Nummer 23/37652/GA
Betreft [klager]
Datum 20 januari 2025
itspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de insluiting op eigen cel op 25 augustus 2022.
De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Lelystad heeft op 21 november 2023 het beklag ongegrond verklaard (PL2022/783). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsman, mr. F.A. van Katwijk, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de PI Lelystad (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Aan klager en zijn afdeling is een ordemaatregel opgelegd. Een schriftelijke beslissing is, in strijd met de wet, achterwege gelaten. De beklagcommissie schuift dit te eenvoudig terzijde. Het is niet veel werk om identieke beslissingen te maken en alleen de naam van de betreffende gedetineerden te wijzigen. Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.
Standpunt van de directeur
De directeur heeft laten weten geen aanvullingen te hebben in beroep.
3. De beoordeling
Klager (en medegedetineerden) zijn op 25 augustus 2022 ingesloten, vanwege een grootschalige spitactie in samenwerking met de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid (LBB), omdat er werd vermoed dat er een wapen in de inrichting was.
Partijen zijn het er (kennelijk) over eens dat in deze situatie het opleggen van een ordemaatregel is aangewezen. De beroepscommissie deelt die opvatting, omdat de orde en veiligheid in de inrichting de directe aanleiding is van de insluiting (vergelijk RSJ 1 mei 2024, 23/32160/GA) en de insluiting tijdens de celinspectie niet slechts van korte duur was (anders dan bijvoorbeeld in RSJ 24 maart 2021, R-19/5223/GA).
De directeur moet in zo’n geval aan gedetineerden een schriftelijke mededeling geven van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering (op grond van artikel 58, eerste lid, in verbinding met artikel 57, eerste lid, aanhef en onder c, in verbinding met artikel 24, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw)).
De beroepscommissie heeft hierbij een uitzonderingsmogelijkheid aangenomen in RSJ 31 december 2019, R-19/3242/GA. Op basis van die uitspraak heeft de beklagcommissie geoordeeld dat het geven van een schriftelijke mededeling ook in deze zaak achterwege kon blijven.
De beroepscommissie volgt die conclusie niet. De situatie in deze zaak is wezenlijk anders en niet zodanig uitzonderlijk dat die een uitzondering op het dwingende wetsvoorschrift kan rechtvaardigen. Daarbij is, anders dan in de aangehaalde zaak, ook niet gesteld of gebleken dat de directeur op andere manieren heeft geprobeerd om aan zijn informatieplicht invulling te geven.
Overigens moet de directeur een gedetineerde in beginsel ook horen, voordat hij aan de gedetineerde een ordemaatregel oplegt. Dit hoeft in dit geval echter niet als de vereiste spoed zich ertegen verzet (artikel 57, derde lid, aanhef en onder a, van de Pbw). De beroepscommissie begrijpt dat dat in deze situatie het geval was.
Omdat klager in strijd met de wet geen schriftelijke mededeling van de ordemaatregel heeft ontvangen, zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie vindt de beslissing om klager in te sluiten, gelet op de beschreven situatie, niet onredelijk of onbillijk. De beroepscommissie zal daarom aan klager een relatief beperkte tegemoetkoming toekennen, namelijk van €7,50.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.
Deze uitspraak is op 20 januari 2025 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. F. Sieders, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter