Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2720/GB, 29 januari 2009, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2720/GB

Betreft: [klager] datum: 29 januari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 oktober 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet over te plaatsen naar de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 september 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Zutphen. Op 20 juni 2007 is hij geplaatst in de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard. Thans verblijft hij in de gevangenis Zuyderbos, waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft bij zijn beslissing om klager niet over te plaatsen naar de b.b.i. argumenten gebruikt die onwaarheden bevatten. Zo zou klager gerapporteerd zijn ter zake van agressief gedrag jegens medegedetineerden. Dat is onjuist.
Klager heeft tijdens zijn detentie nog nooit een verslag aangezegd gekregen. Het klopt dat klager is overgeplaatst naar een andere verblijfsafdeling wegens gesteld negatief gedrag. Tegen die beslissing is klager in beklag gegaan en de beklagcommissie
moet daarover nog een uitspraak doen. Tijdens de behandeling door de beklagcommissie kon de directeur geen incidenten noemen die tot die overplaatsing zouden hebben geleid. Klager vindt dat hij door het aanvoeren van deze argumenten in zijn belangen
wordt geschaad.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is door de inrichting voorgesteld voor overplaatsing naar de b.b.i. van de locatie Westlinge. Dit voorstel is afgewezen op grond van een negatief advies van het Openbaar Ministerie (OM) en op grond van klagers gedrag gedurende zijn detentie. Bij
gelegenheid van de behandeling van klagers bezwaarschrift beschikte de selectiefunctionaris over meer informatie. Daaruit bleek dat klager indertijd in voorlopige hechtenis is genomen in verband met het plegen van een strafbaar feit tijdens een hem
door
de rechter opgelegde proeftijd. Ook is zijn negatieve gedrag in de inrichting uitgebreider beschreven in het selectieadvies van 7 november 2008, dat strekt tot klagers overplaatsing naar de gevangenis Alphen aan den Rijn. De selectiefunctionaris is van
mening dat klager niet in aanmerking komt voor verdere (regimaire) vrijheden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyderbos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager is van mening dat hij, mede gelet op het daartoe strekkende selectieadvies, dient te worden geplaatst in een b.b.i.

4.4. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een
strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.5. In de toelichting op dit artikel (Staatscourant 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving
een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.6. Het selectieadvies van 10 september 2008 is positief ten aanzien van een overplaatsing naar een b.b.i. nu er voor klager een trajectplan is opgesteld in samenwerking met het Bureau TR en klager in aanmerking komt voor een zogenaamde
COVA-training, welke training in een b.b.i. aaangevangen zou kunnen worden. Klagers gedrag in de inrichting wordt daarbij als positief aangemerkt.

Blijkens het selectieadvies van 9 oktober 2008 is klagers gedrag in de inrichting nadien (enige tijd) in negatieve zin veranderd, waarbij tevens is aangegeven dat die (negatieve) verandering na een overplaatsing van een medegedetineerde naar een andere
afdeling weer in positieve zin is gewijzigd.

In beide selectieadviezen wordt gewag gemaakt van het negatieve advies van het OM ten aanzien van klagers overplaatsing naar een b.b.i. In het advies van 10 september 2008 wordt opgemerkt: “De leden van het Unit Detentie Beraad hebben zich op basis van
het gedrag van betrokkene binnen de inrichting positief uitgesproken ten opzichte van plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting met regimair verlof, ondanks het negatieve advies van het OM.”
Het advies van het OM zelf ontbreekt bij de stukken. Er is in de zaak van klager niet sprake van een executie-indicator.Tegen de achtergrond van de in het dossier aanwezige selectieadviezen is de beslissing van de selectiefunctionaris waarin een beroep
wordt gedaan op gedrag in de inrichting en op het bestaan van een negatief advies van het OM onvoldoende met redenen omkleed. De bestreden beslissing van de selectiefunctionaris moet daarom worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 januari 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven