Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/2974/GV, 5 december 2008, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/2974/GV

betreft: [klager] datum: 5 december 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.M. den Hollander, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 november 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil een bezoek brengen aan het graf van zijn overleden zoon te Rotterdam. Klager is reeds 20 maanden gedetineerd en niet in staat geweest om een bezoek te brengen. Niet valt in te zien waarom een
bezoek aan een begraafplaats klager zou moeten worden onthouden. Een dergelijke vorm van verlof zal rustig verlopen en geen maatschappelijke onrust teweegbrengen. Klager heeft geen contact met zijn kinderen, noch met hun moeder. Zij verblijven thans op
een geheim adres. Klager zal zijn verlof doorbrengen bij zijn zus in Rotterdam. Voorts is van belang dat aan klager nimmer ordemaatregelen of disciplinaire straffen zijn opgelegd.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De Staatssecretaris heeft het negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM) zwaar mee laten wegen, alsmede dat het verblijfadres van het slachtoffer niet bekend gemaakt kan
worden. De slachtoffers uit de strafzaak verblijven thans op een geheim adres. Een opgelegde voorwaarde, die contact met de slachtoffers uit moet sluiten, is daarom niet op te leggen. Begeleiding tijdens algemeen verlof is niet mogelijk. Het algemeen
functioneren van klager in de inrichting ligt niet ten grondslag aan de afwijzing. Overigens wordt in het advies van TR opgemerkt dat klager de Nederlandse taal beperkt machtig is en dat de kans op succesvolle interventies vanuit TR geringe kans van
slagen hebben. Klager is door zijn beperkingen moeilijk te beïnvloeden, maar behoeft wel begeleiding.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenisunit van de locatie De Dordtse Poorten te Dordrecht is positief ten aanzien van klagers gedrag en functioneren in de inrichting, maar wil het negatieve advies van het OM zwaar laten meewegen.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam adviseert negatief omtrent de verlofaanvraag. De politie te Rotterdam heeft geen bezwaar tegen verlofverlening.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens een zedendelict. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 3 november 2009.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Klagers verlofaanvraag is afgewezen in verband met mogelijk ongewenste confrontatie met de slachtoffers. De slachtoffers verblijven op een geheim adres. Uit de stukken komt naar voren dat zij vermoedelijk op een adres buiten Rotterdam verblijven.
Hiervan uitgaande en gelet op het feit dat het verlofadres zich in Rotterdam bevindt, is onvoldoende aannemelijk geworden dat de verlening van verlof tot de gevreesde slachtofferconfrontatie zal leiden. Desgewenst kan het vermijden van het contact met
slachtoffers nog als bijzondere voorwaarde worden opgenomen. De wenselijkheid van begeleiding levert op zichzelf onvoldoende grond voor weigering van verlof op. Derhalve dient de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen, als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. Het beroep is gegrond. De Staatssecretaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak, binnen een termijn van twee weken na ontvangst.
Aangezien de rechtsgevolgen van de te vernietigen beslissing nog ongedaan zijn te maken, is er geen aanleiding klager in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 5 december 2008

secretaris voorzitter

Naar boven