Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/41525/TA, 27 november 2024, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/41525/TA

Betreft [klager]

Datum 27 november 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 23 februari 2024 tot het afwijzen van een financieel plan.

De beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere (hierna: de instelling) heeft op 18 juni 2024 het beklag ongegrond verklaard (OV 2024/44). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klagers raadsvrouw en, namens de instelling, […] en […] gehoord op de zitting van 18 oktober 2024 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Mr. C.K. van Dijk, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

De beroepscommissie heeft vervoer voor klager geregeld, zodat hij op de zitting kon worden gehoord. Klagers raadsvrouw heeft aangegeven dat hij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager verzoekt de uitspraak van de beklagcommissie te bevestigen op het onderdeel ontvankelijkheid.

Het hoofd van de instelling heeft ten onrechte klagers verzoek om een maandelijkse bijdrage vanuit zijn netwerk te ontvangen, afgewezen. Voorafgaand aan zijn detentie en tbs kreeg klager een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering. In de penitentiaire inrichting was klager uitgesloten van arbeid wegens beperkte psychische draagkracht. Dit is bij binnenkomst in de instelling gemeld. Het is niet zo dat klager niet wil werken. Hij heeft vanaf augustus 2023 geprobeerd te werken, maar dit lukte niet altijd of hij moest eerder stoppen. Vanaf september 2023 is klager vijftien uur per week gaan werken. Het financiële plan is gebaseerd op vijftien uur werk en daarnaast een bijdrage van het netwerk. De instelling wilde dat klager meer werkte dan vijftien uur per week. Het is niet duidelijk hoeveel uur de instelling wilde dat klager werkte. Klager had niet de bedoeling enkel te teren op het netwerk. Klager heeft keurig berekend wat zijn inkomsten en uitgaven waren en kende daardoor zijn tekorten.  

Vanaf eind februari 2024 is klager volledig uitgevallen voor arbeid, vanwege beperkte draagkracht. Hij heeft ongeveer drie maanden niet gewerkt. De afgelopen drie maanden heeft klager wel gewerkt. Hij werkt acht uur per week. De psychiater van de instelling heeft rond april 2024 een psychische kwetsbaarheid vastgesteld en hij heeft vastgesteld dat er bij klager daadwerkelijk sprake is van restsymptomen en verminderde draagkracht. De instelling heeft nu vastgesteld dat klager tien uur per week zou moeten kunnen werken. De instelling staat sinds de uitval van klager en het verminderde aantal uren arbeid, wel toe dat het netwerk van klager een bedrag van €350,- per maand overmaakt naar klager.

Het beklag moet alsnog gegrond verklaard worden en aan klager moet een tegemoetkoming worden toegekend voor de maanden dat hij ten onrechte geen eigen bijdrage van zijn netwerk mocht ontvangen.

Standpunt van het hoofd van de instelling

Een onderdeel van de behandeling is het deelnemen aan het arbeidsproces en het leren rondkomen en/of budgetteren. Giften, zoals klager maandelijks wenst te ontvangen van familie, worden binnen de instelling alleen goedgekeurd bij feest- en verjaardagen. Klager is in zijn financiële plan uitgegaan van loon bij vijftien uur per week werken. Hij weigerde meer te werken dan vijftien uur per week. De instelling blijft bij het standpunt dat klager in die periode meer uren kon werken en daarmee meer loon kon genereren. Door klager is niet met stukken onderbouwd dat hij vóór zijn detentie arbeidsongeschikt was en een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving. Hoewel niet duidelijk is hoe destijds is vastgesteld dat klager meer kon werken dan vijftien uur per week, blijkt nergens uit dat klager in de betreffende periode niet meer uren kon werken dan vijftien uur per week.

 

3. De beoordeling

Ingevolge artikel 40, tweede lid, van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden berust het beheer van het eigen geld van de verpleegde bij het hoofd van de instelling, tenzij in het verplegings- en behandelingsplan anders is bepaald. Dit beheer vormt dus een beperking van het eigendomsrecht van de verpleegde. Het beklag richt zich tegen een concrete beslissing in het kader van de beheersbevoegdheid van het hoofd van de instelling. Klager is terecht ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

Het hoofd van de instelling heeft besloten het financiële plan van klager af te keuren, in die zin dat het verzoek van klager om een maandelijkse bijdrage vanuit zijn netwerk te ontvangen, is afgewezen. Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is gebleken dat het deelnemen aan het arbeidsproces en het leren rondkomen en/of budgetteren onderdeel is van de behandeling. Daarbij komt dat giften binnen de instelling alleen goedgekeurd worden bij feest- en verjaardagen. Het hoofd van de instelling is er destijds vanuit gegaan dat klager meer kon werken dan de vijftien uur per week die klager opvoerde in zijn financiële plan. Er waren ten tijde van de bestreden beslissing geen aanwijzingen dat klager niet meer dan vijftien uur per week kon werken. Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat het hoofd van de instelling destijds, vanuit behandeloogpunt, heeft kunnen beslissen tot afwijzing van het financiële plan van klager. Deze beslissing kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

 

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is op 27 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. S. Prinsen, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven