nummer: 08/1681/GA
betreft: [klager] datum: 15 december 2008
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de unit-directeur van de gevangenis De Schie te Rotterdam,
gericht tegen een uitspraak van 7 juli 2008 van de beklagcommissie bij voormelde gevangenis, gegeven op een klacht van [klager], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 oktober 2008, gehouden in de locatie Zoetermeer is [...], unit-directeur van gevangenis De Schie, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat aan klager halalvoedsel is verstrekt.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De verzorging van de maaltijden is uitbesteed aan Eurest. De cateraar plakt op alle maaltijden en sticker met daarop vermeld ‘halal’, behalve op gerechten waarin varkensvlees is verwerkt. Vis en vegetarisch is ook ‘halalwaardig’. Volgens de imam worden
kippen in Nederland ook halal geslacht. Gerechten waarin rundvlees verwerkt is, worden alleen halal aangeboden. Dit is niet eenvoudig te veranderen. Eurest levert maaltijden aan veel inrichtingen. In de circulaire d.d. 15 maart 2002, nr. 5138552/01/DJI
wordt een richtlijn gegeven. Daarvan mag worden afgeweken.
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Halalvoedsel is volgens artikel 44, derde lid, van de Pbw ingevoerd om te voldoen aan de religieuze wensen van een bepaalde groep gedetineerden. De cateraar heeft ervoor gekozen in rundvleesgerechten alleen ritueel geslacht rundvlees te verwerken. Dit
heeft er thans toe geleid dat standaard halal rundvlees wordt verwerkt. Deze praktijk betekent dat ook aan anderen dan belijdende moslims ritueel geslacht vlees wordt opgedrongen. Deze gang van zaken is in strijd met de strekking van de circulaire over
de verstrekking van halalvoeding. Ter gelegenheid van de verlenging van deze circulaire heeft de hoofddirecteur van DJI er bij brief van 7 augustus 2008 uitdrukkelijk aandacht voor gevraagd dat een correcte uitvoering impliceert dat halalvoeding
slechts
wordt verstrekt aan die ingeslotenen die daarvoor op basis van hun geloofsovertuiging of keuze in aanmerking komen. “Door het louter verstrekken van Halalvoeding worden ingeslotenen verplicht voedsel tot zich te nemen dat is bereid op een wijze die
overeenkomt met de Islamitische religieuze wetten, waaronder het uitspreken van een Islamitisch gebed. Sommige gedetineerden nemen hier aanstoot aan. De verplichting strookt niet met de vrijheid van geweten, godsdienst en levensovertuiging.”
De beroepscommissie acht dit een passende uitleg van de wijze waarop, overeenkomstig het bepaalde in artikel 44, derde lid, van de Pbw, voeding in penitentiaire inrichtingen moet worden aangeboden. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit dr. U. van de Pol, voorzitter, dr. G.J. Fleers en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 15 december 2008.
secretaris voorzitter