Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/45300/SGA, 20 december 2024, schorsing
Uitspraakdatum:20-12-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/45300/SGA

Betreft verzoeker

Datum 20 december 2024

 

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Lelystad (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, voor de duur van - zo begrijpt de voorzitter - zeven dagen, in verband met een lopend onderzoek naar (de inhoud van) een telefoon die op 4 oktober 2024 bij verzoeker is aangetroffen, ingaande op 18 december 2024 om 15.45 uur en eindigend op 25 december 2024 om 15.45 uur.

Verzoekers raadsvrouw, mr. B.I. Keukens, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (PL2024-1901).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat op 4 oktober 2024 een telefoon bij verzoeker is aangetroffen die aan hem gelinkt kan worden. Verzoeker erkent ook dat de aangetroffen telefoon van hem is, zo volgt uit de stukken. Gelet hierop en naar aanleiding van informatie van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt is op 9 december 2024 voor het eerst besloten om verzoeker op grond van een ordemaatregel af te zonderen en hem, op zijn advocaat na, geen contact met de buitenwereld te laten hebben. Nu het onderzoek naar mogelijk voortgezet crimineel handelen in detentie nog loopt, en in verband met het handhaven van de orde en veiligheid in de inrichting, is de ordemaatregel herhaaldelijk verlengd, en voor het laatst op 18 december 2024 voor de duur van zeven dagen.

De voorzitter overweegt als volgt.

Op grond van artikel 23, eerste lid onder a, van de Penitentiaire Beginselenwet kan de directeur een ordemaatregel opleggen indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. De voorzitter begrijpt dat de ordemaatregel (kennelijk) preventief is opgelegd, in afwachting van de uitkomst van een lopend onderzoek naar (de inhoud van) een telefoon. De voorzitter overweegt dat, naarmate een ingrijpende ordemaatregel als deze langer voortduurt, de eisen aan de onderbouwing daarvan zwaarder worden. Naar het oordeel van de voorzitter heeft de directeur onvoldoende onderbouwd waarom het op dit moment nog steeds noodzakelijk is om verzoeker af te zonderen in een afzonderingscel en zijn contact met de buitenwereld te beperken tot zijn advocaat. Gelet op het voorgaande zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 20 december 2024 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven