Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2454/GB, 8 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/2454/GB

Betreft: [klager] datum: 8 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. F. van Baarlen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 september 2008 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Lelystad of het h.v.b. Almere-Binnen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 maart 2005 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. Alphen aan den Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht in Lelystad of Almere te worden geplaatst; hij heeft te weinig mogelijkheden voor familiebezoek in Alphen aan den Rijn. Zoals hij in zijn verzoek heeft aangegeven, heeft hij een broer in Lelystad. Daarnaast heeft hij familie in
Biddinghuizen (zus) en Almere (vader) en in Emmeloord (dochter). Hij wil graag het contact met zijn familie verstevigen. Zij kunnen hem echter vanwege de reisafstand niet of nauwelijks bezoeken. Klager heeft te horen gekregen dat zijn stiefvader, die
in
Lelystad woont, kanker heeft en niet lang meer te leven heeft. Klager heeft verder nog geen informatie, maar voorziet dat zijn stiefvader hem in Alphen niet kan bezoeken en in Lelystad bijvoorbeeld wel. Een tweede en dringender reden is het feit dat
klager zijn leven in de p.i. niet veilig meent. In het overplaatsingsverzoek heeft hij deze reden willen aanvoeren maar weer doorgekrast nu een bewaarder hem dit heeft afgeraden. Dit deed hij naar zeggen van klager omdat hij specifiek naar Lelystad of
Almere wilde en er in verband met veiligheid overgeplaatst kan worden naar iedere p.i. in Nederland. Klager betreurt dit omdat hij het veel belangrijker vindt in ieder geval te worden overgeplaatst in verband met zijn veiligheid. De voorkeur gaat uit
naar omgeving Almere-Lelystad. Klager is veroordeeld voor een zedendelict en wordt door de medegedetineerden voortdurend lastiggevallen. Hij heeft zeer lange tijd in de p.i. Haarlem verbleven waar het goed is gegaan. Thans in de p.i. Alphen is het
lastig. Een medegedetineerde heeft uit zijn cel zonder medeweten en toestemming van klager een papiertje uit de psychologische rapportage van klager te pakken gekregen. Hij heeft hierover kennelijk met medegedetineerden gesproken. Het gevolg voor
klager
is geweest dat meerdere medegedetineerden hem hebben bedreigd met misdrijven tegen het leven gericht, zowel verbaal als met gebaren. Dit gebeurt (bijna) dagelijks. Klager heeft al meermalen met piw-ers hierover gesproken. Ook die bewuste personen
hebben
al gesprekken met de piw-ers gehad. Helaas tevergeefs. Het is uiteraard zaak om voor iedereen (personeel, medegedetineerden en klager zelf) een zo veilig en rustig mogelijke situatie te creëren. Dit is volgens klager in de p.i. Alphen niet meer
mogelijk.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 20 augustus jl. vanuit de p.i. Haarlem overgeplaatst naar de p.i. Alphen aan den Rijn. Reden van het verzoek van de p.i. Haarlem destijds was dat er vanwege het lange verblijf in de p.i. Haarlem spanningen ontstonden. Spanningen die
voornamelijk door het gedrag van klager werden opgeroepen. Klager heeft uitlatingen over personeelsleden gedaan waardoor het personeel in diskrediet is gebracht. Klager is toen met spoed overgeplaatst. Bij een dergelijke overplaatsing is er geen ruimte
rekening te houden met eventuele voorkeuren van klager. Klager heeft kort daarna een verzoek tot overplaatsing gedaan vanwege zijn bezoek. Dit verzoek heeft de selectiefunctionaris afgewezen omdat klager zelf de veroorzaker is van het feit dat hij
gedwongen is overgeplaatst naar de p.i. Alphen aan den Rijn. Dat hij binnen de inrichting niet veel aanzien geniet en hier en daar wordt bedreigd is inherent aan het feit waarvoor betrokkene is veroordeeld. De directie is hiervan op de hoogte en ziet
klager graag overgeplaatst. Daarmee wordt het probleem neergelegd in een andere inrichting, want zonder twijfel doet zich daar dezelfde situatie voor. De selectiefunctionaris is dan ook van mening dat er geen aanleiding is mee te gaan in het verzoek
van
klager hem over te plaatsen naar de inrichting van zijn voorkeur. Klager kan over enige tijd een verzoek doen om overgeplaatst te worden naar een andere inrichting, waarbij rekening kan worden gehouden met zijn voorkeur.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Klager is op 20 augustus 2008 overgeplaatst vanuit
het
h.v.b. Haarlem naar het h.v.b. Alphen aan den Rijn. Na een verblijf van twee weken is klager doorgeplaatst naar een andere verblijfsafdeling vanwege bedreigingen van medegedetineerden. Ook op de huidige verblijfsafdeling is sprake van bedreiging.
Klager
kiest ervoor niet deel te nemen aan afdelingsoverstijgende activiteiten zoals luchten en kerk. Hoewel klager zijn verzoek om overplaatsing heeft gebaseerd op bezoekmogelijkheden, is vanuit de inrichting verzocht om overplaatsing naar een inrichting
waarbij de veiligheid van gedetineerde kan worden gewaarborgd. Aan deze reële bedreiging van klagers persoon kan de selectiefunctionaris niet met een niet op de situatie van klager toegespitste motivering voorbij gaan.
Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in
tegenwoordigheid van bc. L van Alff, secretaris, op 8 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven