Nummer
|
24/42283/GA
|
|
|
|
|
|
|
Betreft
|
[klager]
|
Datum
|
19 november 2024
|
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij verlofuren niet mag meenemen naar de volgende maand.
De beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 23 juli 2024 het beklag ongegrond verklaard (S-2023-375). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. S.G.H. van de Kamp, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie De Schie in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De beoordeling
De beroepscommissie heeft het beroepschrift en de overige stukken in het dossier bestudeerd. Op basis van deze stukken is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie het beklag terecht ongegrond heeft verklaard. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
Uit de stukken volgt dat bij de selectiefunctionaris een verlofaanvraag voor klager is ingediend voor een reeks langdurende re-integratieverloven van 72 uur per maand. De selectiefunctionaris heeft op 22 april 2024 positief geadviseerd voor een reeks van drie langdurende re-integratieverloven, die eenmaal per maand plaatsvinden. Op basis van dat advies kon de directeur het verzochte verlof aan klager toewijzen.
Het blijkt dat klager in de maand april op eigen verzoek 48 uur verlof heeft genoten, omdat hij bij zijn casemanager heeft aangegeven niet meer dan 48 uur nodig te hebben. De beroepscommissie is van oordeel dat dit niet maakt dat aan klager daardoor in een andere maand meer dan het aantal toegekende uren – namelijk 72 – langdurend re-integratieverlof zou kunnen worden verleend (zonder nieuw advies van de selectiefunctionaris).
Zoals de directeur in de reactie op de klacht aangeeft, kan klager de niet bestede uren wel meenemen in het kader van zijn verzoek om zijn volgende verlofreeks, mits die reeks binnen het huidige kalenderjaar valt.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Deze uitspraak is op 19 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. S. Djebali, voorzitter, mr. dr. A. Pahladsingh en mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
secretaris voorzitter