Nummer 24/42438/TA
Betreft [klager]
Datum 29 oktober 2024
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Het beklag van klager ziet op de beperking van zijn stemrecht op 22 november 2023.
De beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray (hierna: de instelling) heeft op
7 augustus 2024 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (RV2023/437). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.
Klagers raadsvrouw, mr. B. Klunder, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en het hoofd van de instelling in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Het stemrecht is een grondrecht. Klager heeft hiervan geen gebruik kunnen maken. Voorheen kon klager stemmen in de instelling. Deze keer was dit niet meer mogelijk en dit werd pas laat bekend. Klager wilde zijn stemrecht uitoefenen, maar dit werd gefrustreerd door het feit dat hij eerst langs de medische dienst moest. Klager mocht uiteindelijk niet met verlof om te stemmen. Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het beklag betreft niet het verlof, maar de beperking van zijn stemrecht.
Standpunt van het hoofd van de instelling
Het beklag heeft geen betrekking op een beslissing als bedoeld in artikel 56 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) waartegen beklag openstaat. Klager is dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. De instelling verwijst als reactie op dit beroep naar haar verweerschrift van 16 mei 2024 en de uitspraak van de beklagcommissie van
7 augustus 2024.
3. De beoordeling
Op grond van de stukken overweegt de beroepscommissie dat het beklag kan worden opgevat als te zijn gericht tegen een vermeende schending van klagers stemrecht, in die zin dat klager door de gang van zaken op 22 november 2023 niet op verlof kon en daardoor geen gebruik kon maken van zijn stemrecht. Op grond van het bepaalde in artikel 56, eerste lid, aanhef en onder e, van de Bvt kan klager alsnog in het beklag worden ontvangen.
Uit de stukken komt naar voren dat klager toestemming had om op 22 november 2023 met begeleid verlof te gaan en dat hij die dag wilde gaan stemmen. Op die dag constateerde de sociotherapie dat klager er niet gezond uit zag, reden waarom de medische dienst is gevraagd om bij klager controles uit te voeren. Tijdens de voorbespreking van het verlof ontstond er een discussie tussen klager en de sociotherapie. Klager wilde vervolgens ook niet meewerken aan de medische controles.
De beroepscommissie stelt vast dat is beslist om klager niet op verlof te laten gaan, omdat de veiligheid niet goed kon worden ingeschat, mede als gevolg van klagers gedrag. Dit is een beslissing die het hoofd van de instelling vanuit veiligheidsoverwegingen voorafgaand aan elk verlof moet maken en die, nu het gaat om kortdurend verlof, op zichzelf niet vatbaar is voor beklag. Dat klager daardoor geen gebruik heeft kunnen maken van zijn stemrecht, kan naar het oordeel van de beroepscommissie het hoofd van de instelling niet worden verweten. De beroepscommissie zal het beklag daarom alsnog ongegrond verklaren.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen, klager alsnog ontvankelijk verklaren in het beklag, maar dit beklag ongegrond verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Deze uitspraak is op 29 oktober 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit
mr. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, mr. D. van der Sluis en dr. J.G. Vinke, leden, bijgestaan door mr. C.K. van Dijk, secretaris.
secretaris voorzitter