Nummer 24/41380/TA
Betreft [klaagster]
Datum 27 november 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klaagster] (hierna: klaagster)
1. De procedure
Klaagster heeft beklag ingesteld tegen de beslissing van 9 oktober 2023 om het transmurale verlof op te schorten en daarmee samenhangend de terugplaatsing van klaagster vanuit FPA Heiloo naar de afdeling Sterreschans van FPC Oostvaarderskliniek.
De beklagcommissie bij FPC Oostvaarderskliniek te Almere (hierna: de instelling) heeft op 18 juni 2024 het beklag materieel ongegrond verklaard en formeel gegrond en aan klaagster een tegemoetkoming van €7,50 toegekend (OV 2023/95). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klaagsters raadsvrouw, mr. A.L. Louwerse, heeft namens klaagster beroep ingesteld tegen de (materiële) ongegrondverklaring.
De beroepscommissie heeft klaagsters raadsvrouw en, namens de instelling, […] en […] gehoord op de zitting van 18 oktober 2024 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Mr. C.K. van Dijk, secretaris bij de RSJ, was als toehoorder aanwezig.
De beroepscommissie heeft vervoer voor klaagster geregeld, zodat zij op de zitting kon worden gehoord. Klaagsters raadsvrouw heeft aangegeven dat zij geen gebruik wilde maken van deze mogelijkheid.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klaagster
De opschorting van het transmurale verlof heeft ten onrechte plaatsgevonden en deze heeft te lang voortgeduurd, namelijk van 9 oktober 2023 tot en met 7 november 2023.
De tbs duurt al 21 jaar en er is aangegeven dat dit de laatste resocialisatiepoging zal zijn. In deze laatste poging lag met name de focus op middelengebruik en niet zozeer op contact met mannen. Klaagster is teruggeplaatst omdat haar zoekgeschiedenis niet zichtbaar was en omdat er contact via social media werd onderhouden met mannen. Dat zou tegen de afspraken zijn en klaagster dient openheid van zaken te geven over haar contacten en gebruik van internet. Bij de eerste controle van de telefoon van klaagster stond wel haar web- en zoekgeschiedenis aan, maar klaagster miste blijkbaar een vinkje. Klaagster wist niet hoe het werkte en moest dat leren en navragen. Tijdens deze eerste controle is wel gesproken over contacten via social media, maar er is na de controle nooit een lijst opgesteld met wie de contacten waren en wat de intentie was. Er is nooit naar een dergelijke lijst gevraagd. Na terugplaatsing bleek dat wel aan de persoonlijk begeleider was gevraagd een lijst op te stellen, maar dat heeft de persoonlijk begeleider niet doorgegeven aan klaagster. Het opstellen van een lijst of specifiek nadruk op social media contacten is tijdens het verblijf van klaagster in TMV Basalt of Heiloo ook nooit gevraagd. Ondanks het ontbreken van een dergelijke lijst, mocht klaagster doorstromen naar begeleid wonen, de Villa’s. De lijst is pas verzocht na terugplaatsing. Op Sterreschans heeft klaagster de lijst direct ingevuld. Toen ze haar telefoon terugkreeg zag klaagster dat ze de zoekgeschiedenis wel aan had staan. De ICT’er gaf aan dat hij nooit had gezegd dat de zoekgeschiedenis niet aanstond en alleen had gezegd dat haar tracking niet aanstond. Dit was geen voorwaarde. De gestelde leemtes in de zoekgeschiedenis kan klaagster weerleggen met haar telefoon. Na de eerste controle is er nooit een lijst van contacten opgemaakt. Klaagster zou graag een vergelijking zien van de overzichten waaruit zou moeten blijken dat er tijdens de tweede controle meer contacten met mannen zijn aangetroffen dan bij de eerste controle.
Klaagster vindt de opschorting disproportioneel. Er had kunnen worden volstaan met het beperken van haar vrijheden op de FPA tot de lijsten waren ingevuld. Ook de duur van de opschorting vindt klaagster disproportioneel. Deze betreft bijna een maand. Klaagster had de lijsten en bijbehorende vragen al na een paar dagen ingevuld. Haar plek op de Villa’s was vergeven. De samenwerking met de instelling werd door onvrede stroever. Bij terugkeer in de FPA werden er op allerlei vlakken nieuwe en strakkere regels opgelegd.
De klacht moet inhoudelijk gegrond worden verklaard en er moet een tegemoetkoming worden vastgesteld voor elke dag dat het transmurale verlof ten onrechte is ingetrokken.
Standpunt van het hoofd van de instelling
Van meet af aan is het contact met mannen een onderwerp in de behandeling van klaagster. Zodra klaagster contact heeft met mannen, kan zij worden beïnvloed en houdt zij zich niet meer goed aan de regels en voorwaarden en ontstaat de kans op terugval in middelengebruik. De noodzaak tot het geven van openheid over het contact met mannen is uitgebreid en veelvuldig gecommuniceerd met klaagster. Juist in de fase waarover de klacht gaat, is het belangrijk dat klaagster kan laten zien dat zij een volgende stap, namelijk het begeleid wonen, aan kan. In de periode tot de time-out is het contact met mannen wekelijks een terugkerende vraag geweest. Uit een controle van begin oktober 2023 bleek dat klaagster met meerdere mannen contact had via sociale media. Los van de vraag of klaagster kennis had van de werking van de zoekgeschiedenis en ongeacht haar intenties, had zij open moeten zijn over haar contact met mannen. Dat is niet gebeurd. Het besluit een time-out te geven is in de trajectcommissie in multidisciplinair verband genomen. Klaagster heeft met het meermaals overtreden van de voorwaarden laten zien dat zij de volgende fase op dat moment nog niet aankon.
De duur van de opschorting is niet disproportioneel geweest. Gedurende de time-out heeft klaagster meerdere schrijfopdrachten gekregen en zijn er aangescherpte afspraken gemaakt. Daarnaast is zij van casemanager gewisseld omdat zij de casemanager langdurig ondermijnde en de gemaakte afspraken steeds in twijfel trok of ter discussie stelde. Klaagster heeft tijdens de time-out laten zien dat zij zich aan de voorwaarden kon houden en heeft de schrijfopdrachten naar behoren gemaakt. Op 7 november 2023 is klaagster met de aangescherpte voorwaarden teruggeplaatst op de FPA. Het is niet zo dat klaagster door de duur van de time-out de plaats in het begeleid wonen is misgelopen. Door het handelen van klaagster was voor de FPA al duidelijk dat zij niet verder kon in het traject.
3. De beoordeling
Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, blijkt dat het hoofd van de instelling heeft besloten om het transmurale verlof van klaagster op te schorten, nadat uit verschillende controles van de telefoon van klaagster is gebleken dat zij contact had met mannen, waar de FPA en het behandelteam niet van op de hoogte waren. Het hebben van contact met mannen is voor klaagster een bekende risicofactor en van meet af aan een onderwerp in de behandeling geweest. Het belang van het geven van openheid over het hebben van contact met mannen is vanuit de FPA veelvuldig met klaagster gecommuniceerd. Klaagster heeft over deze contacten echter geen openheid gegeven en hiermee heeft zij zich niet aan de voorwaarden van het transmurale verlof gehouden. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat het hoofd van de instelling destijds heeft kunnen beslissen tot opschorting van het transmurale verlof. Deze beslissing kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.
Klaagster heeft verder aangevoerd dat de voortduring van de opschorting van het transmurale verlof te lang heeft geduurd. Klaagster heeft meerdere schrijfopdrachten moeten maken en de afspraken met haar zijn aangescherpt. Daarnaast is een andere casemanager aangesteld, omdat klaagster de voormalige casemanager langdurig ondermijnde en steeds de gemaakte afspraken in twijfel of ter discussie stelde. De beroepscommissie is van oordeel dat de duur van de opschorting (één maand) niet onredelijk lang is. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre dan ook ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep aan de orde.
Deze uitspraak is op 27 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en dr. T. Jambroes, leden, bijgestaan door mr. S. Prinsen, secretaris.
secretaris voorzitter