Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 24/42260/GA, 18 november 2024, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          24/42260/GA

Betreft [klager]

Datum 18 november 2024

 

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de maatregelen die hem op 16 november 2023 zijn opgelegd vanwege zijn status als gedetineerde met een vlucht-/maatschappelijk risico (GVM-maatregelen).

De beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam heeft op 23 juli 2024 het beklag ongegrond verklaard (S-2023-696). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en de directeur van de locatie De Schie (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Tijdens vele zittingsdagen is op geen enkel moment iets gebeurd wat de informatie over bevrijding of ontsnapping tijdens transporten aannemelijk maakt of bevestigt. Klager is al ruim zestig keer vervoerd van en naar de rechtbank en het ziekenhuis. Nooit is er sprake geweest van ongeregeldheden.

Op geen enkel moment is gebleken of aannemelijk geworden dat klager geprobeerd heeft getuigen te beïnvloeden. In klagers strafzaak zijn in eerste aanleg meer dan vijftig getuigen gehoord. Een deel van de getuigen heeft zich beroepen op het verschoningsrecht/zwijgrecht, maar geen enkele keer is naar voren gebracht dat dit te maken had met mogelijke represailles door klager.

 

De informatie in het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP)-rapport is (grotendeels) hetzelfde als die in voorgaande GRIP-rapporten. Hierin staat onder meer dat niet valt uit te sluiten dat klager, gezien de (gepoogde) ontvoering van zijn schoonzoon, het recht in eigen hand gaat nemen. Dit is niet aannemelijk gemaakt. Het is niet klager die zijn schoonzoon een foto uit het fotoboek heeft laten zien, zoals vermeld. Dat was zijn raadsman en had te maken met een lopende aangifte.

De directeur heeft niet kenbaar gemaakt hoe klagers persoonlijke belangen zijn afgewogen tegen het belang om klager de toezichtsmaatregelen op te leggen. Deze maatregelen dienen te worden afgewogen tegen feitelijke omstandigheden in de PI, waaronder het gedrag van klager. Het gedrag van klager moet in combinatie met het tijdsverloop worden meegewogen. Onvoldoende is gebleken dat dit is gedaan. Klager is van onbesproken gedrag: hij verblijft al jaren in detentie zonder enig incident en heeft nog nooit een disciplinaire straf opgelegd gekregen. Hij staat in de PI bekend als een vriendelijke man die goed in contact is met het personeel. Klager heeft geen enkele gedraging of uiting vertoond die zou wijzen op een hoog risico, zoals vlucht- of liquidatiegevaar. Dit kan niet zomaar buiten beschouwing worden gelaten.

Bovendien bevat de beslissing een motiveringsgebrek. De directeur heeft onvoldoende en te algemeen gemotiveerd waarom het voortduren van de toezichtsmaatregelen noodzakelijk en proportioneel is. De directeur dient bij de oplegging per maatregel een kenbare eigen belangenafweging te maken en kan zijn beslissing niet slechts baseren op de plaats en status van klager op de GVM-lijst. De toezichtsmaatregelen zoals die golden zijn ongewijzigd overgenomen. Onvoldoende komt naar voren dat de directeur een eigen belangenafweging heeft gemaakt. Tevens is de informatie waar de directeur zijn belangenafweging op baseert onvoldoende actueel, betrouwbaar en concreet. Klager begrijpt niet dat de disciplines de informatie hebben beoordeeld als betrouwbaar en actueel.

Klager ervaart de maatregelen als zeer ingrijpend. Hij ondervindt met name last van de maatregelen in het kader van het bezoek. Vanwege de maatregelen kan hij geen bezoek zonder toezicht ontvangen. Klager en zijn partner hebben samen een kinderwens. Zijn partner is gescreend, zij is regelmatig op bezoek geweest en alle gespreken met haar zijn afgeluisterd en opgenomen. Nooit is er sprake geweest van ongeregeldheden. Ook zijn de faciliteiten in de bezoekruimte voor zijn kleinkinderen onprettig. Klager wil hen daarom graag in de familiekamer ontvangen. Het is onduidelijk hoe deze maatregelen bijdragen aan het waarborgen van de orde en veiligheid in de inrichting.

Niet iedere persoon die wordt verdacht van het leiden van een criminele organisatie wordt automatisch op de GVM-lijst geplaatst. Het is onvoldoende onderbouwd waarom op basis van de beschikbare informatie toezichtsmaatregelen gerechtvaardigd zijn. Het tijdsverloop, het gedrag van klager en het niet aanwezig zijn van nieuwe, concrete aanwijzingen zouden aanleiding moeten zijn om de noodzaak van de maatregelen te heroverwegen.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van de directeur

De directeur persisteert bij wat omschreven staat in zijn bij de beklagcommissie ingediende verweerschrift van 18 januari 2024 en bij wat hij ter zitting van de beklagcommissie heeft aangevoerd.

 

3. De beoordeling

Op 8 november 2023 is klager besproken in het Operationeel Overleg (OO) en is besloten klagers GVM-status ‘hoog’ te handhaven. Deze status is aan klager toegekend vanwege het risico op ontvluchting en/of bevrijding van buitenaf en het risico op liquidatie of bedreiging in detentie van of door de gedetineerde. De directeur heeft voor de periode van 16 november 2023 tot en met 16 mei 2024 toezichtsmaatregelen aan klager opgelegd in verband met deze indicaties.

De directeur heeft een discretionaire bevoegdheid bij het opleggen van toezichtsmaatregelen aan gedetineerden die op de GVM-lijst zijn geplaatst. De directeur kan deze maatregelen opleggen als dit noodzakelijk is in verband met de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. Bij het opleggen van toezichtsmaatregelen geldt – volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie – het volgende:

  1. er moet sprake zijn van een noodzaak voor het opleggen van de onderhavige toezichtsmaatregelen;
  2. de directeur dient de gedetineerde voorafgaand aan de beslissing te horen;
  3. de directeur dient een eigen belangenafweging te maken en kan zijn beslissing niet slechts baseren op de plaats en status van de gedetineerde op de GVM-lijst.

De beslissing moet worden genomen op basis van de binnengekomen informatie van het GRIP, de visie van de directeur en informatie die de gedetineerde zelf verstrekt (tijdens het horen door de directeur). De belangenafweging, die in het kader van de discretionaire bevoegdheid van de directeur plaatsvindt, moet toetsbaar en dus kenbaar zijn. Dat betekent dat de gemaakte belangenafweging op enigerlei wijze schriftelijk moet worden vastgelegd.

De directeur heeft zich bij het nemen van zijn beslissing gebaseerd op de verlenging van de GVM-status door het OO op 8 november 2023 en het adviesrapport van het GRIP van 24 oktober 2023.

De directeur heeft klager voorafgaand aan de verlenging van de aan klager opgelegde toezichtsmaatregelen gehoord. Tijdens het horen heeft klager aangegeven geen liquidatiedreiging te zien. Ook al is er met betrekking tot het vlucht- en liquidatiegevaar geen concreet gevaar bekend bij het Openbaar Ministerie (OM), toch is naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende aannemelijk geworden dat er sprake is van een voortdurende dreiging. De recente veroordeling vanwege klagers positie binnen de betreffende criminele organisatie en het recente GRIP-rapport accentueren daarnaast de actualiteit. Gelet hierop acht de beroepscommissie het vlucht- en het liquidatiegevaar voldoende actueel, betrouwbaar en concreet. De directeur heeft dan ook op grond van voornoemd GRIP-rapport kunnen en mogen concluderen dat de toezichtsmaatregelen nog steeds noodzakelijk zijn.

Op grond van de Circulaire Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico van 8 juli 2021 dient de directeur een eigenstandige afweging te maken. Uitgangspunt bij het opleggen van toezichtsmaatregelen is dat het moet gaan om een sluitend en samenhangend pakket van maatregelen. Zo is het bijvoorbeeld niet effectief om wel toezicht uit te oefenen op telefoongesprekken, maar niet op de post of tijdens bezoekmomenten. De directeur is verantwoordelijk voor het opleggen van een complete set aan maatregelen en de uitvoering daarvan.

De toezichtsmaatregelen die zien op het toezicht op contacten met de buitenwereld, het toezicht op voorwerpen (op cel), het toezicht op de bewegingsruimte in de inrichting, het niet-plaatsen in een meerpersoonscel en het vervoer, hoewel niet afzonderlijk per maatregel gemotiveerd, zien allemaal op zowel het verkleinen van de vluchtkans en het verkleinen van het liquidatiegevaar. Met het oog op voornoemde indicaties is naar het oordeel van de beroepscommissie sprake van een samenhangend en effectief pakket van maatregelen.

De directeur heeft bij de belangenafweging de impact van de maatregelen afgewogen tegen het persoonlijk belang van klager. Zo wordt de afspraak bestendigd dat klager dertig minuten mag bellen in plaats van vijftien minuten, exclusief het telefonisch contact met zijn raadsvrouw. Voorts heeft de directeur toegezegd de mogelijkheden te inventariseren voor het bezoek met zijn kleinkinderen, aangezien klager last ervaart van de faciliteiten van de bezoekruimte. Ook geeft de directeur aan dat hij tussentijds de maatregelen zal aanpassen als hij hier aanleiding toe ziet. Hij zal klager hierover tijdig horen en informeren.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Deze uitspraak is op 18 november 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit

mr. J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. S.J.S. Uiterweerd, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven