Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/3296/GV, 19 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:19-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/3296/GV

betreft: [klager] datum: 19 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 december 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De aanvraag voor verlof is afgewezen omdat klager in 2002 niet is teruggekeerd van verlof. Echter, nadat klager zich in 2005 weer heeft gemeld, kon hij wel in aanmerking komen voor verlof. Klager heeft
tijdens zijn detentie nimmer rapport gekregen.
Klager is op 11 juli 2008 gearresteerd in verband met een ontnemingsvordering. Klager had een betalingsregeling getroffen met het CJIB. Echter na klagers faillietverklaring werd de betalingsregeling stopgezet.
Klagers schoonmoeder is een paar weken geleden overleden. Klagers vrouw is depressief en is onder behandeling voor haar problemen. Zij is erg instabiel en heeft ook last van hyperventilatie. Verder is zij bezorgd om klagers gezondheid. Klager heeft
complicaties in verband met slecht werkende nieren. Klager vrouw staat op instorten. Daarom wil klager enige tijd met zijn vrouw doorbrengen. Klager en zijn vrouw hebben elkaar in deze moeilijke tijd hard nodig.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het verzoek om strafonderbreking is afgewezen, omdat het OM negatief heeft geadviseerd. Verder is gebleken dat klager tijdens een eerdere detentie, weliswaar een behoorlijke
tijd geleden, niet is teruggekeerd van een aan hem verleend verlof. Klager verzoekt tevens om strafonderbreking om zijn vrouw te ondersteunen. Hij onderbouwt dit verzoek niet met stukken waaruit blijkt dat deze ondersteuning door klager noodzakelijk
is.
Het Bureau Medische Advisering heeft geadviseerd dat omgekeerd bezoek geïndiceerd is. Dit betekent een bezoek onder begeleiding. Ook het OM adviseert een begeleid bezoek. Dit bezoek heeft plaatsgevonden op 23 december 2008.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zoetermeer heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de strafonderbreking, maar positief ten aanzien van begeleid verlof.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Haag adviseert positief ten aanzien van verlof voor een bezoek aan de schoonmoeder, mits onder begeleiding. De politie Den Haag adviseert positief. De Medisch Adviseur bij het Ministerie van
Justitie acht een omgekeerd bezoek geïndiceerd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een lijfsdwang van 360 dagen. Aansluitend dient hij eventueel 22 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan. Klagers einddatum van zijn detentie is op of omstreeks 9
augustus 2009.

Op grond van artikel 34 van de regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer dat
niet
kan worden volstaan met een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 juncto artikel 23 van de Regeling kan strafonderbreking eveneens worden verleend voor een bezoek aan een in ernstige psychische nood verkerende levenspartner. Klager stelt dat
zijn vrouw en hij elkaar hard nodig hebben. Klager verwijst hiervoor naar de gezondheid van zijn vrouw, zijn eigen gezondheid en het feit dat zijn schoonmoeder recent is overleden. Mede op basis van de uitgebrachte adviezen heeft de Staatssecretaris
ingestemd met een begeleid bezoek, dat op 23 december 2008 heeft plaatsgevonden. Door klager zijn geen (medische) verklaringen overgelegd op grond waarvan daarnaast een strafonderbreking noodzakelijk is. Derhalve kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 januari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven