Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2876/GV, 8 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2876/GV

betreft: [klager] datum: 8 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager vraagt zich af hoe lang hij nog moet boeten voor een eerdere misstap. Dat geldt temeer nu hij zich indertijd zelf weer heeft gemeld bij de PIA. Klager is bezig zijn leven weer op een rij te zetten.
Klager is dakloos en wil het verlof gebruiken om te proberen huisvesting te regelen zodat hij na zijn detentie ergens heen kan.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De inrichting adviseert positief ten aanzien van de verlofaanvraag. Ook ziet de politie geen overwegende bezwaren tegen verlofverlening, zij het dat zij problemen zien bij het door klager opgegeven verlofadres. Het Openbaar Ministerie adviseert
negatief
omdat klager zich tijdens eerdere detenties daaraan heeft onttrokken en zich tijdens deze detentie niet aan afspraken heeft gehouden tijdens zijn deelname aan een penitentiair programma. Een en ander was voor de selectiefunctionaris voldoende
aanleiding
om het verzoek om algemeen verlof af te wijzen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Zuyderbos heeft neutraal geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam heeft aangegeven negatief te adviseren omdat klager zich tijdens eerdere detenties daaraan heeft onttrokken en omdat klager zich tijdens zijn deelname aan een penitentiair programma
niet heeft gehouden aan de daarbij behorende afspraken.
De politie Haaglanden heeft aangegeven het door klager opgegeven verlofadres niet ideaal te vinden maar verder geen feitelijke redenen te hebben voor een negatief advies.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden met aftrek, wegens
– kortweg – doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 30 december 2008. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van vier dagen te ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal één verlofaanvraag indienen.

Uit hetgeen in beroep naar voren is gebracht komt enerzijds naar voren dat klager zich tijdens eerdere en de huidige detentie niet aan afspraken heeft gehouden door zich te onttrekken aan de detentie. Dit kan worden gezien als een contra-indicatie voor
verlofverlening. Nu klager – zoals vooralsnog het geval lijkt – nog maar korte tijd in detentie zal verblijven en de coördinator van het bureau Terugdringen Recidive heeft aangegeven dat het voor klager van belang is te werken aan huisvesting, zulks om
in aanmerking te komen voor deelname aan therapie gericht op het voorkomen van recidive (bij Exodus te Alkmaar en het FPA te Heiloo), heeft de Staatssecretaris in dit geval het persoonlijke belang van klager - bij een goede voorbereiding voor zijn
aanstaande terugkeer in de samenleving - onvoldoende zwaar laten wegen. Gelet daarop moet de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom
gegrond worden verklaard met vernietiging van de bestreden beslissing. Aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen om binnen een termijn van één week na ontvangst van deze uitspraak een beslissing te nemen.
De beroepscommissie acht, nu de gevolgen van de bestreden beslissing nog ongedaan gemaakt kunnen worden, geen termen aanwezig voor de toekenning van een financiële tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie \binnen een termijn van één week na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven