Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/34427/GA, 15 oktober 2024, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2024

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Nummer    23/34427/GA
    
            
Betreft    klager
Datum    15 oktober 2024


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beklag ingesteld tegen de beschadiging van zijn sportschoenen en andere onregelmatigheden die hebben plaatsgevonden rondom zijn overplaatsing, waaronder het openen van zijn administratie.

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn heeft op 12 juni 2023 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (AR-2023-057). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur van de PI Alphen (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Bij de overplaatsing van de PI Alphen naar het Justitieel Complex (JC) Zaanstad zijn onregelmatigheden geconstateerd rondom een nagezonden doos van klager. De sportschoenen van klager zijn beschadigd, vertrouwelijke post aan klagers advocaat is geopend en er is een aansteker aangetroffen die niet van klager is. 

Klager kan zich niet herinneren dat hij - zoals de directeur stelt – heeft getekend voor het goed verpakken van zijn spullen. De directeur kan dit formulier overigens ook niet meer overhandigen. Volgens hem is er één doos met vertrouwelijke stukken open achtergebleven bij de Binnenkomsten Afdeling Delinquenten om later nagezonden te worden. Toen de doos in het JC Zaanstad aankwam, waren er meerdere brieven geopend. In de brieven stonden privégegevens zoals inlogcodes, emailadressen en telefoonnummers. 

Klager voert ook aan dat het door de beklagcommissie behandelde dossier incompleet was. Klager heeft meer klachten dan dat er door de beklagcommissie zijn behandeld. Er zijn na een celinspectie in het Pieter Baan Centrum (PBC) namelijk ook geopende poststukken op zijn cel aantroffen. Klager heeft dit aangekaart bij de maandcommissaris in het PBC en volgens hem is sprake van schending van het briefgeheim en is de vertrouwelijkheid van zijn correspondentie met zijn advocaat aangetast. Klager heeft in overleg met de maandcommissaris besloten om deze klacht toe te voegen aan de al bestaande klacht met klachtnummer AR-2023-057. Klager stelt dat zijn klachten hun oorsprong vinden in het JC Zaanstad en dat de aanvullingen op het beklag daar ook zijn ingediend. 


Standpunt van de directeur
De directeur persisteert bij wat in beklag is aangevoerd.

 

3. De beoordeling
Uit de stukken begrijpt de beroepscommissie dat klager op of omstreeks 19 oktober 2022 is overgeplaatst van de PI Alphen naar het JC Zaanstad. Op of omstreeks 31 januari 2023 is klager teruggeplaatst naar de PI Alphen van waar hij ter observatie op of omstreeks        20 maart 2023 is overgeplaatst naar het PBC. De klacht van klager van 5 januari 2023 heeft betrekking op een nalevering van klagers sportschoenen vanuit de PI Alphen naar het JC Zaanstad en enkele onregelmatigheden zoals het openen van geprivilegieerde post van klagers advocaat. De klacht is blijkens de stukken door de beklagcommissie bij het JC Zaanstad ingeschreven met kenmerk JC-2023-1 en ter verdere behandeling doorgestuurd naar de beklagcommissie bij de PI Alphen. Gebleken is echter dat de beklagcommissie bij het JC Zaanstad (toch ook) op 8 november 2023 uitspraak heeft gedaan op de klachten. Wat betreft het openen van de vertrouwelijke post is het beklag gegrond verklaard en is aan klager een tegemoetkoming toegekend van €7,50. De beklagcommissie merkt in die uitspraak op dat niet is gebleken dat de sportschoenen van klager onder verantwoordelijkheid van de directeur beschadigd zijn geraakt. De beroepscommissie begrijpt hieruit dat het beklag over de sportschoenen ongegrond is verklaard. Tegen deze uitspraak is door klager geen beroep ingesteld. Nu er een onherroepelijke uitspraak ligt met betrekking tot de klachten die klager thans in beroep tegen de uitspraak van de beklagcommissie bij de PI Alphen aan de orde wil stellen, kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

Ten overvloede en met de bedoeling wat duidelijkheid te geven merkt de beroepscommissie het volgende op. In de Circulaire vrachtvervoer en aansprakelijkheid schade van 5 juni 2023 met kenmerk 4478106 is bepaald dat indien tijdens of rondom het transport van eigendommen van ingeslotenen schade aan deze eigendommen ontstaat of eigendommen worden vermist, de verzendende inrichting in beginsel hiervoor aansprakelijk is. Pas als de ontvangende inrichting voor ontvangst van de eigendommen heeft getekend, gaat deze aansprakelijkheid over op de ontvangende inrichting. Klachten dienen dus afhankelijk van of wel of niet is getekend voor ontvangst, bij de verzendende dan wel ontvangende inrichting te worden gedeponeerd. Tot 5 juni 2023 gold de gelijknamige circulaire van 31 oktober 2014 waarin hetzelfde werd bepaald. Hoewel bij de stukken geen vrachtbrief is gevoegd waaruit blijkt dat de ontvangende inrichting, het JC Zaanstad dus, heeft getekend voor de ontvangst, is onbestreden gebleven dat het JC Zaanstad de nazending heeft ontvangen. Dit betekent dat de gestelde beschadiging van de sportschoenen een klacht is die het JC Zaanstad aangaat. In die inrichting is ook (voor het eerst) door klager geconstateerd dat de sportschoenen waren beschadigd. Klager heeft zicht derhalve terecht over dit onderdeel van de klacht gewend tot de directeur van het JC Zaanstad en de beklagcommissie bij die inrichting.

Ter aanvulling hierop wijst de beroepscommissie volledigheidshalve op de nieuwe jurisprudentielijn bij vermissing of beschadiging van goederen. Kort gezegd houdt deze lijn in dat het niet de bedoeling is dat een gedetineerde in geval van vermissing of beschadiging meteen beklag instelt. In plaats daarvan moet hij eerst bij de directeur of het afdelingshoofd verzoeken om een oplossing. Als de gedetineerde het vervolgens niet eens is met de beslissing op zijn interne klacht, kan hij beklag indienen (zie RSJ 1 september 2023, 23/31635/GA en RSJ 16 mei 2024, 22/30186/GA). 

Wat betreft de klacht over het openen van vertrouwelijke post merkt de beroepscommissie op, nog steeds ten overvloede, dat het aan klager is duidelijk te maken wie volgens hem een verwijt treft. Door de klacht in te dienen bij het JC Zaanstad mag ervan uit worden gegaan dat de klacht is gericht tegen de directeur van het JC Zaanstad. Als onduidelijk is waar en door wie de post is geopend en de klacht door meerdere beklagcommissies in behandeling wordt genomen, dan loopt klager het risico dat de behandeling van de klacht bij één of meerdere van die beklagcommissies stuit op niet-ontvankelijkheid. 

 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.


Deze uitspraak is op 15 oktober 2024 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, mr. L.C.P. Goossens en mr. S.C.M. Wouda-van Velzen, leden, bijgestaan door mr. L. Veerkamp, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven