Alphen aan den Rijn of naar het Justitieel Complex (JC) Zaanstad wenst te worden overgeplaatst wanneer een overplaatsing naar de PI Heerhugowaard niet mogelijk is.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang. Klagers vestigingsadres ligt in het arrondissement Noord-Holland.

 

Verzoek om overplaatsing naar de PI Heerhugowaard of het JC Zaanstad

Voor zover klagers verzoek ziet op een overplaatsing naar de PI Heerhugowaard of naar het JC Zaanstad, geldt dat deze inrichtingen in het arrondissement van vestiging liggen, terwijl de PI Leeuwarden in een ander arrondissement ligt. Klagers verzoek vindt, in zoverre, dus steun in de Regeling.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is echter sprake van belangen die zich verzetten tegen overplaatsing van klager naar één van de genoemde inrichtingen. Zij overweegt daartoe als volgt.

 

PI Heerhugowaard

Uit het selectieadvies volgt dat het personeel van de PI Heerhugowaard heeft aangegeven dat klager daar niet welkom is, vanwege bekendheid met het personeel. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inlichtingen vanuit de PI Heerhugowaard. Uit het selectieadvies volgt daarnaast dat klager op 8 maart 2024 een beslissing heeft ontvangen waarin duidelijk is geworden dat hij daar niet welkom is, maar klager zou hebben aangegeven dat hij nogmaals zwart op wit wil hebben waarom hij niet welkom is in de PI Heerhugowaard. Hieruit maakt de beroepscommissie op dat het voor klager wel degelijk duidelijk is waarom hij niet naar de PI Heerhugowaard kan worden overgeplaatst.

De beroepscommissie is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat verweerder redelijkerwijs heeft kunnen beslissen om klager niet over te plaatsen naar de PI Heerhugowaard vanwege bekendheid met het personeel.

 

JC Zaanstad

Klager heeft een indicatie voor plaatsing op een eenpersoonscel (EPC). Hoewel het JC Zaanstad in geringe mate beschikt over EPC’s, is het de beroepscommissie bekend dat gedetineerden in het JC Zaanstad in beginsel alleen op een meerpersoonscel (MPC) worden geplaatst. Omdat een plaatsing van klager op een MPC niet mogelijk is, behoort een overplaatsing naar het JC Zaanstad ook niet tot de mogelijkheden.

 

Verzoek om overplaatsing naar de PI Alphen

Voor zover klagers verzoek ziet op een overplaatsing naar de PI Alphen, geldt dat deze inrichting gelegen is in een arrondissement dat aanpalend is aan klagers arrondissement van vestiging, namelijk in het arrondissement Zuid-Holland.

Ook de PI Leeuwarden, gelegen in het arrondissement Noord-Nederland, ligt strikt genomen aanpalend aan klagers arrondissement van vestiging. De beroepscommissie wenst daarover evenwel op te merken dat dit uitgangspunt met zich mee kan brengen dat er (te) grote (reis)afstanden ontstaan, omdat de arrondissementen Noord-Nederland en Noord-Holland enkel met elkaar verbonden zijn door de Afsluitdijk. De beroepscommissie acht het van belang dat daarmee in voorkomende gevallen rekening wordt gehouden.

In dit geval is de beroepscommissie evenwel van oordeel dat niet gebleken is van een goede reden op grond waarvan verweerder klager (alsnog) zou moeten overplaatsen naar de PI Alphen.

De beroepscommissie begrijpt dat klager graag vaker bezoek zou willen ontvangen van zijn dochter en kleinkinderen. Klager heeft de bezoekproblemen echter alleen toegelicht door het benoemen van de reisafstand voor zijn bezoek en door te benoemen dat het bezoeken van klager steeds lastiger te combineren is met het werk van zijn dochter. Daarmee is het nog niet duidelijk geworden waarom het voor klagers bezoek op dit moment (concreet) te lastig is om hem te bezoeken. Klager is in elk geval niet verstoken van bezoek. Uit het selectieadvies volgt immers dat hij drie keer per maand bezoek ontvangt. De beroepscommissie neemt daarnaast nog in aanmerking dat het verschil in reistijd niet zodanig is dat hieruit kan worden verklaard waarom bezoek in de PI Alphen door de betrokkenen wel mogelijk is en in de PI Leeuwarden niet.

 

Conclusie

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 23 januari 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. C. Fetter, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en mr. F. Sieders, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven