Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2532/GB, 30 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2532/GB

Betreft: [klager] datum: 30 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 september 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het HVB/ISD Amsterdam, locatie De Havenstraat, ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 juli 2008 gedetineerd. Hij verbleef sedert 19 augustus 2008 in het HVB/ISD Amsterdam, locatie De Schans. Op 8 september 2008 is hij overgeplaatst naar het HVB/ISD Amsterdam, locatie De Havenstraat.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de beslissing van de selectiefunctionaris wordt vermeld dat het bezwaar van klager ongegrond wordt verklaard nu de initiële plaatsing van klager in De Schans onjuist was, nu het hier om een inrichting voor ISD-veroordeelden gaat. Dat argument snijdt
geen hout nu klager ook in De Havenstraat op de ISD-afdeling is geplaatst. De bezwaren tegen de overplaatsing zoals bij bezwaarschrift zijn vermeld, blijven derhalve gehandhaafd. In het bezwaarschrift van 4 september 2008 is aangevoerd dat klagers
overplaatsing naar De Schans veel onrust bij hem heeft opgeleverd. Hij moet wennen aan nieuwe bewaarders, nieuwe medegedetineerden en nieuwe huisregels. De beperkte verstandelijke vermogens van klager maken dat het hem veel meer moeite kost dan bij
andere gedetineerden om de nieuwe indrukken en de nieuwe situatie te verwerken. Thans wordt hij binnen 14 dagen opnieuw overgeplaatst omdat hij mogelijk in aanmerking komt voor een ISD-maatregel. Dat is dezelfde reden om hem eerst naar De Schans over
te
plaatsen. Niet valt in te zien waarom de mogelijke oplegging van de ISD-maatregel in strijd is met een verblijf in De Schans. Klager mocht erop vertrouwen dat de beslissing om hem voor De Schans te selecteren deugdelijk onderbouwd was nu er rekening
was
gehouden met alle beschikbare informatie.
In reactie op de toelichting van de selectiefunctionaris wordt nog opgemerkt dat daarin niet wordt ingegaan op het argument dat klager in De Schans, net als in De Havenstraat, al op de ISD-afdeling verbleef. Ook in De Havenstraat verblijft klager
derhalve op een afdeling waar mensen zitten die al een ISD-maatregel opgelegd hebben gekregen. De reclassering kan klager op dezelfde voorwaarden bezoeken in De Schans. Sterker nog, in De Schans zijn in tegenstelling tot De Havenstraat geen bloktijden.
Er is geen duidelijke reden gegeven waarom klager nu overgeplaatst moest worden; de voorzieningen die genoemd worden zijn alle voorhanden in De Schans.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 8 juli 2008 preventief ingesloten in het h.v.b. Almere-Binnen voor het parket Amsterdam. Vanwege de zwakbegaafdheid en zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft de inrichting in samenspraak met de gedragsdeskundige besloten klager te
plaatsen op de luwteafdeling. Vanwege de mogelijke uitspraak tot oplegging van de ISD-maatregel is klager op 19 augustus 2008 overgeplaatst naar PI De Schans. Echter deze inrichting is bedoeld voor mensen bij wie de ISD-maatregel al is opgelegd.
Derhalve is klager op 1 september 2008 overgeplaatst naar PI De Havenstraat. Tegen deze beslissing is klager in bezwaar gegaan. Namens klager wordt aangegeven dat het voor hem veel moeite kost om te wennen aan de nieuwe situatie, medegedetineerden en
huisregels. Klager is in Amsterdam geplaatst in het kader van een mogelijke ISD-maatregel. In deze inrichting wordt klager gemotiveerd en voorbereid op deze maatregel. Tevens is er voor de reclassering de mogelijkheid om klager te bezoeken en
rapportage
uit te brengen naar de rechtbank. Op 27 oktober 2008 is er contact opgenomen met de inrichting over de zitting; de behandeling van de zaak is op 16 september 2008 aangehouden. Er is nog geen nieuwe zittingsdatum bekend. PI De Havenstraat beschikt over
een goede BZA-opvang, zodat de kwetsbaarheid van klager begeleid kan worden.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van het vonnis in eerste aanleg, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Bij Ministerieel besluit van 21 juni 2005, nr. 5359496/05/DJI, is de bestemming van de Penitentiaire Inrichtingen Amsterdam geregeld. Het besluit is op 1 juli 2005 in werking getreden. Onder 2.1. van het besluit is bepaald dat het perceel op de
H.J.E. Wenckebachweg 48 te Amsterdam, met uitzondering van gebouw 500 de A-vloer van paviljoen IV en de gebouwen 600 en 700, én het perceel op De Havenstraat 6 te Amsterdam met bijbehorende voorzieningen worden aangewezen als huis van bewaring en
inrichting voor stelselmatige daders. De inrichtingen worden tezamen aangeduid als HVB/ISD Amsterdam.
De Schans is een intern zo bekend gebouw dat onderdeel uitmaakt van het perceel op de H.J.E. Wenckebachweg 48.

4.3. Naar het oordeel van de beroepscommissie dient in de bestemmingsaanwijzing niet gelezen te worden dat de genoemde percelen gezamenlijk één huis van bewaring vormen, maar dient hier gelezen te worden dat de percelen ieder voor zich tot huis van
bewaring worden bestemd. Daaraan doet niet af dat deze percelen volgens voormeld punt 2.1. gezamenlijk worden aangeduid als HVB/ISD Amsterdam.
Het uitgangspunt van de wet is immers dat aan een inrichting of een afdeling van een inrichting, waarmee wordt gedoeld op een geografisch herkenbaar gebouwelijk complex, een bepaalde penitentiaire bestemming wordt toebedeeld. Zulks valt af te leiden
uit
onderdeel 7 van de memorie van toelichting bij de Pbw (Kamerstukken II, 1994-1995, 24 263, nr. 3, pagina 23 en 24), alwaar het volgende valt te lezen: “Onder het begrip inrichting valt te verstaan een feitelijke en organisatorische eenheid. Vaak zal
het
gaan om één gebouw dat onder beheer van een directeur staat. Aan de orde is al geweest (onderdeel 6 onder c) de in gang zijnde organisatorische bundeling van gebouwen. In een dergelijke situatie laat de wet de mogelijkheid open om een complex van
gebouwen als een penitentiaire inrichting aan te duiden. Het komt de overzichtelijkheid ten goede, indien gebouwen die op deze wijze worden samengevoegd geografisch een herkenbare eenheid vormen. Indien inrichtingen die niet in elkaars nabijheid
liggen,
organisatorisch onder hetzelfde beheer worden gebracht zullen de samenstellende delen als even zovele penitentiaire inrichtingen worden aangeduid.”
Deze uitleg van het begrip inrichting is ook overigens in overeenstemming met de bij de invoering van de Pbw gekozen uitgangspunten. De nieuwe regeling stelde immers ook beroep tegen plaatsing in en overplaatsing naar een huis van bewaring open.
Met inachtneming van het vorenstaande is de selectiefunctionaris, gelet op artikel 15, derde lid, van de Pbw bevoegd te beslissen. Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking genomen
belangen, redelijk en billijk is. Naar het oordeel van de beroepscommissie moet deze vraag negatief worden beantwoord. Locatie De Havenstraat is evenals locatie De Schans aangewezen als huis van bewaring en inrichting voor stelselmatige daders. Klager,
die preventief is gedetineerd en mogelijk in aanmerking komt voor oplegging van een ISD-maatregel, kan, gelet op de bestemmingsaanwijzing, in beide locaties worden ondergebracht. Bij de selectiebeslissing is gelet op hetgeen over klagers kwetsbaarheid
naar voren is gebracht, onvoldoende rekening gehouden met zijn persoonlijke belangen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de bestreden beslissing zal worden vernietigd en de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing
te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan zijn te maken, zijn er geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven