Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2578/GM, 9 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2578/GM

betreft: [klager] datum: 9 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Woodrow, advocaat te Tilburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 7 oktober 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 december 2008, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.
Klagers raadsman en de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Arnhem hebben laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 8 en 16 september 2008, betreft het niet detentieongeschikt verklaren van klager.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is het volgende aangevoerd. In 2002 zijn er gezwellen gevonden in klagers hals. Enige jaren geleden is er een nier verwijderd en 27 kankergezwellen. Klager heeft bestraling gehad. Niet alle gezwellen zijn verwijderd. Zijn
gezondheidssituatie verslechtert thans, klager is erg vermagerd en zijn gezichtsvermogen gaat achteruit. Hij moet in de gaten gehouden worden. Binnen de inrichting kan hij niet de nodige zorg krijgen die hij nodig heeft. Klager wil daarom
detentieongeschikt verklaard worden.
Ter zitting heeft klager daar nog aan toegevoegd dat er te weinig variatie in zijn voeding zit. Hij mag alleen zacht voedsel eten.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt.
Er is een ct-scan gemaakt van klagers hals en longen waarbij geen verdachte afwijkingen te zien waren. Daarnaast is er een PET-scan verricht welke evenmin verdachte uitzaaiingen heeft laten zien. Dit waren redenen klager niet detentieongeschikt te
verklaren. Klager is niet terminaal. Eventueel ondergewicht kan via aanvullende drinkvoeding worden behandeld.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat de vraag of klager detentie(on)geschikt is niet aan haar oordeel is onderworpen.
De beroepscommissie is van oordeel dat uit de medische gegevens volgt dat niet is gebleken dat door of namens de inrichtingsarts onzorgvuldig jegens klager is gehandeld.
Hetgeen klager heeft aangevoerd met betrekking tot het gebrek aan variatie in zacht voedsel vormt, nog daargelaten of dit als een handelen door of namens de inrichtingsarts zou moeten worden aangemerkt, geen onderdeel van klagers oorspronkelijke klacht
en ligt derhalve niet ter beoordeling voor.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 9 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven