Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2788/GA, 15 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:15-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2788/GB

Betreft: [klager] datum: 15 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 oktober 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 21 augustus 2006 in Nederland in het kader van de Wots gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Haarlem. Op 10 november 2006 is hij geplaatst in de gevangenis Zuyderbos. Vanuit de gevangenis Zuyderbos is hij overgeplaatst
naar
de gevangenis Ter Apel, waar hij in ieder geval sedert medio oktober 2008 verblijft en waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft aangevoerd dat hij in de gevangenis Zuyderbos is beschuldigd van betrokkenheid bij een ernstig incident, ten gevolge waarvan hij (in eerste instantie) intern werd overgeplaatst. Klager heeft daar toen meerdere malen aangegeven onschuldig
te
zijn en niet bij dat incident betrokken te zijn geweest. Klager werd overgeplaatst naar afdeling A1 en het slachtoffer van dat incident werd vervolgens in hetzelfde paviljoen op afdeling A0 geplaatst. Tijdens het luchten sprak die gedetineerde klager
aan en vroeg hem hoe het met hem ging. Klager heeft daar boos en geschokt op gereageerd en aan die gedetineerde om een verklaring gevraagd waarom hij klager als dader had aangewezen. Die medegedetineerde gaf aan dat niet te weten. Hierdoor raakte
klager
verder geïrriteerd en toen heeft hij een aantal opmerkingen naar die persoon gemaakt. Toen vervolgens het afdelingspersoneel er bij kwam werd klager, zonder nader onderzoek, als veroorzaker van de onrust aangemerkt. De volgende dag kreeg klager te
horen
dat hij zou worden overgeplaatst naar Ter Apel, dit omdat hij volgens de directeur ver onder de maat zou presteren. De selectiefunctionaris geeft echter aan dat de overplaatsing geschiedde in verband met de orde en veiligheid in de inrichting. Klager
is
van mening dat de directeur nader onderzoek had moeten doen en dan had kunnen weten dat klager niet de aanleiding was voor het voorval en dat dan ook geen overplaatsingsvoorstel nodig zou zijn geweest.
Klagers raadsman heeft op 3 november 2008 verzocht om een redelijke termijn voor het aanvullen van de gronden van het beroep. Op 5 januari 2009 was van de raadsman van klager nog geen aanvulling van gronden voor het beroep ontvangen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het beroepschrift komt naar voren dat klager het niet eens is met de inhoud van het selectieadvies. Volgens de selectiefunctionaris dient klager zich in een dergelijk geval te wenden tot de beklagcommissie. De selectiefunctionaris heeft op basis
van
het hem bereikte selectieadvies de onderhavige beslissing genomen die door hem als niet onredelijk of onbillijk wordt aangemerkt. De selectiefunctionaris stelt zich op het standpunt dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep
en dat het beroepschrift alsnog ter behandeling (als klaagschrift) dient te worden doorgezonden aan de beklagcommissie bij de gevangenis Zuyderbos..

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die een gevangenisstraf ondergaat in het kader van de Wots, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiebeslissing, waartegen door klager een bezwaarschrift is ingediend, is genomen op de grond dat klagers functioneren in de gevangenis Zuyderbos van dien aard was, dat een verder verblijf aldaar niet aangewezen was. In zijn beslissing
op
het bezwaarschrift is die grond door de selectiefunctionaris nader uitgewerkt. Klagers bezwaar is met name gericht op de inhoud van het selectieadvies, waarvan de inhoud door hem als onjuist wordt betiteld. Voor zover de selectiefunctionaris heeft
aangegeven dat klager zich daaromtrent dient te wenden tot de beklagcommissie, gaat hij er aan voorbij dat een selectieadvies geen beslissing is van de directeur als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, en dat eventuele bezwaren tegen dat
advies aan de orde dienen te komen bij de behandeling van het bezwaar- respectievelijk het beroepschrift. Dit behoeft in dit geval evenwel niet te leiden tot een gegrondverklaring van het beroep. De selectiefunctionaris heeft in de bestreden beslissing
verwezen naar de inhoud van het selectieadvies en de daarbij gevoegde verslagen. Op grond van hetgeen daarin staat vermeld, is voldoende aannemelijk dat klager betrokken is geweest bij een incident met een medegedetineerde en dat een verder verblijf
van klager en die medegedetineerde in dezelfde inrichting een gevaar voor de orde en rust opleverde. Nu voorts voldoende aannemelijk is dat klager in dit geheel een actieve rol heeft gespeeld, kan de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris,
bij
afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 15 januari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven