Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2428/GA, 10 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2428/GA

betreft: [klager] datum: 10 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2008 van de beklagcommissie bij de individuele begeleidingsafdeling Arnhem-Zuid,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 november 2008, gehouden in de locatie Zwolle, is klager gehoord.
De directeur van voormelde inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een paar trainingshandschoenen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op de tweede woensdag van de maand kunnen goederen ingevoerd worden. Klager had zijn neef gevraagd of hij trainingshandschoenen voor hem wilde kopen. Tijdens het bezoek heeft klagers neef hem het (roze) invoerregistratieformulier getoond waaruit blijkt
dat hij de handschoenen heeft ingevoerd. Op donderdag is de invoer gecontroleerd door de BAD-afdeling; de verzegeling wordt verbroken en de goederen worden gecontroleerd op contrabande, daarna wordt de kledingbox weer verzegeld.
De medewerker R. van het BAD die de goederen aan klager heeft uitgereikt had haast en op zijn verzoek heeft klager het formulier van uitreiking direct getekend, zonder de inhoud van de kledingbox te controleren. Toen klager de ingevoerde spullen in
zijn
kast wilde leggen constateerde hij dat de trainingshandschoenen misten. Klager heeft direct navraag gedaan bij het personeel en medewerker R. heeft verklaard dat hij de trainingshandschoenen bij de controle niet heeft gezien. Deze medewerker heeft
echter wel getekend. Van beide kanten zijn fouten gemaakt. De handschoenen zijn van het merk Dolce Gabbana en gekocht via Internet. Er is geen aankoopbon.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager klaagt over de vermissing van een paar trainingshandschoenen, die tezamen met andere goederen door een familielid voorafgaande aan het bezoek ter invoer zijn aangeboden. Blijkens het bij de stukken gevoegde ‘invoerregistratieformulier’ heeft
klager getekend voor ontvangst van goederen. Klager erkent dat hij een fout heeft gemaakt door het formulier direct te ondertekenen zonder de goederen te controleren.

Het risico van vermissing van goederen die een gedetineerde invoert in de inrichting berust in beginsel bij de gedetineerde. Dit is slechts anders als de inrichting onzorgvuldig in haar beheerstaak optreedt. Door klager is aangegeven dat de medewerker
van de BAD-afdeling heeft verklaard dat hij bij de controle geen handschoenen in de kledingbox heeft aangetroffen. Deze medewerker heeft het ‘invoerregistratieformulier’ echter wel getekend. Dit gegeven is door de directeur niet weersproken. De
beroepscommissie is van oordeel dat zowel door de inrichting als klager fouten zijn gemaakt bij de invoer en dat dit zowel de directeur als klager is aan te rekenen. Het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard.
Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 20,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. I.E. de Vries, voorzitter, J.L. Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 10 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven